De Nederlandsche Leeuw, jaargang 28 (1910)

49 50 boorte >na te laten is overleden, soo is eyndelijck hier te lande gekoomen een van de vrinden genaemt Rarmen van Rijdesel waervan de Nederlandsche Historiën nogh vermelden Anno 1567. Namelijck bij dese occasie dat de prins van alle canten seer veel volx aennam tegens duc d'Alve die hy haer loopplaes bestelt had in 't land van Trier bij een klooster genoemt Roemerstorft en daer de capteyns van de ruijterij waeren als in 't volgende dat te sien is. (4) Frederick Rolhuysen, mar schalck van Hessen, Dirig van Schoonburgh, Justus Grave van Schouwenbargh, Graeve Albert van Nas sauw, Graef Burgart de Barbi, Otto de Malsburgh, Harman Mijdesel en Adam Velse. Dan alsoo duc d'Alve niet begeerde te slaen maer sich om Maastright be­ graven hielt, sijn sij eyndelyck gescheyden en dese 'met de Prins ih Vrancrijck getogen daer hij in d' slag is doot gebleven. Die voorseyde Rijdesel heeft aen de vrinden alhier verwittight van de doot van syn vaders oom Harme van Rijdesel genaemt, welke broeder van Carda was en alsoo deselve' nu geen kinderen had naegelaeten, dat bij Coenraet, Jurrien en Johan van Rijtesel in land zu Hessen desselfs gehele ervenis was aengeslagen (in margine: 1583) waerom eyndelijck Drost Renrick Ben- Marten Rijdesel obiit sine liberis Philip van Rijdesel en Iburgh van Hols torp laeten nae Carda Rijdesel huys vrouw van Carsten van den Anxtel. Margarita van den Anxtel huysvrou van Efferengent. Haü In de tekst komen o. a. de volgende wapens voor, op het vorenstaande betrekking hebbende. Schaef: in blauw een opspringende zilveren hond, gehalsband van goud, Schrassert doorsneden a in groen drie sterren van goud, b in zilver 2 hermelijnstaarten, van Steenier in rood een zilveren ankerkruis, in het hoofd vergezeld van 2 sterren van zilver. Haarlem. MR. A. S. MIEDEMA. Lijst van begravenen in St. Jacobskerk te 's-Gravenhage, 1600â??1607, (fragment). ') Medegedeeld door W. N. ARNTZENIDS. Begravenghe van de dooden bij den coster van Sijnt Jacobs kereke alhijer in de weeskaemer aengebrocht sedert den eersten Janneuary sestyen hondert. 1600. Den llen Janneuarij begraven Joest Mijnnijn. ') Deze aanteekeningen werden door den Heer Arntzenius gevonden tusschen de bescheiden van dé Wees- en Momboirkamer der Hofstad. tinck met Wilm Bentingh en juffer -Margarita van Berenssauw gent Hal hun hebben verbonden deselve ervenis met vrinschap ofte reght in te vorderen en hebben daertoe gevolmagtight een Hessens edelman genoemt Hans Alberts- van Wastorf om sich op alles wel te informeeren. Dan alsoo deselve geen bescheyt en schreef sturen sij hun Dienaer Lucas daerheene, die sich bij de vrinden vervoeght heeft: gelijck voorgeseyt is en ont booden dat den voorseijden Wastorfï ontroulick daermede hadde gehandelt: daardoor de drost Bentingh in de Brief die hij den 22 Febr. 1584 aen syn broeder heeft geschreven: onder anderen schrijft hij dat Lucas den meijnedigen schelm Wastorff te Marspurch hadde ver eyscht. Daernae door de occasy van Henrick van Boinen burgh genaemt Hemster heeft Wilhem Bentink mede­ geschreven op den 22 Martij A° 1590 aen Hans Wissen, secretaris der stadt Rottenburgh die de voerseyde Boinenburgh in syn reghtvorderinge diende, dat hy sigh op alles wilde informeren etc. waerop de selve Johan Weyse burger te Rottenbergh aen Wilhem Bentick weder heeft geschreven, dat hij sijn uyterste vlijt sou doen em van alles pertinente informatij te hebben. / Marten van de Anxtel trout Jr. Elisabet van Wie laet nae 2 dogters als ' Marten i Elisabet , jan Jr. Ermgart van den Anxtel huysvrou van d' Drost Henric Bentinck laet na: ) dementia, huysvrou van â?? ... gouverneur Schaef. I â??,? . . ) Anxtel ' (Ehsabet Ganda. Jr. Henrica van der Anxtel Huisvrou van Wilhem Bentinck rentmeester van Veluwen. Vaam van Efferen gent. Hal i Johan Wilhem van Efferden getrout aen Jr. Margarita < gent Hal, Amtman van van Berenssauw zu Dis- ( Oaneberbroeck bij Nuijs. ternier. Catharina van Efferen gent. / Sremt raet.sheer van Oede Hal zu Mutsenrat, Huys- { ^j- J£empen, vrou van Bremt. ' Den 5en Jannearij begraven Fylps van Mijerop deurwaerder van 't Hof. Den XXVIII611 begraven men heer Mulwyck. Den IXe February begraven de huysvrou van Jan de mandemaeker. Den XVIen begraven docktoer Huysenegus. Den XXIIIIen begraven de huysvrou van de mesemaeker int vapen van Brabant. In de maent van Marcij. Den XVIen marcy begraven Jofirou Telshout. Het zijn opgaven door den koster der S'. Jacobskerk verstrekt aan de Weeskamer, welke, hoe onvolledig ook, het bestaande materiaal' aanvullen. Zooals bekend, vangt het oudste Grrafboek der St. Jacobs­ kerk eerst aan in 1620. (Vgl. De oudste grafboeken der Groote of S'. Jacobskerk te 's-Gravenhage door M. G. Wildeman. Firma Robijns en C, 's-Hertogenbosch, 1898). Van vóór dien tijd is alles gedrukt wat tot dusver in de archieven werd gevonden, n.1. Aanteek. uit Keutm'. rek. Groote kerk 1557â??1567 door M. G. Wildeman. Werken van de Vereeniging â??Die Haghe', n°. III, 's-Gravenhage, Mouton en Co., 1897. Id. id. over de jaren 1573, 74, 77, 78, 79, 80, 81, 82, 83 door denzelfden in â??De Wapenheraut', 1902, bl. 241, 305, 337, 401. EED.