De Nederlandsche Leeuw, jaargang 35 (1917)

273 274 aanwezigheid temidden van oude papieren voor dez e laatste moet zijn! De toestand van het oud-archief elders zal wel in die dagen â?? in aanmerking genomen de 'groote onverschilligheid daarvoor â?? overal hetzelfde geweest zijn, behalve natuurlijk te Batavia, alwaar onder het oog van den archivaris en diens personeel toestan­ den als te Soerabaia zullen zijn buitengesloten. Te Amboina vond ik in 1905 het oud-archief van den justitieelen en politieken Raad aldaar in een groote kist zonder deksel bewaard 1). Bovenop lag een laag vleer , muizendrek. Een vluchtig onderzoek gaf mij de over­ tuiging dat belangrijke oude documenten in die kist waren opgeborgen, doch dat alles wanhopig door elkaar lag. Mijn aanbod .dit archief te ordenen werd aange­ nomen , terwijl daarbij welwillend de vergunning werd verleend genealogisch e aanteekeningen te maken. Blijkbaar waren de documenten er niet in gelegd en geschikt, doch kreeg ik den indruk alsof men bij de opberging de boeken enz. in manden gepakt eenvoudig boven de kist omgekeerd had 2). Een groot deel was weggevreten door allerlei insecten, die in de registers gangen hadden aangelegd, hoopen papiersnippers getuigden van muizenbezoek. Aan levend gedierte kwam te voorschijn : een nest mét jonge muizen, tal van een soort kleine schorpioentjes en vele smal- â?¢ lintvormige, bijna 8 c.M. lange duizendpooten, die bij dooding fosforiseerden. Op de-meest e papieren hadden zich door vocht lagen groene schimmels (?) gevormd , welke evenwel na droging in de zon voor het grootste deel konden verwijderd worden, zoodat het schrift wederom leesbaar werd. Tal van stukken, waaronder een pak transportacten â?? eigendomsbewijzen â?? waren tot een vaste koek aaneengegroeid, 'zotfdat''scheiding'â?? 'óp welke wijze ook' beproefd â?? niet meer mogelijk was. Zegelafdrukken op lak op afgevallen stukken papier, waarop nog hand teekeningen zichtbaar waren, lagen in do kist tusschen het verfrommelde en gekreukte papier en op den bodem van de kist verspreid. Het archief liep van + 1689 tot in het eerste kwart van de 19° eeuw. Na ruim 5 maanden de middaguren en menig avond­ uur aan de schoonmaak en ordening te hebben besteed, waarbij meteen alle namen met bijzonderheden werden genoteerd, kreeg het archief zijn oude plaats terug. De doop- en trouwregisters waren niet in dat archief aanwezig, doch berustten bij den predikant in diens met gabba gabba 3) omwanding en met atap 3) gedekt kantoorgebouw. Vlak daarnaast en slechts door zink­ platen gescheiden, doch met de daken in enge aanraking stond een paardestal, waarin op zekeren avond brand ontstond. Door het angstig getrappel van het paard werd de brand tijdig ontdekt en gebluscht, anders ware ongetwijfeld het kantoorgebouw mede verbrand. Ook dez e registers zijn geheel door mij nagezien en geordend en kregen op mijn verzoek een plaatsje in een gesloten blikken trommel. ') Bij â?¢ een bezoek aan de hoofdplaatsen. ïernate en Banda infor ' meerend naar dergelijke archieven aldaar, waren deze onvindbaar. 'Waar zijn ze gebleven? 2) Waarschijnlijk op die manier in haast opgeborgen na de groote. aardbeving. 3) Gabba gabba en atap = bladnerf en bladschijf van een palm­ soort, in drogen toestand uiterst brandbaar materiaal. Van de registers van den burg. stand te dier plaatse, op het residentie-kantoor berustend, was van eenige oude registers het papier zoo geel geworden en de inkt zoo verbleekt dat de namen bijna niet meer leesbaar waren. Te Serang in Bantam liet ik mij door de mede­ deelingen van den toenmaligen Resident (+ 1900) af­ schrikken â?? het feu sacré was er blijkbaar nog niet â?? een onderzoek in te stellen naar volgens diens zeggen nog aanwezige â??oude' (?) archieven. De bewaarplaats was één spinneweb en krioelde van allerlei ongedierte. Interessant zou het zijn in Indië te doen nagaan wat er overgebleven is van de oude kerkelijke doop- en trouwregisters ') der bestaande en niet.meer bestaande verschillende gemeenten. Meteen vergelijking daarnaast van den ouderdom dier gemeenten zou dez e lijst voor zich zelf spreken. Ik ben het daarom volkomen eens met de reeds geuite meening, dat het raadzamer zou zijn, wat er over is te deponeeren in het Landsarchief te Batavia, óf nog beter â?? méde gezien de geringe belangstelling ervoor in Indië en de steeds stijgende in Holland â?? dit in het Rijksarchief te 's-Gravenhage op te leggen en dat dez e maatregel uitgestrekt zou dienen te worden tot de oude weeskamer-archieven, alsmede de registers van den burg. stand tot b. v. -4- 1860, met bepaling dat slechts het archief van de laatste 60 jaren plaatselijk beschikbaar bleef. Moge ten slotte uitvoering worden gegeve n aan den wensch om zakelijke afschriften te verkrijgen der kerk­ registers van Vroegere Hollandsche bezittingen, nu onder Britsch en ander beheer. PH. LACH.DE BÃ?RE. Lijst -van vertrokken-lidmate n der Ned. Herv. Gemeent e te Delf t (1575-1581) , medegedeel d door J. W. F. STOPPELMAN. In n° 3 van dezen Jaargang gaf ik een lijst van te Delft begravenen voorkomende in een der lidmaten registers der Ned. Herv. Kerk dier gemeente. In hetzelfde register bevindt zich de volgende lijst van : Namen der lidtmatén der Ghemeijnte die om wettelicke oorsaecke n ver trocken zijn, attestatie van ons ghe nomen hebbende . A° 1575. In Augusto. Augustijn Pietersz. Vrowloo met zijn huisv., willende trecken in Enghelandt. 18 Sept. Geertgen Huijghen, hekelster, in Walcheren vertrocken bij haer kinderen, is nochtans hier ghebleven om des viandts wille. 20 Sept. Barbara van Copenbérch met haer dochter Jannetgen zijn tot Roterdam gaen woonen, om dat haer neeringhe daer beter gheleghen was. 28 Sept. Sarah huisv. van Wouter de bode, ghereist na Wesel ende Emden, om dat se hoorde dat haer man ghestorven was. vj. Octob. Trijntge Cornelisdr. inde Zeeperie is gaen woonen tot Roterdam, aldaer ghehijlickt zijnde, ende Op verscheidene door mij bezochte plaatsen waren zij niet meer aanwezig. '