329
330
een huis aantrof, als gevelsteen hetzelfde wapen ver
toonend waarmede Franciseus Mariinius zijn brieven
zegelt, op den gevelsteen is echter de troffel gedekt
door een kroon. Het huis, gelegen aan den Vloedijk
hoek Meeuwensteeg, wordt in de â??Voorloopige lijst der
Nederlandsche Monumenten van Geschiedenis en Kunst',
dl. VII, De Provincie Overijsel, 1923, blz. 97, aldus
beschreven: â??13 Vloedijk W(ijk) IV, 120 e). In den ge
pleisterden zijgevel (XVII B? d.i. 2d° helft der l7de
eeuw?) een baksteenen tandlijst. Gevelsteen met geÂ
kroonde troffel. Inwendig: betimmering XVII c (d.i.
3de kwartaal 17d0 eeuw) van een winkel en een daarÂ
achter gelegen vertrek, waartusschen een schot met
kleine ruitjes en een gesneden deur. Kamers met balken
zolderingen'. Mogen wij in dit huis het geboortehuis
zien van Franciseus Martinius? In ieder geval woonde
zijn moeder als weduwe er niét, immers Martinius schrijft
dd. 15 Juni 1635 uit Kampen (Ep p. 137/139) nadat hij
dus reeds benoemd was als leeraar aan de Latijnsche
school: â??Aliquandiu hic hactenus haesi in eligendo hos
pitio, neque enim apual matrem habere possum propter
distantiam neque apud D. Rectorem propter vicinitatem.
Quamobrem media via mihi incedendum fuit, ut et hosÂ
pitium et mensam conducerim apud Chirurgum quendam
in platea regia prope curiam (vgl. v. Slee blz. 41).
Deze chirurg woonde dus in de hoofdstraat (d.i. de
Oude Straat) in de nabijheid van het Stadhuis. De
Latijnsche school (thans Muziekschool) lag daar dichtbij,
grenzende aan de Broerkerk, doch even ver ligt deze
school van het huis Vloedijk 120. Nog vertelt van Slee
dat Martinius' moeder in 1642 bij hem kwam inwonen,
â??deels wegens eenige moeilijkheden die de oude vrouw
had met haar huis en tuin te Kampen', (blz. 69).
Ten slotte volgt hier het testament van Franciseus
Martinius' weduwe, dat ik op grond van een aanteeke
ning in de Her. Bibl. 1882, blz. 350 in het archief te
Kampen mocht ontdekken. Het is evenals alle testaÂ
menten uit dien tijd voor schepenen verleden en luidt
als volgt (Boeck van Testamenten 1651â??1657, fol. 208):
â??Den 8 Octob. 1656. De Eerw. Anna Verhage wed. van
Eerw. en hoochgeleerde Franciseus Martini, predicant
tot Epe, gesont van lichaem en bij goeden verstande,
geassisteert met R. van Breda secret(aris) haeren ge
coren en toegelatenen momber, heeft haer testament
ende uytterste wille gemaeckt in manieren naervolgende.
Eerstelijken geeft sij testa.trix de Boven en Buyten
kereke yder eene en den nootdruftigen Armen deser
stadt 2 ggl. eens, den gulden tot 28 st. Voorts institueert
sij tot haer eenige universele erffgen(aemen) haere
kinderen, met naemen Maria,' Marien ende Petrus
Martini, en daer dieselve sonder wettelijcken geboorte
quaemen te overlijden benoemt sij testatrix mede tot
haer universele erffgenaem haer suster Francijntien
Verhage off derselver kinderen in haer moeders stede,
legaterende in sodaenen cas de naeste vrunden van haer
mans sijde alsdan in leven sijnde vijffentwintich car(oli)
gul(den) eens, Peter, Marcus, Annigien, oock Jacob en
Verhage Cornelis yder hondert Car. gul, de gul(den)
tot 20 st. en dan noch drie hondert geïijeke Car. guld.
6) Abusievelijk is bij het overschilderen aan het huis thans het
ar. 126 gegeven,
aen Cornelis Henrix1) en desselffs huysvrow: gevende
daer en boven aen Annigien Cornelis voern(oem)t 2
ringen, een dubbelde hoep en een roossies rinck en twee
dosijn servetten en mede twee groote tafellaeckens van
de besten, den nootdruftigen Armen deser Stadt honÂ
dert Car. gul., en lestelijken aen Gretien Henrix oock
hondert Car.. gul., daer oock haer suster met derselver
kinderen, mede sonder lijves erven quaemen te verÂ
sterven, wil sij testatrix, dat, blijvende de gifte der
voorgedachte legaten in sijn viguer, haere andere on
vermaeckte goederen sullen gaen en keren aen de
naeste van haere bloetverwanten in leven sijnde: haere
kinderen nochtans in desen allen in haer legitima, haer
naer rechte competerende, onvercortet welcke aen dieÂ
selve bij desen vrij wordt voorgehouden. Sonder arge
list. Coram D. H. Vreese, W. J. Worst'.
Aan het eind van deze inleiding rest mij nog een
woord van dank uit te spreken aan het adres van de
hulpvaardige archivaris van Kampen, Mej. C. J. Welcker,
en van den Heer H. Nouwen, ambtenaar op het Am
sterdamsche Archief. Zonder hulp van den laatste is
het niet mogelijk in de notarieele protocollen, die uit
meer dan 10.000 folianten bestaan, de gewenschte acte
te vinden.
(Wordt vervolgd).
De oudste generaties van het geslacht Boo n
(Boon van Ostade),
door W. A. VAN RIJN.
Volgens de stamreeks in Ned. Patr. 1916, die â?? wat
de oudste generaties betreft â?? zonder eenige controle
van den Heer Vorsterman van Oyen werd overgenomen1),
zou de stamvader van dit geslacht zijn Maarten Boon,
hoogdijkheemraad van de Alblasserwaard, etc.
Als men nu weet dat Jan Boon (II) 3 Sept. 1680
voor de eerste maal te Gouda huwde en Maarten Boon (I)
10 Aug. 1653 te Oud Alblas werd gedoopt, dan is het
duidelijk, dat Jan Boon onmogelijk een zoon van Maarten
Boon kan geweest zijn.
Ware er behoorlijk onderzocht en getracht de huwe
lijksacten van Jan Boon op te sporen, dan zou men
hebben ontdekt, dat zijn vader Tennis heette.
Ik laat nu eerst beide acten uit de huwelijksregisters
van Gouda volgen.
â??(Ondertr.) den 18 Aug. 1680
Jan leunisz. Boon j.m. van Alblas, wonende aldaer
met Beatris Cornelis Otterlandt j.d. van Ameijda, wonende
in de Peperstraet.
Getrout den 3an September 1680.'
â??(Ondertr.) Den 15 Martij 1700
Jan Boon, weduwenr. van Beatrix Otlander in de
Peperstraat tot Gouda en Geertje Maas wed. van Willem
Vaandrager wonende tot Bodegraven
getr. te Bodegraven.'
De vader van Jan Boon en de verhouding tot MaarÂ
ten Boon leeren we kennen uit de volgende te DorÂ
drecht verleden acte.
7) Cornelis Hendricksz was een oom van de kinderen van Franciseus
Martinius (v. Slee blz. 95) en was ongetwijfeld de echtgenoot van
Fraricijntje Verhagen.
l) Zie Stam- en Wapenboek.