Heer Justus Kriex, 1646.

Gevierendeeld; I en IV in goud drie gesteelde kersen (krieken) van natuurlijke kleur, de stelen omlaag; II en III in azuur een lelie van goud; dekkleden: goud en keel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: een kersenboom van natuurlijke kleur.

Heer Nicolaus de Ridder, 1646.

In azuur een leeuw van goud, getongd en genageld van keel; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: een leeuw van het schild tussen een vlucht van azuur en goud.

Heer Gaspar Schade, 1646.

In sabel een dwarsbalk van goud; dekkleden en wrong: sabel en goud; helmteken: een vlucht volgens het schild.

Heer Johan Manart. B

Gevierendeeld; I en IV in azuur drie omgewende wassenaars van goud; II en III in keel een gaande eenhoorn van zilver, gehoornd van goud; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: de eenhoorn van het schild, uitkomend.