Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 29 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mr. Henrick de Wilt, ingekomen anno 1592, B, huysmeester Alreheijligen anno 1617, obiit 1625. Heeft die gasthuijs gemaeckt twee dusent gulden.

In keel een schuinbalk van zilver; in een vrijkwartier van azuur drie dubbele adelaars van goud, gebekt en gepoot van keel; dekkleden: goud en azuur; een helmkroon van drie bladeren en twee parelpunten; helmteken: een pauwenkop en -hals van natuurlijke kleur, geoogd, gebekt en gekuifd van goud.

Niclaes van Coddenoort, ingekomen anno 1596, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris 1598 tot den lesten augusti 1600, B, huysmeester Alreheijligen anno 1603, noothulpmeester vanden eersten septembris 1610 tot den lesten augusti 1612, obiit 29 juli 1616.

In zilver drie omgewende weerhaken van sabel; dekkleden en wrong: sabel en zilver; helmteken: twee armen van natuurlijke kleur, gekleed als berenpoten van sabel, tezamen houdende een bol van keel.

Anthonis van Haeften, ingekomen anno 1594, huysmeester Alreheijligen anno 1605 ende anno 1614, B, noothulpmeester vanden eersten septembris 1616 tot den lesten augusti 1618.

In keel drie palen van paalvair en in een schildhoofd van goud een barensteel van sabel; dekkleden: goud en sabel; een helmkroon van drie bladeren en twee parelpunten; twee gebogen paardenbenen van sabel met hoefijzers van goud.

Eduwaert van Hemert, ingekomen anno 1596, huysmeester Alreheijligen anno 1600 ende anno 1601, B.

In goud een kruis van keel; dekkleden en wrong: keel en goud; helmteken: twee klarinetten van keel met vingergaten van goud, komende uit een muts van keel.