Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 31 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Johan van Zevender, ingekomen anno 1607, quartiermeester van den noodthulp vanden eersten septembris anno 1612 tot den lesten augustus 1614, B, obiit 29 maij 1620.

In goud twee beurtelings gekanteelde dwarsbalken van sabel; dekkleden: sabel en goud; een helmkroon van drie bladeren en twee parelpunten; helmteken: een olifantskop en -hals van zilver, geslagtand van goud.

Mr. Peter van Neerden, ingekomen anno 1608.

In sabel een hoekige dwarsbalk, vergezeld van drie sterren, alles van goud; dekkleden en wrong: sabel en goud; helmteken: een ster van het schild, los tussen een vlucht van sabel en goud.

Mr. Jacob van der Burch, ingekomen anno 1607, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1620 tot den lesten augusti 1622, B, obiit 1624.

In goud een linkerschuinbalk van keel, rechtsboven vergezeld van een uit twee gekanteelde verdiepingen bestaande toren van keel, geopend van het veld, de deuropening zilver omrand; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: de toren van het schild tussen een vlucht van goud.

Anthonis van Dalen, ingekomen anno 1608, quartiermeester van den noothulp vanden eersten septembris anno 1614 tot den lesten augusti 1616, huysmeester van Alreheijligen 1626 tot Alreheijligen 1627 en van Alreheijligen 1634 tot Alreheijligen 1635, obiit [bladrand afgesneden].

Doorsneden; I in goud zeven hermelijnstaartjes van sabel, geplaatst vier en drie; II effen keel; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een vlucht volgens het schild.