Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 35v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mattheus de Pauw, ingekomen anno 1634 als gheestelijcke Br. nae sijne resignatie geworden weerlijcke Br., huysmeester van Alderheijligen 1638 tot Alderheijligen 1639. B. Obiit.

In goud een pauw van natuurlijke kleur, staande op een grasgrond; dekkleden en wrong: azuur en goud; helmteken: de pauw van het schild.

Gerard van Leeuwen, ingekomen anno 1638. B. Obiit.

In zilver een leeuw van keel, getongd en genageld van goud; dekkleden en wrong: keel en zilver; helmteken: de leeuw van het schild, uitkomend tussen een vlucht van zilver.

Frans van de Poll, ingekomen anno 1637, B. quartiermeester van den noothulp van anno 1638 ende 1639, huysmeester van Alderheijligen 1648 tot Alderheijligen 1649. Obiit.

Gedeeld; I in goud een dwarsbalk van sabel, vergezeld van drie ruiten van keel; II in azuur boven drie naast elkaar geplaatste lelies, beneden een zwemmende bot, alles van zilver; dekkleden en wrong: keel en goud; helmteken: een leeuw van keel, komende uit een mand van goud.

Johan Strick ingekomen anno 1638, quartiermeester van den noothulp van anno 1640 ende 1641, huysmeester van Alderheijligen 1644 tot Alderheijligen [niet ingevuld; 1645].

Gevierendeeld; I en IV in zilver drie merletten van sabel; II en III in keel een schuinbalk van zilver; in een hartschild van azuur een lelie van goud; dekkleden en wrong: sabel en zilver; helmteken: een struisvogelkop en -hals van zilver, houdende een hoefijzer van azuur in de bek, tussen een baniervlucht van sabel en zilver.