Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 36 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Mr. Gielis van der Egge, B., ingekomen anno 1639, huysmeester van Alderheijligen 1643 tot Alderheijligen 1644. Obiit

Doorsneden; I in keel drie korenschoven van goud; II in goud een eg van sabel; dekkleden en wrong: keel en goud; helmteken: een korenschoof van het schild tussen een vlucht van keel en goud.

Dr. Cornelis Boot, B., ingekomen anno 1639.

In goud een springend hert van sabel; dekkleden: goud en sabel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: het hert van het schild, uitkomend.

Cornelis van Wijckersloot, B., ingekomen anno 1639, quartiermeester van den noothulp van anno 1642 tot 1643. Obiit.

In azuur drie schaaktorens [bemmels] van zilver; dekkleden en wrong: azuur en zilver; helmteken: een knoestige boomstronk van sinopel.

Cornelis Quint, B., ingekomen anno 1639, huysmeester van Alderheijligen 1642 tot Alderheijligen 1643. Obiit.

In zilver een keper van keel, vergezeld van drie klaverbladen van sinopel; dekkleden en wrong: zilver en keel; helmteken: de keper van het schild tussen een vlucht van zilver.