Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 51v >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Jan de Waal junior, ingekomen anno 1728.

In goud vijf turven van keel, geplaatst drie en twee; dekkleden en wrong: goud en keel; helmteken: een turf van het schild, los tussen een vlucht van goud en keel.

Willem Hendrik van Renesse, ingekomen anno 1729.

In keel, bezaaid met liggende blokjes van goud, een aanziende leeuw van goud, getongd van keel; dekkleden: goud en keel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: een stierenkop en -hals van zilver, gehoornd van goud.

Maurits grave van Nassau, heer van Driebergen, ingekomen anno 1728.

Gevierendeeld; I in azuur, bezaaid met blokjes van goud, een leeuw van goud; II in goud een aanziende leeuw van keel, gekroond, getongd en genageld van azuur; III in keel een dwarsbalk van zilver; IV in keel twee aanziende gaande leeuwen van goud, getongd van keel; in een hartschild van zilver een leeuw van sabel, getongd en genageld van keel; dekkleden: rechts azuur en goud, links keel en goud; een helmkroon van drie bladeren en twee parels.

Leonard Taats van Amerongen, ingekomen 1729.

In zilver een dwarsbalk van keel; dekkleden en wrong: zilver en keel; helmteken: een vrouwenbuste van natuurlijke kleur met lang haar, gekleed volgens het schild.