Wapenboek van het St. Bartholomeus gasthuis te Utrecht 1407-1814

< Folio 77 >

Transcriptie en wapenbeschrijvingen

Barthold de Geer, ingekomen anno 1782.

In zilver vijf aaneengesloten, de schildranden rakende spitsruiten van keel, de middelste beladen met drie lelies van goud; dekkleden: zilver en keel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: een aanziende ramskop en -hals van zilver, gehoornd en gehalsband van goud.

Mr. Nicolaas Theodorus van Voorst, ingekomen anno 1783.

In goud een klimmende ram van sabel, gehoornd en gehoefd van zilver; dekkleden en wrong: goud en sabel; helmteken: een uitkomende vrouw van natuurlijke kleur, met lang blond haar, gekleed in een jurk van sabel met ceintuur van goud, houdende een bokaal van zilver, gevuld met wijn van natuurlijke kleur, opgeheven in de rechter- en een schenkkan van zilver in de linkerhand.

Jan Louis Testas, ingekomen anno 1784.

In goud een dubbele adelaar van sabel; dekkleden en wrong: sabel en goud.

Abel Coenders, ingekomen anno 1783.

Gevierendeeld; I en IV in zilver twee toegewende heraldische antilopen van sabel met afhangende hoorns en gehoefd van goud, de hoeven van de beide voorpoten en de achterste achterpoot tegen elkaar geplaatst; II en III in azuur twee boven elkaar geplaatste kronen van drie bladeren van goud; dekkleden: zilver en sabel; een helmkroon van drie bladeren en twee parels; helmteken: een antilope van het schild, uitkomend.