Forum Replies Created
-
AuthorPosts
-
V.A.J.Participant
Via Google kwam ik op de site van de gemeente (www.veendam.nl) het volgende tegen over de Raadzaal:
“Op de glas-in-loodramen zijn familiewapens afgebeeld van personen die hebben bijgedragen of een belangrijk aandeel hebben gehad in het bestuur of de ontwikkeling van Veendam. Ook in de kamer van de burgemeester zijn enkele glas-in-loodramen te vinden, met prachtige termen als ‘Het is beter gezwegen, als hinder door de praat gekregen’ en ‘Een wijs besluit, ziet ver vooruit’.”
Met een e-mail aan de gemeente kan men u wellicht aan de namen van deze personen helpen.
Anja ErkenParticipantEr schijnt een stamboom al te bestaan van de fam. de la fosse. maar er moet een conectie bestaan met de fam. ter smitten.alida johanna de la fosse geboren op 2mrt 1873 was getrouwd met c h j ter smitten geboren op21 aug.1873.weet iemand er iets van?
Martha Jacobs-ZonneveldParticipantAart van de Graaf(f) geboren in Drumpt of Wadenoijen (vlg. archief R’dam) was zoon van Jacoba Eterman en Gerrit van de Graaf en had 2 zusters (Gesina en Maria Sofia) en broer (Adrianus). Hij is 1e x getrouwd met Merrigje ’t Hoen en 2e x met Gerhardina Harmeijer.
Ik ben zelf bezig met stamboom Eterman (mijn moeder was een Eterman). Als u verdere gegevens wenst kunt u mij mailen. Hartelijke groeten.K.J. SlijkermanParticipantWie kan er aanvullende informatie verstrekken over de afstamming van Barent (Barnaert) Gerritsz. van Hessel, bastaard, geb. 1541/’42, akte van legitimatie 15-3-1601, baljuw en schout van de baronie Liesveld (1577-1582, ca. 1604), schout van Nieuwpoort (1606), burger van Nieuwpoort (sedert jan. 1595), leenman van Liesveld te Groot-Ammers, woonde te Gelkenis (1592, 1601), overl. tussen 4-9-1612 en 18-7-1616, tr. 1e naar schatting 1570 Maria Adriaensdr., tr. 2e Aeffken Jans Nijtersdr.
Hij was een zoon van Gerrit Allertsz. van Hessel, pastoor van Willige-Langerak bij diens langjarige bijzit Hilligen Barentsdr. de Bruijn, met wie hij te Schoonhoven woonde.Tevens nadere informatie gevraagd over de genoemde vrouwen.
François MaelsonParticipantWie kan mij helpen aan informatie over het wapenschild van François Maelson (eigenlijke naam Frans Maakschoon, pensionaris van Enkhuizen, overleden voor 1602. Volgens een tweetal Latijnse gedichten zou het familiewapen een tekening van een haas, een hond en een zwaan bevatten. Ik kan echter slechts een wapenschild in goud en zilver met drie rozetten vinden. Bij voorbaat dank.
R.J. van der MaalParticipantDe portretprent van François Maelson door Jan Wierix uit 1592 toont volgens de documentatie van het RKD (database portaits)het wapen met drie rozen. Ook de heraldische collectie Muschart bij het Centraal Bureau voor Genealogie vermeldt op deze familienaam enkel wapens met drie bloemen (rozen)en ook op een gevelsteen aan de Kade in Enkhuizen komt dit wapen voor(www.gevelstenen.net). Moet het Latijnse vers misschien anders geduid worden?
ChrisParticipantDe “suffix” in(c)k duidt op afstamming uit de boerenstand (een bepaalde destijds bekende hoeve). Dit wellicht ten overvloede….
Anton C. ZevenParticipantIn 2004 werd door de Finse Post 4 postzegels uitgegeven nav. het onderzoek van het wrak van het schip ‘Vrouw Maria’, liggende op de bodem van de Botnische Golf. Op 1 van de postzegels wordt een roestig(laken)loodje afgebeeld. Het toont een merk bestaande uit een dubbele V of een W op een vert. staaf, en rechts en links vergezeld van iets onduidelijks. Als tekst mogelijk LEYDEN en als omschrift eveneens mogelijk FABR-ADIW–ANLELV-LD&FIGLI.II: Graag informatie over dit loodje.
mr P.J. SchultheissParticipantGeachte lezer,
Ik ben op zoek naar nadere gegevens over, en voorouders van, Elisabeth van Brecht.
Zij was getrouwd met Cornelius Costius (Kost), geboren ca. 1615 te Arnhem en overleden 1678 te Helmond waar hij toen predikant was.
Elisabeth was eerder gehuwd met de eerste secretaris van het Hof van Bohemen en zou een adellijke dame zijn geweest. Dit volgens J.G. Kist in de Nederlandsche Leeuw XXXIII (1915), nr. 3, kolom 349. Helaas noemt Kist noch de naam van die eerste secretaris, noch zijn bronnen.
Mevrouw dra Nadine Akkerman, die op 18 november a.s. aan de VU hoopt te promoveren op haar onderzoek naar ‘The Letters of A Stuart Princess: The Correspondence of Elizabeth Stuart, Electress Palatine of the Rhine, and Queen of Bohemia’ (1), vond voor mij een aantal namen van heren die deze functie bekleedden (aannemende dat het moet gaan om een secretaris die dienst deed in de jaren 1620-1630): ‘In de jaren 1620 had Frederick V de volgende secretarissen in dienst: Mr. Hugnes, Bouchel, en Bringel. Ze waren verantwoordelijk voor de Franse correspondentie. Helaas is er nog niet veel bekend over deze mannen, zelfs hun voornamen niet. Ludwig Camerarius begon ook als
secretaris en was verantwoordelijk voor de Latijnse correspondentie. En dan is er nog een Dieterich Erckenbrecht die stierf in 1642’.Aangezien Ludwig Camararius (1573-1651) gehuwd was met Anna Maria Modesta Pastoir en overigens overleed na geboorte van de kinderen van Cornelius en Elisabeth, laat ik hem buiten beschouwing (2). Ik eerste instantie probeer ik daarom meer te achterhalen over Dieterich Erckenbrecht. Deze Dieterich is in de genealogie van de familie Erckenbrecht (3) niet te vinden en navraag bij die familie leert dat zij hem ook niet kennen. Ook verder kan ik hem nergens vinden (4) en zeker geen verbinding met Elisabeth van Brecht.
Cornelius Costius en zijn huisvrouw Elisabeth kregen in ieder geval drie kinderen:
Johannes Costius, geboren te Almen (bij Zutphen) in 1644 en overleden te ‘s-Gravenhage in 1691 (hij werd net als zijn vader predikant en stond, wederom evenals zijn vader (5), niet bepaald goed aangeschreven);
Judith Costius, schrijfster van een pamflet getiteld ‘Troost ter begraaffenisse op het zalige overlyden van Maria Stuart’ (‘s-Gravenhage 1695); en
Anna Elisabeth, geboren in 1645 (of 1643) en overleden in 1719.Anna zou wegens de gedurige vechterijen harer ouders het huis verlaten hebben en op 1 februari 1674 ten huize van Baron Quadt tot Wickerath, heer van Hemert, te Wichrat hebben gewoond.
Net als haar zuster Judith schreef zij ook gedichten. Het enige, echter, dat van haar hand bekend is, is een inscriptie ‘Almagtig Godt, en Heer Dit alleen ik begeer Dat alles wat ik leer Mag strecken tot Uw Eer’ in een exemplaar van Willem d’Orvilles ‘Geestelyke klaag-liederen en gesangen'(6).
Zij trouwde in 1684 met Joachim Burchard(us), later rector van de Latijnse school van Brielle. De ouders van deze Joachim, lijkt het, waren Philippus Burchard en Susanna Maria d’Orville. En de grootvader van Susanna Maria d’Orville was, naar het lijkt, de bovengenoemde Ludwig Camararius!
Maar: van de ouders van Elisabeth van Brecht dus geen enkel spoor! Enig “googelen” lever weliswaar dames met deze naam op (onder meer als echtgenote van een Christophe Speckouwers en als dochter van Mercelis van Brecht uit ‘s-Hertogenbosch), maar niets dat leidt naar kringen rond het hof van de ‘winterkoning’ Friederich V (van de Pfalz) van Bohemen.
Ik hoop dat iemand mij verder kan helpen en bijvoorbeeld weet waarop Kist zijn stelling in bovengenoemd artikel baseerde. Als wij Elisabeths eerdere huwelijk kennen, dan is wellicht haar geboorteplaats te achterhalen. En daarmee haar doop en ouders.
Mijn dank voor welke nadere informatie dan ook!
Met vriendelijke groet,
Jan Schultheiss(1) zie http://www.huizingainstituut.nl/archive/2008/10/28/Promotie_Nadine_Akkerman_(VU)
(2) Het huwelijk tussen Cornelius en Elisabeth is nergens in DTB te vinden. Het vond wellicht plaats in Dorth of Almen in de tijd dat Cornelius daar predikant was. Helaas was hij een slecht administrateur: precies voor de periode dat hij daar als hervormd predikant stond, ontbreken de DTB…
(3) Marieluise Erckenbrecht, Chronik der Familie Erckenbrecht (Göttingen 2005) op http://www.erckenbrecht.de/chronik/chronik.pdf Deze familie heeft ovetigens wel weer takken in de Pfalz (Heidelberg, Hanau) waar ook de Burchards en Camararii verwantschappen hebben liggen.
(4) Ik vond enkel een verwijzing naar hem, met de voornaam Diederik, in Dr Johannes Pieter Arend, Algemeene geschiedenis des vaderlands, van de vroegste tijden tot op heden, Derde deel: van het jaar 1581 tot 1793, Derde stuk (Amsterdam 1860), 493
(5) Cornelius was de zoon van Johan Cost, een leraar aan de Latijnse school te Arnhem, en Judith Elbergs. Hij (Cornelis Cost Johansz.) verkreeg in 1632 van de raad van Arnhem een beurs om te gaan studeren (A.J. van der Ven, Een Arnhemsche studiebeurs, Bijlage 3 – Naamlijst studiebeurzen bestemd voor studenten in artibus hebben genoten, Gelre 1927 [XXX], 58). Hij was predikant op Huis Dorth bij Zutphen in 1641 en te Almen (ook bij Zutphen) in 1642. Vertrok in 1648 naar Helmond. Zie ook A.M. Frenken, Helmond in het verleden, Helmond 1928 (nadruk 1975), 127-132.
(6) Annelies de Jeu, ’t spoor der dichteressen: netwerken en publicatiemogelijkheden van schrijvende vrouwen in de Republiek (1600-1750) (Hilversum: Uitgeverij Verloren, 2000), 126-127 en E. Stronks, Stochten of schitteren. De poezie van zeventiende-eeuwse gereformeerde predikanten (Houten 1996), 104-105.Philip van DaelParticipantGeachte lezer,
Betreffende enige Hugenoten-kwartieren ben ik op zoek naar Marie Burgead :
Elie (de) Royère, ministre au synode provincial de Monpazier (1668), ministre de La Calevie, ministre de La Monzie (1679/80), ministre de Libourne (1682/85). Lors de la Révocation Elie, son premier femme, Anne de Brianson (fille ainée de Jean de Brianson, chevalier, seigneur de Perrou, et de Marguerite de Pinaud) et leurs deux filles gagnérent la Hollande en novembre 1685. On les signale à Amsterdam et puis à Gouda en 1686. Une des filles mourut et la femme d´Elie, ainsi que la fille survivante rentrérent en France oû la fille confiée aux frais de son grand-pére, aux Dames de la Foi de Bergerac. Elie se serait remarié (1686/1690 ?) Marie Burgeaud du Vivier des Ouches (mourut à Amsterdam en 1735) et il mourut à Gouda en 1731.
Uit het eerste huwelijk werden twee dochters geboren, in Bergerac en in Libourne, bij Bordeaux. Uit het tweede huwelijk werden vijf kinderen geboren, allen te Gouda gedoopt.
Ik ben op zoek naar het huwelijk van Elie (de) Royère met Marie Burgeaud (du Vivier des Ouches) ten einde haar herkomst te kunnen achterhalen. Tevens geïnteresseerd naar andere naamgenoten hier in Nederland, in de periode tot twintig/dertig jaren na de herroeping van het Edict van Nantes (okt. 1685).
De naam kan voorkomen in meerdere varianten, zoals Bur/Beur gaud/geaud/got, etc. Marie komt voornamelijk alleen voor zonder « du Vivier des Ouches », waarmee ze ondermeer wel bij haar overlijden in Amsterdam vermeld staat en die waarschijnlijk verwijzen naar grondbezit van (naaste) familie in Frankrijk ( du Vivier en des Ouches zijn echter zo algemeen dat dat jammergenoeg niet helpt bij het vinden van Marie’s herkomst).
Geïnteresseerden in Elie Royère’s familie in Frankrijk kunnen eventueel contact met mij opnemen.
Ik ben zeer benieuwd naar uw reacties !
Met vriendelijke groet,
Philip van Dael.Armando FramariniParticipantLooking for familiewapen for van Soldt and name of the Soldt it was given to.
Ineke BlokParticipantMijn moeder haar grootouders komen uit Friesland nu moet er ergens in een kerk een wapenschild zijn van de fam Rosenberg. weet iemand hoe ik dit kan vinden alvast bedankt
mr P.J. SchultheissParticipantIk heb ook getracht te bezien of wellicht Elisabeth van Brecht gelieerd zou kunnen zijn aan de Bossche familie met die naam.
Op 17 december 1607 werd te ‘s-Hertogenbosch in de St. Jan een Elisabeth van Brecht gedoopt als dochter van Abraham van Brecht en Margriet van Dael (?). Abraham zou een jonker zijn geweest (en Kist verwijst in Nederlandsche Leeuw 1938, kolom 308, naar Elisabeth met het predicaat jonkvrouwe).
Echter ….: afgezien van het feit dat ik nog geen verdere gegevens over deze Elisabeth heb gevonden, en dus met name niet haar eerste huwelijk met een secretaris van het Hof van Bohemen, lijkt het mij zeer onwaarschijnlijk dat dit de door mij gezochte Elisabeth is.
Zij werd namelijk rooms-katholiek gedoopt hetgeen mij toch een behoorlijk obstakel lijkt om zo’n 33 jaar later met een hervormd predikant in het huwelijk te treden (een predikant nota bene die onder begeleiding van de gewapende macht in 1648 de -overigens blijkbaar nogal vervallen- pastorie van Helmond betrok…). En ook ging ik er eigenlijk een beetje van uit dat Kist met zijn verwijzing naar het ‘Hof van Bohemen’ eigenlijk doelde op het hof van de zogenaamde Winterkoning, Friedrich V van de Pfalz. Deze was van november 1619 tot zijn vlucht naar Nederland na het verliezen van de slag op de Witte Berg bij Praag op 8 november 1620 immers koning van dit land. En een zeer hervormd koning bovendien, zodat ik er voetstoots van uit ging dat Elisabeth van Brecht met een eveneens hervormd secretaris getrouwd moet zijn geweest.
Tot slot is de Bossche Elisabeth van Brecht ook nog eens zo’n acht jaar ouder dan Cornelius Costius, in die tijd ook al niet zo heel gebruikelijk.
Maar … een wisseling van geloof behoort natuurlijk tot de mogelijkheden, dus ik probeer alle aanknopingspunten te onderzoeken. En ben daarbij dankbaar voor iedere hulp die ik daarbij verkrijg!
R.J. van der MaalParticipantIn het Jaarboek CBG 1992, p. 128 wordt een Dietrich Erkenbrecht vermeldt, Amtmann, “conseiller de Madale la Régente” (Catharina Belgica, graving van Hanau, prinses van Oranje), begr. N.-Hanau 31 jan. 1656, wedr. van Marie Fran,cois, tr. N.-Hanau 21 febr. 1639 Marie Toussaint, geb. Heidelberg 20 juli 1608, begr. 10 mei 1676, dr. van Paul Toussaint en Anne d’Orville.
Mogelijk betreft het hier een andere Dietrich, gezien het afwijkende sterfjaar (1656 i.p.v. 1642). Mocht 1642 een foutief sterfjaar zijn, dan valt deze persoon ook af als eerste echtgenoot van Elisabeth van Brecht vanwege onverenigbaarheid met de geboortedata van de kinderen Costius-van Brecht.
De naam D’Orville noemt u ook in verband met Judith Costius en de familie Burchard.Zie voor de familie Erkenbrecht in Hanau ook de publicatie Genealogische Nachrichten über einige der ältesten Familien der Neustadt Hanau, door Dr. A. von den Velden, Weimar 1901.
V.A.J.ParticipantHet vierde zegel (S. JOANNES : BAPTISTA : ORA : PRO : NOBIS) zou van een parochie kunnen zijn. Het eerste zegel (SIGILLUM : CURIAE : CENS : IN : ST JOOST : ROOSTR) komt uit Limburg en hangt ook samen met de kerkelijk historie aldaar. Zie daarvoor: Publications de la Société historique et archéologique dans le Limbourg 1880
-
AuthorPosts