De Nederlandsche Leeuw, jaargang 1 (1883)

J. H. L. F. van Franck . . . 's-Gravenhage. Mr. P. F. Besier. . . . . . Maastricht Mr. C. J. E. graaf van Bijlandt. 's-Gravenhage. Mr. A. J. Enschedé. . . . . Haarlem. J. H. van Duinen . , . . . Muiderberg. Jhr. V. J. G. Beelaerts van Blok­ â?? 27 â?? land 's-Gravenhage. Alph. Goovaerts Antwerpen. Pierre J. E. van Loon. . . . id., F. G. Waller . Amsterdam. L. J. A. Braakenburg . . . . Leiden. â?¢S. Beekkerk Leeuwarden. P T. Bogaard .. id. Jhr. F. van Bevervoorden tot Olde- meule Amsterdam. S. J. L. baron Creutz .... Arnhem. J. A. van der Poest Clement . Amsterdam. Mr. P. L. de Gavere .... Groningen. W. J. Huygens 's-Gravenhage. A. G. Westerouën van Meeteren. id W. E. C. Moens Lymington (Engeland). Fr. D. O. ^Obreen Amsterdam. Mr. Th. L. L. Prins ... . Haarlem. Mr. P. A. Tenckinck .... Amsterdam. Mr. J. Nanninga Uitterdijk . . Kampen. *E L. Umbgrove Utrecht. Mr. J. J. de Vries ...... Twello. J. C. de Waart ...... Dordrecht. J. D. Wagner Arnhem. G. J. Boekenoogen Wormerveer. A. C. Bondam Groningen. Jhr. J. F. L. Coenen van 's Gra- vesloot Utrecht. J. W. C. del Court van Krimpen Haarlem. P. N. van Doorninck .... id. J. G. de Groot Jamin Jr. . . Amsterdam. W. de Jong 's-Gravenhage. Mr. K. J. 'F. C. Kneppelhout van Sterkenburg Utrecht. W. L. Koopmans Wormerveer. Mr. K. M. G. de Meijier. . . Arnhem. Mr. N. F. van Nooten. . . . Utrecht. J. J. van Oordt. . . . . - . Zeist. A. A. Reepmaker Brielle. J. C. F. van Sandick .... Deventer. Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van IJsselt 's- Hertogenbosch. J. M. C van Blaauw Sonnevelt van den Bergh Haarlem. Anth. E. Grolman Utrecht. Mr. D. Engelberts Vorden. G. H. J. C. Eschaazier . . . Amsterdam. Mr. B. F. W. von Brücken Fock Wiesbaden. W. de Haas IJzendoorn. A. IJ. Krook van Harpen. . . Amsterdam. L. A. F. H. baron van Heeckeren Zutphcn. C. C. Hoffmann ' . Maastricht. J. A. Koopmans Nijmegen. P. A- N. S. van Meurs . . . Utrecht. Mr. J. I. D. Nepveu .... id. J. Wenning Yzn. . ... Leeuwarden. J. H. J. van Wageningen thoe Dekema . . id. Het maandblad wordt in ruil gezonden aan: Verein Adler Weenen. // Greif Berlijn. Koninklijke Bibliotheek . . . 's-Gravenhage. Maasgouw . Maastricht. Portefeuille Amsterdam. Genealogiën samengesteld door de gebroeders van Atteveld. In het midden der XVII eeuw woonden te Utrecht de gebroeders H. en J. van Atteveld , de een was advocaat en­ de ander kunstschilder. Zij waren beiden vlijtige beoefenaars der geslachtrekenkunde en een aantal door hen vervaardigde en met gekleurde wapens versierde geslachtregisters zijn nog bij verschillende personen aanwezig. De ontwerpen en genea­ logische aanteekeningen, waaruit die opgemaakt zijn, be­ rusten op het Provinciaal .archief te Utrecht. Daar zij voor­ namelijk naar authentieke bronnen zijn samengesteld, zijn deze aanteekeningen van veel belang. Niet alle ontwerpen zijn evenwel geschikt om in druk te worden uitgegeven, daar bij vele genealogiën de aansluiting gemist, wordt. Bij de meeste der daarin voorkomende personen en gebeur­ tenissen zijn dé bronnen aangewezen, doch wegens de ver­ schillende verkortingen niet- altijd even duidelijk. Het zijn waarschijnlijk de boeken, die in het werk van J. Burman, getiteld: UtrechtscJie Jaarboeken van de XFe eeuw, in het voorbericht vermeld zijn, benevens de leen registers. Ik geef ze dus zoo als ik die gevonden heb, doch met eenige aanvullingen uit bronnen, die öf niet door de van Atteveld's geraadpleegd zijn, öf eerst later bekend zijn geworden. VAN LANSCEOON. Het geslacht van Lauscroon, ook Lantscroon, Lanscrone, Landskroon of Lantskroon geschreven, is een der oude Utrechtsche geslachten, waarvan vele schrijvers melding maken en die in de regeering der stad Utrecht eene voorname . plaats bekleed hebben. ' Het wapen is in goud drie zwarte kroonen (zie de Wapen: haart der Oude Fdele en Aanzienlijke Geslachten des Stichis van Utrecht, enz. door Willem Langerack). In het wapenboek van J3. Barkhuis, dat op de heraldieke tentoonstelling te 's-Gravenhage, onder N°. 3184 tentoongesteld was en dat in 1710 vervaardigd werd, is de helm gekroond met de in Holland vroeger in gebruik zijnde kroon van drie bladeren en twee paarlen (Fransche markiezenkroon) en het helmteeken twee uitkomende zwarte beerenpooten, in iedere klauw een gouden bal houdende. De klauwen dienen uit een gouden kuip met drie zwarte hoepels te komen. De kroonen in het schild worden in het Armorial van J. B. Rietstap opgegeven als //de sable ou d'azur*, en daar deze beide kleuren ook veel gebruikt worden om aan te duiden dat de aldus gekleurde voorwerpen van ijzer zijn, zoo zou men hieruit kunnen opmaken, dat deze kroonen misschien een versierde voorstelling waren van de vroegere stompe lanspunten ('), die op sommige steekspelen gebruikt werden en welke figuren ook in wapens voorkomen, onder anderen (') Deze stompe lanspunten «Krönl» genaamd, vindt men o. a. afgebeeld in het prachtig plaatwerk, «Freydal des Kaisers Maxi miüan I Turniere und Mummereien, Wien 1880», alwaar men op blz. VIII van de daarbij behoorende beschrijving leest: «Item Es sollen sein III Rennen, in der gestalt das ainer ain Krönl der ander ainen scharfen Rennspiess hab»