â?? 23 â??
1660. Bij zijne echtgenoot Maria van Cromstryen, had hij
te Oostburg zeven kinderen.
(8) Ueze tombe zal wel nit-ts anders zijn dan een gemetÂ
seld graf, waar ook zijn zoon Christiaan reeds in lag. Er is
althans nu geen spoor eener tombe meer te ontdekken.
(9) Mijn vriend, de Heer Secretaris van Oostburg
L. Ikery Mz , schrijft mij dat het doopboek an 1624â?? 1638,
even als het trouwboek van 1633â??1698 , verloren is geraakt.
ZEd. vermoedt, dat Maria dochter is van baljuw David
Coolhans, overl. 19 Mei 1668 en van Susanna Vincense,
oerl. 4 Juni 1698.
(10) Geslacht Loke voerde: «in zilver op groenen grasÂ
grond , een dito gestengelde en gebladerde gouden lelie.''
(11) In de lijst der ingeschreven Leidsche studenten komt
nog voor Jnc. de Buvre Elandrus M. 11 Eebr.' 1723. Is
deze een de Buvry en niet identisch met .Iscob' de B. geb.
te Sluis, dan ken ik hem niet.
(12) Te Batavia overl. 6 Juni 1759 de onderkoopman
en tweede administrateur in den grooten winkel te Batavia,
Christiaan Jacob de Buvry van Groenenberg.
Te 's-Gravenhage, overl. 23 Now 1878 Jhr. Pieter Joan
Adriaan de Buvry de Mauregnault, geb. te Veere 18 Sept
1794, gepensioneerd majoor der artillerie, versierd met het
metalen kruis en de Waterloo-medalje, doordien de eenige
zoon zijns broeders Jhr. Willem Erederik de Mauregnault
geh. met Angenita Theodora Eilbracht, bij den doop den
uitgestorven naam ontving en zich dus noemt en schrijft
Jhr. Pieter Daniël Johan de Buvry de Mauregnault, leeft
die naam tot heden voort in de oude Zeeuwsche (Veersche)
familie de Mauregnault.
(13) Te Veere deden ondertr. 26 Sept. 1587 Cornelis
Velters fs Adriaan en Tanneken Lamsens, beide van
Oostende. Hunne dochter Dina Velters j.d. van Veere
huwde aldaar 1 Dec. 1613 Cornelis Danckaerts j.m. van
Sluis (get. Egbert Jobsen en Tanneken Lamsen). Hun zoon
Cornelis Danckaerts j.m.. van Veere huwde 5 Nov. 1641
Adriana Beuckelaers j.d. van Haamstede (get. Corn.
Danckaerts en Dina Velters, Mr. Cornelis Beuckelaer en
Anna de Witte, vader en moeder der bruid).
(14) Huize Molenberg. Deze buitenplaats der familie de
Huybert lag niet ver van de plaats, waar eenmaal Westen
schouwen gelegen heeft. Zie Tegenwoordige staat aller volÂ
keren XX, blz. 386.
(15) - Op dit huw. maakte Joan van Alphen een gedicht:
«Egt-toorts aangestoken Op het huwelijk van den Wel Ed.
Heer d'Heer en Mr. Cornelis de Buvry Ende de Wel.Ed.
Juffrou Mejufï'r. Adriana Maria de Hubert op den 15 Mei
1711, door Johan van Alphen.* Gedrukt te Veere bij Jan
de Paaynaar de JoHge Hoek en Papier verkooper op de marct.
En toen Cornelis de Buvry 24 Sept. 1690 //overging in
het 4e jaer sijns ouderdoms,' had zijne moei S. C. de
Buvry een «Croon-digt* op hem gemaakt.
's-Gravenhage, Maart 1884. EKED. GAXAN».
De ellendige en andere gevoegde broederschappen
te Nijmegen (1).
(MET EENE PLAAT).
De stichting van alle deze broederschappen is niet met
juistheid uit te maken en verliest zich in de nacht der
(l) Door welwillende tnsschenkomst Tan den heer Th. H. A. J. Abeleven,
den kundigen beheerder van het gemeente-museum te Nijmegen, had het
tijden. Oudtijds werden daarin opgenomen geestelijken en
wereldlijke personen van een onbesproken levenswandel
en bekwaam om te communiceeren, tevens met beloften
van de instellingen en regelen der Broederschappen stiptelijk
te zullen volgen. De Paus gaf veelal bij de oprichting
approbatie en er werd geregeerd door meesteren. GeschiedÂ
kundig zeker is het bestaan van acht broederschappen,
onderscheiden in drie groote en vijf kleine (2) Onder de
groote broederschappen werden geteld die van den Heiligen
Geest, van het Heilige Kruis, en de- St. MicMels broeder
seliap genaamd der Ã?llendigen. De kleinere waren, die van
het Heilige Sacrament, van St. Jacob, St. Barbara, St. Olof
en der Lieve Vrouw, terwijl tevens nog melding gemaakt
wordt van die van St. Geertruid, St. Anthonie en St. Peters.
De meesteren der drie groote en vijf kleine broederÂ
schappen voormeld, werden even als de boekhouders en
meesters van Ambten en Gilden, meermalen geraadpleegd
door den Magistraat in zaken de stedelijke regeering beÂ
treffende , een gevolg hiervan, dat de meeste, zoo niet
alle burgers, die geen bepaald ambt of bedrijf uitoefenden
en dus in geen ambt of gilde konden worden opgenomen,
zich in eene of andere dezer broederschappen lieten inschrijven,
ten einde indirect deel te nemen aan de stads regeering.
In 1592 -uerd Nijmegen door Prins Maurits belegerd en
opgeëischt. De magistraat overlegde met // die Meysteren
van die Broederschappen ende Ampten, representeerende
de alinge gemeinte dezer stad * en capituleerde. De stad
werd aan de Spaansche heerschappij ontnomen en met
behoud van alle hare rechten en privilegiën aan de Unie
toegevoegd. Dit feit is bekend als «de reductie tot de
Unie ii. Krachtens de capitulatie werd het recht van verÂ
nieuwen der regeering provisioneel gedurende den oorlog
aan den Prins als stadhouder van Gelderland opgedragen
en den 27 Januari 1592 maakte de stadhouder van deze
bevoegdheid gebruik door den geheelen ouden magistraat te
bedanken en de medewerking .van de Meisteren van de
ampten, gilden en broederschappen in de stedelijke regeering
af te schaffen. Laatstgenoemden werden vervangen door de
gemeentelieden, die voortaan met de nieuwe, door den
stadhouder aangestelde raden, het stedelijk bewind zonden
uitoefenen.
Hiermede vervielen de concessiën van alle bedoelde
corporatien en werd voorzien in eene nieuwe regeling.
Dit geschiedde, voor zooveel de onderwerpelijke instelÂ
lingen betreft, bij raadsignaten van 1 Maart, 22 Maart en
12 Juli 1592. ' -r
De groote en kleine broederschappen werden ontbonden
en de goederen van het Heilige Kruis en^jSt. Michiel,
genaamd de Ellendige broederschappen, met die van den
Heiligen Geest, der Lieve Vrouw, St. Jacob en het
Heilig Sacrament, tot een lichaam gemaakt. Er werden
benoemd acht provisoren om te « dirigeeren de inkomsten
der broederschappen en die te administreeren tot der arme
meeste profijte en voordeele', de fondsen waren van geheel
particulieren oorsprong, zij bestonden uit eenige huizen,
landerijen in de stad en het schependom gelegen, voorts
in thynsen, grondrenten, uitgangen, enz De magistraat
erkende deze fondsen als particuliere bezittingen en liet
gemeentebestuur te Nijmegen de goedheid ons toe te vertrouwen het belang^
rijk werkje, getiteld: Kerken en godsdienstige gestichten te Nijmegen.
Hieraan zoowel als aan de zeer gewaardeerde mededeelingen 'van den heet'
J. J. Sneltjes, secretaris-rentmeester der Ellendige en andere gevoegde
broederschappen, hebben wij vele historische bijdragen te danken.
(2) Kaadsignaat 12 Juli 1592 alsmede stadsrekening over 1626, fol. 37.