De Nederlandsche Leeuw, jaargang 7 (1889)

â?? 58 â?? 'bij de bron te drinken gevende, Rachel bij den water­ put, Mordechaï in vorstelijk gewaad en Benjamin. Van de kunstschatten op de begraafplaats te Ouder­ kerk is deze zerk zeker een der belangrijkste niet alleen om hare uitvoerige en onberispelijke bewerking, maar ook om hare gaafheid en frischheid, welke haar het voorkomen geven alsof zij de werkplaats des meesters zoo even had verlaten. 'Wie de kunstenaars waren die op deze en andere zerken zooveel schoons wisten te wrochten, daartoe ontbreekt mij vooralsnog elke aan­ wijzing, en houd ik mij dus voor mededeelingen dien­ aangaande bij zaakkundigen ten zeerste aanbevolen, zegt de heer Henriques de Castro, bij de beschrijving dezer zerk. 25. Abraham Roiz (verkorting van Rodriguez) Mendes 20 November 1709 en die zijner gade Dona Sara, 20 Junij 1706. Marmeren zerken met beeldhouwwerk, Por tugeesch opschrift en wapen. Op zijn wapenschild, gedekt door een kroon van 7 paarlen, staan rechts een boogschutter en links een klimmende leeuw tegen een boom leunend, overtopt door een vliegenden arend, in zijne klauwen een rol of een visch houdende. Het met een dergelijke kroon als op het andere zerk vermelde wapenschild is beladen met een lagen muur waarop een groote toren tusschen twee kleinere, de middelste overtopt door een vliegenden adelaar als op het schild van haar man. Plaat n°. 13, a en b. 26. David du Rocha, 11 December 1706. Gebeeld­ houwde marmeren zerk met basreliëf Koning David de harp bespelende en Portugeesche opschriften. Plaat 13, c. 27. Imanuel Abolais 15 April 1632, zijn gade Rachel Abolais 23 April 1656 en hun zoon Manuel Abolais 4 Mei 1661. Dubbele zerk met drie portugeesche op­ schriften en een wapenschild: gedeeld: 1 een omgewende leeuw , 2 een halve boom op een grasgrond, van onderen vergezeld van eene roos. Half aanziende helm met wrong en dekkleeden, helmteeken een uitkomende leeuw. Plaat N°. 14. j 28. Abraham Zagache 12 Januari 1685 en zijne gade Dona Sara Zagache 7 December 1690. Twee marmeren zerken met Portugeesche opschriften en geheel bedekit en versierd met bloemranken, enz. Plaat N°. 15, a en Ã?. Tot besluit geeft de heer D. Henriques de Castro eene opgave van meer dan 35 geschriften over joodsche be­ graafplaatsen en grafschriften. De tekst, die even als de photolithographische af­ beeldingen der grafzerken, zuiver en net afgedrukt is, bevat behalve de uitvoerige beschrijving der zerken velé geschied- en geslachtrekenkundige aanteekeningen, zoo­ wel den overledene betreffende als ten opzichte van zijne bloedverwanten en familieleden, zoodat dit prachtwerk, dat minstens in geen enkele openbare bibliotheek mag ontbreken, als een groote aanwinst kan beschouwd worden ten opzichte van de geschiedenis der Portugeesche ge­ slachten, die zich in ons vaderland gevestigd hebben. Het is dan ook te wenschen dat het debiet van dien aard zal zijn, dat de schrijver door het dekken zijner vele onkosten aangemoedigd zal worden tot de uitgave van een tweeden bundel, waarvoor de bouwstoffen vermoe­ delijk reeds lang gereed leggen. J. C. v. D. M. Geslacht Bowler (1). Baronet Thomas Bowyer van Bayber Castle huwde- met zijne nicht Eleonora Parker. Hun zoon: Ralph Bowyer kwam in 1585 als ritmeester in het regiment van den kolonel Robert Cecil baron van Burgley, met de Engelsche troepen, ten tijde van den graaf van Leicester, naar Nederland. Hij trouwde met van Rouwenoort. Hun zoon: Nicolaas Bowyer huwt met Helena Gincks. Hun zoon: Frans Bowyer, tot het jaar 1670 burgemeester van Doesburg, huwde met Anna Bussinet ot Bussient. Hun zoon: Jan Bowier, kapitein in dienst der Staten, huwde met Anna Maria Margaretha van de Wal. Hun zoon : Frans Bowier is geboren in 1688 en overleden te 's-Gra­ venhage 18 Mei 1736. Hij heeft den Lande gediend, eerst in de Marine, en is in 1704 als luitenant tegen­ woordig geweest bij de verovering van Gibraltar door de vereenigde Engelsche Nederlandsche vloot onder de admi­ raals Rooke en Kallenberg, vervolgens als vaandrig en luitenant onder de Hollandsche garden, met welke hij in 1709 de bataille van Malplaquet bijwoonde, waarin hij zwaar gekwetst werd, is daarna in 1711 aangesteld tot kapitein van eene compagnie mariniers in het regiment van kolonel van Leefdael. Hij huwde in 1707 met Aletta Cornelia van der Meer, afkomstig uit een zeer oud en aanzienlijk Delftsch geslacht, geboren 20 Februari 1689, overleden te Voorburg 11 Februari 1729, dochter van. Cornelis van der Meer en van Anna Maria Tesschemaker. Hun zoon: Jan Bowier, geboren te Voorburg 5 Juli 1715, over­ leden te 's-Hertogenbosch 10 December 1781, werd in 1739 drost van Boxtel en vrije heerlijkheid Liempde, in 1768 president-schepen van 's-Hertogenbosch. Hij huwde vier maal: 1°. in 1742 met Barbara Maria Schermers, kinderloos overleden in 1743, dochter van Johan Schermers en van Barbara Maria van Heel, 2'. in 1745 met Sophia Robijn, kinderloos overleden in 1746, dochter van Johan Robijn en van Petronella Margaretha Bernards, 3'. in 1749' met Henrietta Hermina Maria Ackersdijck, geboren 3 December 1723, overleden te 's-Hertogenbosch 29 No­ vember 1762, dochter van Martbinus Ackersdijck en van Maria Cornelia Santvoort, uit welk huwelijk o. a geboren is Hugo Bowier, die volgt: 4°. den 3 April 1764 met Wil­ helmina Johanna Horries, kinderloos overleden te's-Her­ togenbosch 22 Januari 1776, dochter van Dr. Bernhard Horries en van Maria Elisabeth Casteleijn. Jonkheer Hugo Bowier, geboren 6 Maart 1758, bij diploma van 5 September 1815 verheven tot den adelstand, ontvanger en schepen van 's Hertogenbosch, was in 1806 president der criminele vierschaar, in 1811 voorzitter der rechtbank van eersten aanleg te 's Hertogenbosch en in 1814 advocaat-fiskaal der middelen in Noord-Brabant, overleed te 's Hertogenbosch 11 Juni 1834. Hij huwde met Theodora Elisabeth Baart Verspyck, overleden te St. Michielsgestel 18 Mei 1832, dochter van Daniël Baart Verspyck en van Sara Maria Aandewijn. Hun zoon: Jonkheer Mr. Jan Bowier, geboren 29 April 1793 (1) Zie omtrent dit geslacht: J. B. Eietstap, Wapenboek van den Nederlandsclien Adel, Kok en Ferwerda, Nederlandsch Geslacht-, Stam- en Wapenboek I, A. J. v. d. Aa, Biographisch woordenboek, verschillende jaargangen van Burke's Peerage and Baronetage, Visitation of Staffordshire, en Jacobus Kok, Nederlandsch geslacht- stam- en wapenboek, deel I. Ook in het genealogisch-heraldisch archief te 's-Gravenhage berusten vele gegevens omtrent deze familie.