De Nederlandsche Leeuw, jaargang 11 (1893)

MAANDBLA D VAN HET Genealogisch-heraldiek genootschap â??De Nederlandsche Leeuw.' Dit blad verschijnt omstreeks het midden van iedere maand, onder redactie van het bestuur en wordt alleen aan de leden van het genootschap gezonden. Brieven en mede deelingen, alsook bijdragen voor het Maand­ blad te zenden aan den secretaris van het genootschap, den heer FRED. CALAND, Celebes straat 89, te 's-Gravenhage. Leden te 's-Gravenhage betalen per jaar Æ? 10.00 Zij, die buiten 's-Gravenhage wonen Æ? 6.00 De vorige jaargangen zijn voor de nieuwe leden verkrijgbaar per jaargang ad / 6.00 Advertentiën in verband met bovenge­ noemde wetenschappen per regel . Æ? 0.20 Afzonderlijke nummers niet verkrijgbaar. De redactie van het Maandblad wijst er nadrukkelijk opt, dat zij niet aansprakelijk is voor de strekking of inhoud der onderteekende stukken. N«. e. XIe Jaargang. 1893, Tot Lid is benoemd de Heer: F. N. R. van Lelyveld .... 's-Gravenhage. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. Boekwerken enz. ontvangen voor de Bibliotheek en het Archief. Alexander Freiherr von Dachenhausen. Genealo gisches Taschenbüch des Uradels. II Band. Brunn 1893. 8vo. Met 3 portretten, '6 wapens in kleuren­ druk en 26 in zwartdruk. Van den Schrijver. H. R. Hiort Lorenzen og A. Thiret Danmarks Adels Aarbog. 10°. Aargang 1893. Kjobenhafen. KI. 8vo. Met portretten en wapens. Van de Schrijvers. J. C. Alberdingk Thym en Jan F. M. Sterck. Het Jaar­ boekje van Alberdingk Thym, Almanak voor Neder­ landsche Katholieken. Amsterdam, 1892. Klein 8vo. Jan F. M. Sterck. Reyer Anslo te Rome, naar nieuwe bronnen medegedeeld. KI. 8vo Overdruk uit het Jaarboekje van Alberdingk Thym. 1891. Koninklijk oudheidkundig genootschap te Amsterdam. C. Schöffer. Jaarverslag der 33e Algemeene Ver­ gadering op 13 Mei 1891. Amsterdam. 4to. Met portret van D. Henriques de Castro, Dz. Van Mr. J. E. van Someren Brand. Annuaire de la Société d'Archéologie de Bruxelles, 1893. Van de Société d'Archéologie . Pieter Harme Witkamp geschetst bij de onthulling van het gedenkteeken op het kerkhof te Wychen. Van A. A. Vorsterman van Oyen. Cte. A. de Ghellinck d'Elseghem. Le chartrier de la maison de Diesbach, Gand 1882. Gr. 4to. No. 25 van de 165 exempl. Met eene plaat voorstellende het regiment Diesbach, en zegelafbeeldingen tusschen den tekst. Cte A. de Ghellinck d'Elseghem. Notice sur quelques publications restées inconnues du comte Joseph de Saint Génois. Van den Schrijver. -x I 72. Ad, M. Hildebrandt. Wappen Fibel. Franckfurt a/M. 1893. 4o Auflage. KI. 8vo. Van den Schrijver. 73. Mr J. E van Someren Brand Katalogus der Histo­ rische verzameling der Schuttery te Amsterdam. Met platen. Amsterdam 1889. KI. 8vo 74. J. A. Jochems. Beschrijving der prenten van de Historische verzameling der Schuttery te Amsterdam. 1892. 8vo. 75. Catalogus van de boekwerken, pamfletten, enz. be hoorende aan de historische verzamelingen der Schuttery te Amsterdam. 1890. 8vo. Van J. A. Jochems. Genealogisch fragment betreffende het geslacht â??de Lange de Beanviser', samengesteld door wijlen J. C. F. VAN SANDICK, medegedeeld door zijn zoon Mr. H. W. VAN SANDICK. In den jaargang 1888 van het Algemeen Nederlandsch familieblad komen eenige aanteekeningen voor betref­ fende het geslacht de Lange de Beauviser, medegedeeld door den heer Backer van Leuven. Nu vind ik onder de nage­ laten papieren van mijnen in 1886 overleden vader, eenige notities omtrent deze familie, die het door den heer Backer van Leuven gevondene, aanmerkelijk aanvullen. Wat deze te Breda heeft volbracht, het raadplegen van genealogiën en het onderzoeken der geboorte- en doop­ registers , datzelfde, en ongeveer tegelijkertijd, heeft mijn vader te Deventer gedaan. De geschiedenis dezer familie is een bewijs, hoe een oud geslacht spoedig in décadence kan geraken, en eene décadence, die uitloopt op eene volkomen debacle de familie. Ik geef de aanteekeningen zooals ik ze gevonden heb, hier en daar door mij een weinig aangevuld, doch slechts voor zoover ze het medegedeelde completeeren of daarvan verschillen. De oorzaak van den plotselingen achteruitgang van de familie, is gelegen in den ongunstigen financieelen toestand, waarin Antony de Lange de Beauviser bij zijn overlijden bleek te verkeeren, diens boedel werd geabandonneerd, en