181
182
Von Attems (1).
â??In der ehemaligen Kirche in Unter-Bröndi im Schwarz
wald (jetzt ein Schloszhof zu Waehendorf) befindet sich
der Grabstein der Reichsgrafin Maria Augusta von Attems,
geb. Reichsfreiin von Ow (2) zu Hierlingen, geb 9.
Februar 1698, gest. 24 Jan. 1725, Tochter des 1720
gestorbenen Reichsfreiherrn Ferdinand Cail von Ow zu
Hierlingen und Sternek und der Anna Magdalena geb.
Freiin von Huingha, welche noch 1742 lebte. Auf dem
Grabstein sind folgende Wappen angebracht:
von Ow (Vater)
von Weichs (4) (Mutter
(des Vaters)
von Rechberg (6) (Mutter
d vaterl. Groszvaters)
von Ow
von Jahrsdorf (7) (Mutter
des vaterlichen Urgrosz
vaters)
von Gumpenberg (8)
von Wolmershausen (9)
von Neuhausen (10)
Um nahere Angaben über
von Hinga (Huingha) (3)
von Langenber (5)
von Bentinck.
Atthembs
Ow
von Padevort
von Linteo (? Lintelo)
von Beurs
von Padevort.
diese Ahnen bittet
THEODOR SCHÃ?N'
Deze vraag uit Der Deutsche Herold XX (1889) n<>. 6
S. 122a, worde hier, vooral ter wille van de Nederl., en
inzonderheid Geldersche kwartieren, herhaald.
Doch moet von Beurs niet v. Beerse zijn? Zoo ja,
dan denken wij hier, niet aan v. Bursen a°. 1392, 1419
te Deventer, ontleend aan de Beurse te Terwolde (Catal.
arch. Dev. gasth. bl. 43, 92, 3), maar bij voorkeur aan
een geslacht, dat zijne bakermat in Beerse (Ambt-Ommen,
Overijsel) vond, naar welke plaats een tak van v. Pallandt
zich v. P. van Beerse noemde of noemt. Dit geslacht
komt voor in Dirck v. Beerse Heer Roderix zoon, tegen
wien Gerard v. Schonen velde 15 Juni 1381 zijn eerste
wasteeken nam (11) tot invordering van schuld. Die
wijze van aanmaning door wasteekens, hetgeen tot drie-
(1) Blijkbaar wordt hier niet het geslacht uit Frioul (Friaul of
Friuli, Noordel. Italië), maar dat uit Oostenrijk en Stiermarken bedoeld,
sedert 25 April 1605 baronnen, sedert 6 Sept. 1630 en 3 Jan. 1653
graven.
(2) Beijeren, Wurtemberg en Baden, sedert 6 Sept. 1681 baronnen
(3) Hier is toch niet het Friesche geslacht Hnininga (Rietstap's
Armorial) bedoeld? In den omtrek van Kollum bestond vroeger of
later eene Huyingha-sate (Navr. XXIX, 181).
(4) Een baron von Weichs de Wenne (geslacht in Beijeren) is eigenaar,
â?¢en, ni fallor, ook bewoner van het kasteel te Geisteren (gem. 'Wansum,
in Limburg).
(5) zal wel (von) Langenberg zijn, of liever (von) Langenburg,
gelijk ook Eietstap's Armorial opgeeft (Baronnen, uitgestorven)
Langenburg is een stadje in Wurtemberg, Jaxtkreis, residentie van
den vorst von Hohenlohe-Langenburg. Hier te lande bestond LangenÂ
berg: in de Oude Kerk te Delft op het koor vond men eene grafstede
van Jacobus Langenberg a° 1746 (Scheffer's Familie-Archief in â??Algem.
Nederl. Familieblad' 1883/84.
(6> In Wurtemberg, Beijeren en Oostenrijk vindt men von RechÂ
berg von Rotbenlö'wen (Graven!. H°. 107 bl 3a.
(?) von Jahnsdorf? In Saksen, krsits Ertzgebergte, ligt een dorp
Jahnsdorf. Jahrsdorf schijnt onbekend Rietstap's Armorial le ed.
heeft geen van beiden
(8> De Armorial heeft (von) Gumppenberg (met dubbele p), in
Beijeren, sedert 16 Jan. 1571 baronnen.
(9) of Wollmershausen (Frankenland), in Beijerc-n, in 1708 reeds
uitgestorven.
(10) in Zwaben, uitgestorven.
(11) Tijdr. Regr oud-prov. Archief van Overijsel (Zwclle, Tijl,) AanÂ
hangsel (a°. 1874), bl. 32.
malen toe herhaald werd met tusschenpoozen van telkens
veertien dagen, om daarna in rechten op te treden, werd
alleen gebezigd tegenover adellijke personen. Tusschen
Evert v. Essen en Dirc v. Beerse wees Beernd v. Ierte
20 Juli 1382 een ordel (12). In 1396 was Heer Henric
v. Beerse (13) cureet (priester, pastoor) bij de kerspelkerk
te Koten aan den IJsel in Zalland, â??vgl. over dit Koten
Navr. XLIIi, 574, en dit Maandblad' 1894 bl. 105a,
noot 2.
Ek-en-Wiel, 10 Oct. '95. JAC. A.
Elsevier.
Vgl. in â??De Navorscher' XXXVII, 560a, la, enz.
een belangrijken kwartierstaat. Ibid. XXXIX, 428 ziet
men vermeld Matthijs Lopes de Haro dit Elsevier uit
Brabant. In de â??Dietsche Warande, Tijdschrift voor
Kunst-en Zedegeschied.', Gent, 1890, bl. 109 noot 1
staat: â??De v. Papenbroecks van Meehelen,â?? hetPapen
broeck is de naam van landen deelmakende van de oude
vrijheid van Waelhem, aan den Rupel, in de nabijheid
van Meehelen, â?? die in de registers dier stad in 1420
reeds voorkomen, schijnen uitgestorven te zijn in de 18de
eeuw. Men vindt in het werk â??Provincie, stad ende
district van Meehelen' (Brussel, 1770, dl I) de volgende
afstammelingen: Wm. v. Papenbroeck, -j- 28 Mei 1511,
getrouwd met Barbel Reyers, alias Elsevier, f 22 Sept.
1498' (bl. 357), enz. enz. Is deze Barbel Reyers (-dochter)
eene voorzaat van eerstgenoemden Matthijs geweest?
E.-en-W., 11 Sept. '95. JAC. A.
1750.
27 Jan.
29 April.
2 Mei.
20 July.
21
Sept.
Dec.
1751.
18 Febr.
4 Juni.
29 Juny.
24 Sept.
6 Nov.
1753.
18 Febr.
28 Oct. ,
2 Nov.
11 â??
30 Dec.
Archief-sprokkels.
Medegedeeld door W. S. v. S.
Vervolg van kolom 174.
Maria Drieling, het verbrande mens op
het zant bij de Nieuwe Haven, aet. 73
Maria Boelaart, aet. 94 ... .
Anna Margaretha van Straten, aet. 22
Jan Vollevens, aet. 77
Nicolaes Boullaard, ongeh., aet. 45
Jan Spaen, aet. 24
Philip La Grand, aet. 100 . . .
Maria Elisabet Smit
Daniël Pompejus van Assendelft, aet. 65
Hugo van Straten, aet. 50 ...
Barbara De Gruijter, aet. 37 . .
Dus. Samuel de la Douespe, aet 49 .
p. d.
f 3.
p. d.
f 6.
p. d.
Æ? 6.
p. d.
f 30.
Jacob van Assendelft, aet 60 . . .
Hendrik Willem de Gruijter, naar
Rijswijk, aet. 29
Danckert van Assendelft, aet. 54 . .
Johannes van üyen, aet. 8 . . . .
Maria Anna van Oyen, 14 dagen. .
â?? 30.
p. d.
f 30.
p. d.
(12) Ibid. bl 66.
(13) Er staat eigenlijk v. Beerde, doch de Bladwijzer (a°. 1875)
bl. 11 verwijst naar v Beerse.