De Nederlandsche Leeuw, jaargang 13 (1895)

19 20 als jong ma n huwde 3 1 Me i 169 3 me t Sara Schoock [1 ] en al s wedr. va n haar 1 3 Febr. 172 0 (ondertr. 1 3 Jan. ) met Lidia va n Overschie wede va n Frangois Denik [2 ] zij werd beg11. in de kerk 7 Juli 1722 . 'Slechts drie kinderen vind ik van hem te Hulst gedoopt: 1. Petronella Catharina 1 7 Febri 169 7 (get.) Maria Schoock, 2. Pontiaan 28 Aug. 1701 (get.) Bartholomeus v. Twist, 3. Albert 27 Aug . 169 9 en drie kind», begraven, ee n 1694 2 2 Maart, ee n 1702 5 Jan., en een (zoon) 171 0 10 Mei. Petronella Catharina (1 ) huwde al s j.d. va n Hulst, nu won. Willemstad 2 8 April 172 9 me t Johan van Anssum j.m. geb . te Gendringen, schepen va n Hulst 1726, 27, 32 , 34 e n 40 en hadden d e volgende kinderen: 1. Sara Sophia 1 3 Me i 173 6 (get ) Sophia v. Anssum, 2. Joh» Catha 3 0 Me i 1731 , 3. Theodoor Frangois 8 April 173 3 (get.) Petronella Catha v . Twist. Begr. t e Hulst al s Oud-schepen 10 Oct . 177 5 Theodoor Francois va n Anssum, 4. Petronella Helena 1 5 Juni 1735 , 5. Jacoba Albertina 25 Dec . 1736 , 6. Antonia Francina 2 5 Juni 1738 . Pontiaan va n Twist (2 ) is denkelijk dezelfde, di e als doopgetuige i n 172 6 genoemd wordt rentmeester va n Zijne Hoogheid te Willemstad. Albert va n Twist, (3 ) student te Leiden 5 Sept. 1718, 20 jaren, oud , schepen va n Hulst 172 2 en '23 , huwde aldaar al s j.m. va n Hulst 28 April 172 3 me t Christina Coinelia va n Wezel. j.d. ge b te Botterdam. (Hij za l we l dezelfde Albert zijn, di e geh . wa s (dan in 2e huw.) me t Jeannette Jansdr. Duymaer). Uit hun huw. gedoopt te Hulst: 1. Pontiaan Albert 2 2 Sept. 172 6 (get ) Ponegr 8 Au g 1720 , uit welkihuw. te Hulst ged. werden: Johannes Albertus 1 Juli 1699 , Albertus 1 5 Febr. 1701, Anna Alida 5 Nov. 1702 , Johan Adriaan 5 Oct. 170 4 (get.) schepen Adriaan v. Meurs (Begr. burg. v. Meurs 17 Oct. 1719), Albertus Adriaan 24 Maart 1706, Jacob Samuel 1 6 Dec. 170 7 (get.) kap Samuel Tresel, . Johannes David 1 4 April 1709 (get.) Geertruida Schoock wed. kapn. J. v. Huijssen, (Begr. 26 Juli 1710), Sara Phenema 1 8 Me i 1710 , Jacob 2 9 Juli 1711 , Jacob 1 1 Dec. 1712 , Pieter 'Willem 2 Sept. 1714 , Pieter Lukas 2 9 Jan 1717 . '.[2] Lidia d'Overschie j. d. te 's Gravenhage ondertr. 1 Me i 1705 met ^Francois DeDik j. m . won. te Hulst. Uit hun huw. werden aldaar gedoopt: .Maria Lidia 1 4 Sept. 171 2 (get) Franc. Overschie, Maria de Ni k â?¢wed. Overschie. Frangois Cornelis 13 Me i 1714 . Maria Magdalena 10 Juli 1715 . Pieteï Johannes 11 Dec. 171 6 (gel) Johanna Rodenhuijse wed. Franc. Overschie. Twist, rentmr. va n Z. H . in Willemstad Di t kind werd begraven 3 Maart 1727 , 2. Pontiaan Albert 22 Aug . 1727 . Medegedeel d doo r FRED. CALAND. Een Zweedsche kist me t wapens. De Heer Charles vo n Burenstam, gevolmachtigd minis­ ter (1 ) va n Z. M . de n koning van Zweden en Noorwegen, te Brussel, bezit ee n merkwaardige eikenhouten kist (bahut), ingelegd e n gebeeldhouwd, ongeveer 1.7 5 meter lang en 0.7 5 meter hoog, Dit meubel, in Renaissance-stijl, uit he t midden va n de XVIIe eeuw, heeft veranderingen ondergaan, vooral door he t wegnemen de r pilasters, waarvan he t oorspronkelijk voorzien was . He t schijnt Scandinavisch werk te zijn, en draagt tot versiering twee wapens. In d e Annales de la Sociétê ti? Archéologie de Bruxelles, deel V , bl . 227â??242, komt ee n stuk voor-getiteld: Bahut trouvé en Suède avec bloson rappelant celui de Busleyden (2) . Bi j gebrek aa n gegevens dienende om zijne lezers voor t e lichten omtrent de beteekenis de r heraldieke figuren, en , te n gevolge daarvan, omtrent de personen, di e de kist hebben laten vervaardigen, geeft de schrijver va n da t merkwaardige opstel on s talrijke genealogische bijzonderheden rakende d e luxemburgsche familie va n Busleyden, e n somt hi j alle he m bekende monumenten op , di e me t he t wapen va n di t geslacht versierd zijn, en alle documenten en boekwerken, waarin over da t wapen gehandeld wordt Omdat, te n opzichte va n di e kist, niets verder va n onze gedachte is da n on s me t de familie va n Busleyden bezig te houden, wier genealogie wij in La Noblesse Beige hebben uitgegeven, willen wi j geen misbruik maken van het geduld onzer lezers door d e talrijke dwalingen te wederleggen, waarmede he t gemelde opstel, vooral op het gebied va n wapenkunde prijkt. Wi j willen liever spreken va n he t kunstwerk, da t wi j to t onderwerp ge ­ nomen hebben, e n trachten de n waren oorsprong er van aan te toonen. De beide wapens di e he t versieren zijn: 1. Gedeeld: «, twee uitgerukte schuingekruiste boomen, b, ee n schuinbalk, beladen met vijf water-of lindebladeren met omgebogen steelen, drie van die bladeren, omgekeerd, uitkomende va n de n bovenkant, d e twee anderen va n den onderkant va n de n schuinbalk. Hélmteeken: eene vlucht, d e rechtervleugel me t he t wapen va n he t eerste (1) Yoor Nederland en België. (2) He t is onderteekend: Cointe Maurin de Nahuys.