85 :86
eerst'in â?¢de hand gevalle en dit nageleesen en bevonden
wel egt is.
(get.) DE WITTE,
Collonel Commandeur van het regiment van Dopff
en Commandant van Crevecoeur.
Het geslachtregister met een andere hand geschreven
en blijkbaar uit aanteekeningen van verschillende familiën
in elkaar gezet vangt aldus aan â?¢
De Witte, een zeer oud adellijk geslacht, afstammende
van Graaf Floris de Vfle van Holland die een onechte
zoon had bij eene dochter van Jan de 7e Heere van
Heusden genaamd Jan de Witte van Haemstede.
De verbinding met die afstammelingen in ons geslacht
is echter niet in onze familiepapieren te vinden en moet
die afstamming hoogstwaarschijnlijk gezocht worden door
-de kinderen van Witte de Witte die door Hertog Al
brecht van Beijeren graaf van Holland in 1419 als burÂ
gemeester van Amsterdam aangesteld werd. De vroegste
«chte bescheiden die bij onze familie berusten zijn van:
I. Jonkheer Jacob de
Witte gehuwd met (waarÂ
schijnlijk) Clara van Raep
horst, die een zoon had :
II. Frans de Witte geÂ
noemd in 1515 burgemeester
van Haarlem en aldaar in
1533 in de Groote Kerk beÂ
graven , zooals zijn wapen,
â?¢zijnde drie gouden brakken
op een blauw veld daar nog
op de geschilderde glazen te
zien is.
Hij was gehuwd met M ach
teld Aelbout Gerritsdr. (zie
Smallegange, Kronyk van
Zeeland), zijnde uit eene
Zeeuwsche familie.
Hij had daarbij een zoon:
III. Gerrit de Witte, in
1518 bailluw van Naaldwijk,
â?¢en gehuwd met Cornelia Stal-
pert van der Wielen 6°. kind
van Mr. Adriaan Stalpert van
â?¢ der Wielen, Heer van RozenÂ
burg en van Eva van Mierop
(genaamd Kuyk van Mierop)
vrouw van de Ketel, Spalant
en Cabauw â?? welke beide
zeer oude geslachten te vinÂ
den zijn in Hoogstraten's
Woordenboek â?? Boxhorn's
kronyk een- oud goudsch kro
nyksken en S. van Leeuwen
Bat. 111. waar de bovenÂ
staande verwantschappen tot
hiertoe te vinden zijn â?? en
hunne wapens ook nog op
Bedenkingen (1).
Clara van Raephorst erfde
van haar vader Hendrik de
heerlijkheid van Haemstede,
welke hij door aankoop had
verkregen in 1608, en die als
huwelijksgift kwam aan Clara,
moeder van den kronykschrij
ver van der Eynde. Clara herÂ
trouwde met Jacob Jacobsz.
de Witte, en overleed in 1620,
haar man werd nu Heer van
Haemstede. Deze hertrouwde
en kreeg een zoon Witte de
Witte, die ook heer van
Haemstede is geweest. Alzoo
een de Witte van Haemstede
(en niet Witte, Veit,Guy enz.)
Toen deze Witte stierf in
1649 had hij slechts eene zusÂ
ter tot erfgenaam en om het
goed in de familie te houden
werd in 1679 bij testament
beschikt dat Haemstede zou
komen aan Boetzelaer v. As
peren x van der Myle, welke
laatste erfdochter van RaepÂ
horst was (2).
Van een zoon Frans de
Witte II, is dus geen sprake,
en daarmede is de samenhang
verbroken Deze Haarlem
sche burgemeester van 1515
leefde dus + een eeuw vóór
zijn vader!!?
III. Gerrit de Witte x StalÂ
pert van der Wiele.
(1) Mijne bedenkingen plaats ik naast den tekst van het familie
â??â?¢register opdat al de knoeierijen des te beter uitkomen. W.
(2) Zie de leenvolging in Lantsheer â??Zeelandia Illustrata' II, 209â??12. j
eene zeer oude wapenkaart
bij onze familie berusten.
Het is wel opmerkelijk dat
het 5°. kind (Maria) van Mr.
Adriaan Stalpert v. d. W. x
Eva van Mierop huwde met
van Ylem, die naderhand
heer werd van Rozenburg (in
1638 door zijn schoonvader
aangekocht) (1). Diens zoon
Adriaan v. Ylem x Marg.
van Diemen, verkoopt Rosen
burg in 1634 aan Mr. Pieter
de Wit, behoorende tot het
Leidsche geslacht van dien
naam, dat zich later in
Frankrijk vestigde en waarÂ
van o. a. op literarisch gebied
Mad. de Wittâ??Guizot zich
naam heeft verworven.
(Wordt vervolgd.)
Grafschriften te JVaarden.
In de Groote Kerk te Naarden werden eenigen tijd
geleden veranderingen aangebracht, waardoor grafzerken
werden ontbloot, die, voor een gedeelte gebroken, verÂ
gaan en afgesleten, voor vernieuwing in aanmerking
kwamen. Nu mogen deze oude steenen wellicht met zorg
verlegd en bewaard worden, toch kwam het mij niet
ondienstig voor, ze in dit tijdschrift aan de vergetelheid
te ontrukken. Het afslijten toch gaat voort en over eenige
jaren zijn zij misschien niet meer te ontcijferen (*)
Het onderstaand schetsje geeft aan, hoe de steenen
werden gevonden. Zerken, hieronder niet genoemd, hadden
geen opschriften, teekens, enz.
De op de schets aangegeven nummers, zijn op de steenen
niet te vinden, maar gemakshalve door mij aangebracht.
27
28
29
296
24
25
26
Zijde van het orgel.
15,7
15/
15e
Ibd
15c
156
15
16
17
21
22
23
18
19
20
14 13 12 11
8
9
10
2
3
4
Zijde van het koor (Oosten).
De zerken zijn 0,65 meter lang en 0.7 meter breed,
behalve N°. 1, 11, 12 en 13 die ieder 1.95 meter lang
zijn, terwijl N°. 11 0.65 meter breed is N°. 8, 9 en 10
zijn 0.75 en N°. 5, 6 en 7 zijn 0,2 meter lang.
Steen No. 1. Hier sijn begraven
Lambert Gerritsen
Bijtgen Reijerts
Dirck Gerritsen
Gijsbert Reijertsen
Jan Cornelissen
sijn verdroncken op
(1) Zie Bat. 111. van van Leeuwen, pag. 1264 e. v.
(*) Enkele steenen zijn van wege de kerk â?? na di
deze bijdrage â?? door nieuwe steenen vervangen.
inzending van