De Nederlandsche Leeuw, jaargang 14 (1896)

69 70 Bestuursvergadering' op Maandag- 13 April 1896. Afwezig de heer Gijsberti Hodenpyl met kennisgeving. Van den heer van den Bosch was een schrijven ontvangen uit Wiesbaden waarin hij meedeelt zich weder in een tamelijken goeden gezondheidstoestand te mogen verheugen. De notulen van de beide vorige vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. Ingekomen is een brief van den heer Wattel te Lissabon die verzoekt tot correspondeerend lid te worden benoemd en zich aanbiedt voor het verrichten van onderzoekingen daar ter stede. Aangezien de benoeming van correspon deerende leden niet tot de bevoegdheid van het bestuur behoort, wordt besloten den heer Wattel te melden dat vóór de volgende algemeene vergadering van voldoening aan zijn verlangen geen sprake kan zijn. Op een vraag van de firma Gouda Quint naar de conditiën waarop advertentiën in het Maandblad kunnen worden opgenomen, wordt besloten te antwoorden overeen­ komstig de voorwaarden voorheen aan het hoofd van het blad vermeld. Met algemeene stemmen (behoudens één onthouding) wordt besloten dat het genootschap zal inteekenen op de Genealogische kwartierstaten, redactie Wildeman en van de Blocqucry. De bibliothecaris doet mededeeling van een verzoek van den kapitein ten Raa om in het Maandblad een over­ zicht te willen geven van de verschillende gedaante­ wisselingen die het wapen van onzen Staat in den loop der tijden heeft ondergaan, zoowel tijdens de republiek het Koninkrijk Holland als het Koninkrijk der Neder­ landen. De secretaris vraagt of dit alleen op het wapenschild betrekking heeft, in welk geval de variaties hem genoeg­ zaam bekend voorkomen, of dat ook met de wisselende voorstelling der accessoiren zal moeten worden rekening gehouden, in welk geval hij vreest dat men in een al te uitvoerige opsomming van talrijke onbelangrijke en willekeurige variatiën zal vervallen. Uit het antwoord van den bibliothecaris blijkt dat het laatste inderdaad de bedoeling is, doch hij hecht meer waarde dan de vorige spreker aan de variaties met be­ trekking tot de accessoiren, en meent bijvoorbeeld dat het goed zal zijn een opsomming te geven van al de verschillende officieele voorstellingen die er van het wapen van het Koninkrijk Holland bestaan, bijvoorbeeld met mantel of zonder mantel, met een kroon op het schild of met een Koninklijk gekroonde helm enz., gelijk hij het met behulp van enkele medegebrachte schetsteekeningen verduidelijkt. Besloten wordt dit punt aan te houden tot dat de voorzitter een in zijn bezit zijnde serie van de bedoelde varianten zal hebben opgezocht. Naar aanleiding van een ingekomen schrijven van den Minister van Buitenlandsche Zaken, (1) ontspon zich nog eenige gedachten wisseling over de vraag of wel per se met het recht van den één op een bepaald geslachtswapen dat van een ander tot het voeren van een gelijk wapen overeenigbaar hoeft te worden geacht, met andere woorden of er hier wel in het algemeen van wederrechtelijkheid sprake kan zijn, tenzij bepaalde onderscheidingsteekenen in het schild zijn aangebracht, (l) In een volgend nummer te bespreken. zooals de wapenvermeerderingen in sommige landen bij verheffingen in den adelstand gebruikelijk, welke dan geacht moeten worden de bevoegdheid van anderen uit te sluiten om het aldus vermeerderde wapen aan te nemen. In landen waar dat niet de gewoonte is en waar de wapens in den regel eenvoudig zijn, zal het naar de meening van enkele der aanwezigen veelvuldig voorkomen dat twee geslachten hetzelfde wapen voeren zonder dat daarin een streven ligt om een recht op eikaars wapen te doen gelden, maar alleen als een gevolg van een bloot toeval. Ook verschillende andere kwestiën van heraldischen en genealogischen aard. kwamen in den loop van den avond vluchtig ter sprake, welke besprekingen nog lang werden voortgezet nadat de voorzitter de vergadering gesloten had. Aan deze sluiting ging vooraf de beslissing om voortaan regelmatig in de eerste week van iedere maand de bestuursvergadering te houden, en wel de eerstvolgende maand op Maandag 4 Mei. Uit het Kerkarchief van Ommeren. {Vervólg van kolom 24). 1736. 6 Maart met att. van Utrecht en Ingen: Johannes Anthonize wedr. wonende te Ingen, en Gerritje van Doorn. 9 Maart fgeh. 2 April) met att. van Tiel en Ingen: Johannes Wijckniet wedr. van Anneke de Graeuw te Ingen en Johanna Hendrikze van Ommeren wonende op den Hevel onder Zandwijk. 28 April (geh. in Mei) Goze van Ommeren j.m. van Ingen en Gerritje van Ommeren j.d. van O. 5 Mei. Zijn bij ons in wettige ondertrouw opgenomen Schrevel Cousijn j.m. geboortig van Beest en Jannigje. Peterz. de Haas j.d. woonachtig alhier. Vermits dese persoone eygen neef en nicht waeren, so- zyn' deselve de drie houwelykze gebooden van de Heere van den Ed. Hoven geaccordeert en daerop ten overstaan van de E. K Kraed met consent van den oudste presente Ampts Jonkheer wegens swaare_ siekte des bruidegoms in huis. getrouwt op den 31 Maart 1736. 28 Juli (geh. 19 Aug.) Gijsbert Arieze van Harden broek j.m. van Lienden en Aaltie Hermense van Meenen j d geb. te Kesteren, doch alhier wonende 1738. 1 Febr. ondertr. Jan Hidding j m. soldaat in 'treg. van den Hr. Ploto onder de comp. van den Hr. Capitein Ramaker, en Arriaentje Muyden j.d. alhier. 30 Maart ondertr. Cornelis van Oort j m en Johanna Hermenze van Meenen j.d. beiden alhier wonende. 27 April geh Schrevel de Haas j.m. van Beest, thans wonende te O. en Ariaentje van Berg j.d. van Wiel. 22 Mei (geh. 16 J uni) Jan Gijsbertze wedr. Maria van Lunteren, wonende te Meerten, en Mana Gerritze van. Zandwijk wed. van Jan van Oort, wonende alhier. 7 Juni ondertr Anthoni Dirkze van Ommeren j m. alh. en Beertje Janze de Kemp j.d. wonende te Wiel. Namen der persoonen etc. door Laevinus Mestach. gehuwd. 1739. 30 Maart. geh. Evert Hubertse de Hoog j.m. van O. en Bernardina van Ek j.d. van Maurik. 9 Oct (geh. 25) Gerrit Jansen j m. van Meerten, ald. wonende en Maria van Oort j.d. van O. aldaar wonende. 1740. 26 Febr. (geh. 20 Maart) Johannes Meertensen.