De Nederlandsche Leeuw, jaargang 14 (1896)

77 78 Adrianus de Jonckheer, Dienaer vande drie Dorpen op ter Schelling, me t vrou Ende acht kinderen, treckt yan zijne dorpen 45 0 gl. Lyste van de namen der Dienaren ten platten lande: Mitsgaders ooc vande groote haerder familie, en tegen­ woordige traetament ouer haren dienst sorteren onder t'classis van Edam: Victor van Trier, belast zijnde met een Huisvrou en 3 kinderen , bedient Scardam en Ettershem, ontfangt in alles 400 gl. daer van de dorpen hem geuen 370 gl. en de reste ontfangt hij vant gemeene landt. Barent Henricxz, bedient Beets en Oudendijc, belast met een Huysvrou met 4 kinderen, ontfangt in alles voor zijn stipendium 400 gl. daer van het landt betaelt jaerl 85 gl. de rest comt van Dorpen. Ewout Willemsz, bedient Oosthuisen en Warder, belast zijnde met een huysvrou en 4 kinderen, met een arm weeskindt wezende zyns huysvrouwen susters kindt ontfangt zijn geheele Stipendium van dorpen jaerl. . '. 450 gl De Dorpen van Middelie, Ackswyc, Cadyck en Hobrede zijnde me t malcander gecombineert inde bedieninge, hebben tegenwoordich geen predicant hebben den ketsten dienaer dieze gehadt hebben in alles jaerl gegeuen 400 gl. Jan Jacobsz, bedient Purmerlandt en Ilpendam va welcke bedieninge hij jaerl. in alles ontfangt 400 gl. comende 300 gl. van Dorpen en een hond* vant landt heeft een huysvrou met een kindt. Bernardy Gartz, bedient alleen het dorp van Suiderwoude ontfangt jaerl, tot zij. Stipendium 350 gl. belast zijnde met een huysvrou, en de 2 broed8 en suster zijns huys­ vrou we, zijnde de nagelaten weesen van za: Arent Arentsz, in zijn leuen predicant geweest aldaer, Syn huysgezin is sterck 5 psonen. Broeck in Waterlandt, is rechte voort zonder bedieninge heeft tot onderhout haers dienaers tot noch toe gegeuen 400 gl. en is alleen sonder combinatie. Henric fransz, bedient het eylandt van Marcken, zijnde tegenwoordich sonder Huisvrou, belast met zijn dochter dat een wedu is met 2 jonge kinders ontfangt jaerl. tot zijn stipendium 350 gl. comende de geheele somme vant gemeene landt. Joris Jorissoon Strijdt bedient Bansdorp en Hollesloot, belast met een Huysvrou met 5 kinderen, heeft zelfs een buade passie en zijn Huysvrou hout altyt sieckel., ontfangt jaerl. 450 gl comende int geheel vande Dorpen. Cellius de Bouma, bedient de dorpen van lammeer en Beuckesloot mitsgaders ooc een plaets genaemt Watergang ontfangt jaerl. tot zijn Stipendium 400 gl. comende de eene helft vant dorp lansmeer, d'ander helft vant gemene landt, belast zijnde met een huysvrou en 2 kinders. Abrahamus Adriani, bedient Suiderdorp en Schelling woude belast zijnde met een Huysvrou en vier kinderen, ontfangt jaerl. tot zijn Stipendium 150 gl. comen int geheel van Dorpen. 's-Gravenhage. P . J. BUYSKES. Genealogische Kwartierstaten. (Zie Maandblad 189 5 n<>. 11 bl. -166â??69). â??Crescendo emergimus1' (Al wassend duiken wij op) is een passend devies onder een wapen van drie (2, 1) waterbladeren of plompen, Hgd . J/eerblatter, die op den thans het eerst te vermelden staat te appelrond zijn afge­ beeld. Dit wapen is ook sprekend, want het behoorde aan Johan van der Meer, heer van Adegeest (onder Voor­ schoten), geb . te Leiden 29 Maart 1639 , f ald . 3 Oct. '86, ontvanger der Gemeenelandsmiddelen voor Leiden en Rijnland, enz. , echtgenoot van Anna Verboom, â?? van der Meer, v. Camersvelt gesegt Uytreght, v. Harmeien, v. Gooten, v. Outshoorn, v. Toll, v. Slingelandt, Vinck v. Tetrode. Johan's vader, Claas v der M. staat niet als heer van Adegeest vermeld. â?? Nanna v. Outshoorn was de 2de gade van Johan's overgrootvader, Cornelis v. der M â?? Van Camersvelt â?? Rietstap's Armorial heeft v. Camer velt (een os) â?? voert hier alleen v. Uytrecht [door­ sneden : 1. in goud het bovenlijf van een gevleugelden draak v zwart herald, rechts ziende, 2. in rood het onderlijf van dien draak in goud]. â?? Van Gooten voert in goud drie (2, 1) kussens van rood. â?? Van Outshoorn voert volg. dezen staat de door den Armorial als huchets, dus als posthoorns aangeduide hoorns gesnoerd (evenals Vlaming v. Outshoorn), ofschoon Rietstap's Handbk der 'Wap. bl. 252 uitdruklijk verklaart, dat de posthoorn geen snoer heeft, de afbeelding aldaar wijkt nog al af van de vrij opvallende in dezen staat. â?? Van Toll heeft hier den leeuw met de blokjes, de barensteel is van blauw evenals de blokjes, maar de leeuw van rood. â?? Van Slingelandt heeft hier de gekant, en tegen-gekant. dwars­ balken, Vinck v. Tetrode het wapen van v. Tetrode. Gysbert Nicolaas Henricus Schultz v. Haegen, geb . te Dordrecht 7 Jan . 1843 , oud-ritmeester der Cavalerie, gehuwd te Leeuwarden 5 Juli '71 met Sara Susanna Hora Adema, â?? Schultz v Haegen, Westerouen van Meeteren, Mispelblom Beyer, v. Verschuer, v. Steenbergen, v. Meeteren, Molewater, Mackay. Het wapen Schultz v. Haegen bleef zich gedurende de vier hier opgegeven generatiën gelijk, en bevat in goud drie boomen van natuurlijke kleur, naast elkander op grasgrond, op welken grond achter de stammen eene haag (van zwart? van groen?) rust.â?? Westerouen v. Meeteren voert West., gevierendeeld met v. Meeteren, West.: in goud een gestrikte arm uitkomend van de herald, linkerzijde van het schild, met eene hand, die een staf omklemt, boven den arm eene zilveren 6-punt. ster, v. Meeteren gevierendeeld: 1. doorsneden: a. in zwart aanvallende leeuw v. goud, b. in goud drie (2, 1) leliën v. zilver, met een schildhoofd v. goud doorsneden door een dwars­ balk v. zwart, 2. in goud eene woning (naar 't schijnt) v. rood, met een laag dak v. groen, uit welks spits drie getakte bladeren v. groen oprijzen. Beide wapens kunnen niet van ouden datum zijn, omdat er metaal op metaal in voorkomt. Gysbert Nicolaas Henricus' overgrootvader, Mattheus West. trad in 1792 met Petronella Maria v. Meeteren in den echt. â?? Van Verschuer [de echt Ve luwsche wapenfiguur der takkebossen (1)] is gevierendeeld met von Trotba (geschakeerde kepers). â?? Van Steen­ bergen: in blauw aanvallende leeuw v. goud. â?? Mole­ water, gevierendeeld: 1. en 4. doorsneden v. zilver en blauw, uit de snijlijn komt een zwart molenrad ten halve uit, 2. en 3. in rood twee gekruiste zwaarden met ge­ vesten v. goud. â?? Mackay is het bekende wapen van dit adellijk geslacht. (1) welke, aangestoken, dienden om in den naoht seinen te geven, vooral in oorlogstijd. Fransch: brandaires.