De Nederlandsche Leeuw, jaargang 15 (1897)

MAANDBLAD VAN HET Genealogisch-heraldiek genootschap â??De Nederlandsche Leeuw.' Dit blad verschijnt omstreeks het midden van iedere maand, en wordt alleen aan de leden van het genootschap gezouden. Brieven te zenden aan den Secretaris den beer Mr H. J. KOENEN, Kanaalweg 63, Scheveniugen, bij­ dragen voor het Maandblad, en de daarop betrekking hebbende correspondentie aan den beer M. Ã?. WILDEMAN , Zijlweg 28 te Haarlem. Penningmeester vau het genootscbap is de Hee r C. F. GIJSBEBTI HODEJSPIJL te Vrijenban bij Delft. Aanvragen betreffende de bibliotheek te richten tot den heer Jhr. Mr. C. H. C. FMJQT VAN ASPERMONT, Jan van Nasaauslraat 6, te 's-Gravenhage. Leden te 's-Gravenhage betalen per jaar Æ? 10.00 Zij, die buiten 's-Gravenhage wonen Æ?6.00 De vorige jaargangen zijn voor de nieuwe leden te bekomen ad Æ? 6.00 per jaargang. Afzonderlijke nummers zijn niet verkrijgbaar. De redactie van het Maandblad wijst er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de strekking of inhoud der onderteekende stukken. N°. IS. X 'V<, Jaargang. IN MEMORIAM C. Aâ?¢ W. H AL VB RHOUT. Op den 20 October 11. is weder een onzer leden heengegaan, n.1. de gep. kapt. luit. ter zee O. A. W. Halverhout, eerst sedert een paar maanden tot ons Genootschap toegetreden. De overledene was een ver­ dienstelijk marine-officier, aan wiens staat van dienst wij het volgende ontleenen. Nauwelijks 15 jaar oud, werd hij 1 October 1842 geplaatst op het Kon. Instituut voor de Marine te Medemblik om die inrichting vier jaar later te verlaten als adelborst le klasse. In het najaar van 1846 met Zr. Ms brik â??Arend' naar West Indië vertrokken, diende Halverhout daar verder op Zr. Ms. korvet ,.Aja,x' en de schoener â??Wesp' en keerde hij, na 1 Jan. 1850 tot luit ter zee 2e kl. te zijn bevorderd, met laatst­ genoemden bodem in Nederland terug. Na een jaar non-activiteit volgde de plaatsing op Zr. Ms fregat â??Prins Frederik der Nederlanden' en deed Halverhout hiermede merk­ waardige reizen naar Zuid-Amerika en Oost-Indië, achtereenvolgens onder de orders van de kapts ter zee W. F. Freudenberg en A. C. van Braam Houckgeest, om er in 1857 mede te repatrieeren, onder bevel van den kapt ter zee P. Spanjaard, na intusschen nog ongeveer twee jaar gediend te hebben op Zr. Ms. wachtschip te Batavia en Zr. Ms. adviesbrik â??Pylades', op welke laatste als eerste officier van Sept. 1855 tot Nov. 1856. In 1858 diende Halverhout een halfjaar als eerste officier op Zr. Ms. transportschip â??Merwede' en werd hij 1 Sept. benoemd tot luit. ter zee le kl. In dezen rang was hij een jaar actief te Helle voetsluis en werd in Maart 1861 per â??Cosmopolite' opnieuw door hem een reis naar Ned.-Indië aanvaard. Een halfjaar diende hij hier als le officier op Zr Ms. fregat â??Palembang' en van Maart 1862 tot Juni 1864 als komm. van Zr. M. stoomschepen â??Soembing', â??Samarang' en â??Madura'. In 1865 kommandeerde hij in Nederland Zr Ms flotille-vaartuigen â??Hector' en â??Vulkaan' en van 1866 tot 1868 volgde daarop de waarneming van het onder-equipagemeesterschap in de directie Willemsoord. Uitsluitend op zijn initiatief is in dien tijd te Helder de Marineclub tot stand gekomen. Hoewel nog op een bescheiden standpunt zijnde, wist Halverhout daarvoor de algemeene sympathie in het zeeofficierskorps op te wekken, met luit.-adm. Prins Hendrik der Nederlanden aan het hoofd. Binnen een jaar tijds werden ongeveer dertigduizend gulden bijeengebracht en de Marineclub in haar eigen gebouw te Helder ingewijd. Halverhout was trouwens een man, die, als ijverig publicist, reeds vele jaren de algemeene belangen met succes had behartigd. Ook in het Engelsche tijdschrift â??The Nautical' werd