51
52
Op den 5 November 1692 is mijn lieve huys-vrouw j
des naarmiddachs tussen 3 en 4 uuren in de craam bevallen j
van mijn eerste dochter met name Barbara Wilhelma,
is genaamt na haar oom W. fabricius en muy Barbara
fabricius, en heeft den doop door domine Hellius op den
6 Novemb. 1692 ontfange, de getuyge waare Monfreer
Cornelis Gerlings, Masseur fabricius en Nichje Heersen.
De Heere laat haar in deuchde opwassen.
| met name Henrietta Jacoba, is genaamt naar mijn lieve
j huys-vrouw en Jacob bruynsteen, en heeft den hijligen
doop ontfange door Domine Jacobus de Kempenaar in
de groote Kerk tot Haarlem op den 2 Maart 1704. De
Getuygen waren Monfreer Arent van Duynen en nigte
Henrietta Christina de Witt, huys-vrouw van Neeff Albertus
Fabricius. God laat haar tot vreugden haarer ouders
opwassen.
Op den 21 September 1694 is mijn lieve huysvrouw
des Smorgens teu half achten in de craam bevallen van
mijn tweede dochter, met name Christina Cornelia, is
genaamt na mijn moeder Christina guldewagen, en naar
mijn lieve vrouws moeder Cornelia Nierop, Synde byde
haar Grootmoeders, en heeft den doop ontfangen op den
29 September 1694 door domine de nijs, de getuygen
waren Swager forrest, Suster gerlings en Suster forrest,
de Heere laat haar in deuchden opwassen.
Op den 23 Mey 1696 is mijn lieve huijs-vrouw des
Smorgens ten vier uuren in de craam bevallen, van mijn
tweede Soon, met name Willem Gerlings, is genaamt naar
Monsr Willem fabricius Syn oom, en heeft den doop ont
fangen door domine Johannis Huysinga op den 23 Meij
1696 de getuygen waren de Neven Arent en Albert
fabricius en masseur fabricius, den Heere laat hem in
deuchde opwassen, tot vreugde van Syn ouders.
Op den 25 November 1697 is mijn lieve huys-vrouw
tot Amsterdam des Smorgens ten half negen uuren in de
craam bevallen van mijn derde Soon, met name Herman
.Gerlings, is genaamt naar Syn groot Vader Herman Ger
lings, en heeft den doop ontfangen door Domine Johannis
Oostrum in de niwe Kerck den 27 November 1697 tot
Amsterdam, de getuygen waren Monfreer en Masseur van
Zurck, God laat hem tot vreugde Syner ouders opwassen,
en hem tot Salicheyt.
Op den 6 Maart 1699 is mijn Lieve huys-vrouwe des
avonts tusschen T en | acht uuren in de craam bevallen
van mijn vierde Soon, met name Gornelis Gerlings, is
genaamt naar Sijn oom Cornelis Gerlings, en naar Syn
over groot Vader de Burgemr Cornelis Guldewagen, en
heeft den Hijligen Doop ontfangen door Domine van der
Horst in de Nieuwe Kerck tot Amsterdam op den 8ste
Maart 1699, de Getuygen waren Mons* Willem fabritius
out Burgermr en Muy Catharina Guldewagen Wed. de
Graat, den Hemel laat hem tot vreuchden Syner ouders
en hem tot Salichydt opwassen.
1699 den-30 Augusti, Smorgens ten Seven uuren, heeft
het God behaagt mijn Soontie Herman Gerlings, te halen
in Sijn eeuwige rijck, nadat het Seven vierendeels jaars
out was.
1700 den 24 Xb* is mijn lieve huys-vrouw Smorgens
ten ^ tien uuren in de craam bevallen van myn Sevende
Kint met name Herman Arnoldus is genaamt naar mijn
vader zalgr en Syn neeff Arnoldus fabricius, en heeft den
Hyligen Doop ontfangen door Domine Schutting in de
nieuwe Kerck tot Amsterdam op den 26 xbr 1700. de
getuygen waren neeff Abraham Guldewagen en nigte
Agatha Sul. God laat hem tot vreugde Syner ouders
opwassen.
1704 den 27 feb. is myn waarde huijs-vrouw smorgens
ten half agten in de craam bevallen van ons achste Kint,
1705 den 20 July is mijn waarde beminde Smorgens
ten iien uuren in de Craam bevallen van mijn negenste
Kint, met name Adriana Arnoldina, is genaamt naar mijn
bemindens Vader Adrianus Schas, Hre van Zanthorst en
haar oom Arend van Duynen, en heeft den Hijligen Doop
ontfangen door domine Dorielle in de Groote Kerk tot
Haarlem op den 22 July 1705 de Getuygen waren de
de Hr en Neef Abram Cranendonk en Cornelia Schas,
den Almogende laat haar tot vreugden van ouders, susters
en broeders opwassen.
1709 den 14 July Sondags Smiddags ten twee uuren
heeft het God behaagt mijn Dogtertie Adriana Arnoldina
te halen in sijn Eeuwige Rijk, naardat het vier jaar min
ses daaghen out was.
1714 den Elfde feb. is myn outste dogter Barbara
Wilhelma in den Egten Staat getreden met Mr petrus
vuijst, gebooren op Batavia en door Domine Schuring
des avonts ten acht uuren in de groote Kerk getrouwt.
God geeve syn zeegen in het huwelyck.
1715 den 16 JanS is myn dogter tot Lijden in de Craam
bevallen van haar eerste Kind, dog doot ter werelt ge
coomen, synde een dogter.., .
1716 den 22 Maart is mijn dogter Barbara van haar
tweede Kint verlost tot Lyden, synde een gezonde spruyt,
des snagts ten 12 uuren, en des avonts gedoopt in de
pieters Kerk door Domine Leffen, genaamt Maria Louisa,
na haar Groot Moeder Maria de Nys, wed. Hendrik Vuyst,
en haar oom Louis Gerlach, daar peter van was haar
Groot Vader Mr Herman Gerlings, en meter Maria de
Nys haar Groot Moeder, God laat den Jonggeborene tot
Vreugden van ouders en Vrinden opwasschen.
1716 op den 16 Mey heeft Broeder en Suster Vuyst
met haer E Kintie voor de Camer van Zeeland op het
Schip d1 herstelde Leeuw voor de vlaikte van Rammeries (1)
het anker geligt en de Rys naer Oost-Indien Aangenomen.
God geven haer een voorspoedige Ryse en geven haer
het geen best is naer Ziel en Lighaem.
1716 op den 6 Xber Des Middags ten een uuren Heeft
het Den Almagtigen God behaagt mijn Lieve en Waarde
Vader naer een siekte van twee dagen in Syn Eewige
Heerlijkheyd te haaien, oud synde 50 jaer 6 maenden.
1725 den 18 desember is mijn 2 doghter Cristina Cor
nelia in den Egten Staat getreden met Mr Jan dutrij
gebooren van amsterdam en door domine Schuring das
smigdag ten 12 uren in de groote Kerck getrout, Godt
geeven syn zeegen in het huwlijck.
(1) Kan hier bedoeld worden: Rammekens of Zeeburg, fort in de
Zeeuwsche gem. Ritthem, aan de Hont Aangelegd door Karei V in
1547. In 1652, 1811 en 1812 zijn nieuwe vestingwerken om het kasteel
gelegd Het dient thans tot het bewaren van buskruit. Den 15 Sept.
1556 scheepte Karei V zich hier in om naar Spanje te reizen.In 1573
werd het door Boisot op de Spanjaarden genomen. Van 1585 tot 1616
i was het aan Engeland verpand. W.