Wermbolt Stuerman,
Deric van Drynen,
Gerit Ulrix,
Herman van Mekeren,
Arnt van Herwen,
Aernt ten Walle, ob.
Raden:
Sele Keppelman,
Evert ter Voerst,
Bernt van Boerle,
Henric Nyenhuys,
Johan Stuerman.
Secr.: als boven.
1440.
Alphart Iseren, zeg.,
111
112
Berndt van Bourlo, zég.,
Evert ter Voirst, overrentm.,
Andries Yseren, onderrentm.,
Andries Yseren Gerits soen,
Zele Keppelman,
Herman van Mekeren,
Wermbolt Stuvenberch,
Henric Nyenhuys,
Johan Stuerman,
Henric Kaelsack,
Wermbolt Stuerman.
Raden:
Johan Kreyng,
Jacob Scimmelpenninc,
Gherit Ulrix,
Johan Huerninc,
Deric van Drijnen.
Secr.: als boven.
1441.
Berndt van Boerlo, zeg. en
overrentm.,
Johan Kreynck, zeg. en
onderrentm.,
Zelle Keppelman,
Evert van der Voerst,
Henrick Nyenhues,
Henrick Kaelsack,
Jacob Schimmelpenning,
Johan Huerninck,
Johan Stuerman,
Aernt van Herwen,
Deric van Drynen,
Gerit Ulrics.
Raden:
Andries Yseren,
Wermbolt Stuvenbergh, (1)
Andries Yseren Gerritsoen,
Alphart Yseren,
Wermbolt Stuerman,
Herman van Mekeren.
Secr.: als boven.
(Wordt vervolgd.)
(1) Ten onrechte wordt deze in ha D rentmeester genoemd.
Grafschriften enz. in de Kerk te Westbroek.
Aanvulling.
De Heer W. M. C. Regt, is zoo vriendelijk mij de
volgende inlichting te zenden.
â??Henricus Martini ab Harlingen (d. i. dus: vroegere
woonplaats: Harlingen en daar wellicht geboren) werd
in Maart 1642 als kandidaat beroepen te Nichtevecht en
in hetzelfde jaar aldaar bevestigd. Is vandaar in November
1649 door de Classis van Amersfoort naar Soest beroepen,
ontbrekende daar de kerkeraad. Te Soest in Augustus 1684
emeritus verklaard en overleden in November van hetÂ
zelfde jaar.
Was de vader van twee zonen:
a. Martinus van Harlingen, als kand*. beroepen te
b.
a.
Benswoude, Aug. 1668 en bevest. einde '68, te
Rijswijk bij den Haag ber Aug 1670, te AmersÂ
foort in 1672. In de Gasthuiskerk te Delft Septemb.
1674 , te Hoorn in Maart 1677. Herdenking 50-jarige
dienst 1719 met 2 Petri I: 14. Te Hoorn overÂ
leden 23 Februari 1721, oud omstreeks 78 jaar.
Ernestus van Harlingen. In het voorjaar van 1674
beroepen te Westbroek en Achttienhoven. Heeft deze
plaats niet verwisseld met eene andere, doch nam in
het najaar van 1699 zijn emeritaat en vestigde zich
te Utrecht, waar hij nog in 1705 leefde,
en b. zijn volgens van Rhenen, in diens naamlijst,
Soestenaars. De opsteller der predikantenlijst van Utrecht
vergiste zich echter nog al eens. Dat b. Soestenaar van
geboorte was, is mogelijk, doch de doopacte van a is onge-
twijfeld te Nichtevecht te vinden. Zie meer in de Boekzaal
van 1721.'
Het is vrij duidelijk, dat het grafschrift, door mij
medegedeeld, dat van den vader is. Henricus van, of
liever: ab Harlingen heeft zich wellicht na zijn emeritaat
te Westbroek bij zijn zoon metterwoon gevestigd
Deelde de Heer Kymmell op bl. 190 van den vorigen
jaargang mede wat Mattheus te lezen geeft over de bijÂ
zetting van 't lijk van den Graaf van Rennenberg (zie
het grafschrift te Westbroek ald. bl. 114) te Oostbroek,
in het vrij zelden voorkomende 2e deel van Smids â??SchatÂ
kamer der Ned. Oudheden' vind ik wat er later
met dat lijk is geschied. Daar staat nl. i v. Zuilen het
volgende:
â??Gemelde Heer Willem, Graaf van Rennenberg, Heer
tot Zuilen, Westbroek en Oldenhoorn starf op 'thuis
te Zuilen, den 8sten July 1545, hij werd gebalsemd,
zijn hart te Zuilen in de Kapel, zijn ingewand te WestÂ
broek, en 't lichaam te Oostbroek in de Abtdij, begraaven,
volgens aanteekening van Henrica van Erp, abdisse van
't Vrouwen Klooster aldaar, en Ooggetuige van de be
gravenis, die op den 11 July geschied is. Anton Matth.
Analect Tom. I, pag. 179. Toen de Abdtdij van OostÂ
broek met haare Kerk, in 't jaar 1580, werdt afge
brooken, op dat er de Spanjaards niet in zouden nestelen,
is het lichaam van deezen Heer in een looden kist naa
Zuilen overgebracht, en bij 't hart in de Kapel bijgezet.'
De kapel te Zuilen brandde af 31 Dec. 1847.
H. J. S.
Vragen en Antwoorden.
Wapens. Naast mij liggen de afdrukken van drie
cachotten: a. in groen een springend paard, Helmt.
't paard uitkomend, b. een weihek, helmt : 't zelfde
meubel, (er is eene belgische familie v. Hecke die dit
voert), c. een huwelijkscachot, 2 ovale schilden, zoodat
niet zeker is, dat het herald, rechterschild van den man
is: in blauw en groen grasveld, waarop twee schapen,
't rechter (herald) etend, 't linker iets meer op den achterÂ
grond en opziend, de koppen naar elkaar toe, 't andere
schild: een roskam vergezeld van drie lelies, twee rechts
en links van de eigenl. kam én een onder den steel.
Deze cachetten kwamen uit den inboedel van Dirk Gips,
eigenaar eener branderij te Dordrecht, f 1887. Hij had
ze niet door huwelijk. Dus moge 't volgende eene aanÂ
wijzing zijn. Zijne moeder heette Haas, eene luth familie
te D , en hare moeder van den Bende. Van vaderszijde
komen deze namen onder zijn voorouders voor: d'Orma,
v der Sluys, Rootbeen (wapen bekend), v. Limmen en
de Vos Wellicht geeft dit aanwijzing Behalve Rootbeen,
allen Dordtsche families, wier wapens ik gaarne wist,
ook buiten de kwestie der cachetten om. Wellicht kan
ons Dordtsche medelid iets beantwoorden.
't Wapen Gips is mij bekend van een wapenbord uit 1689.
H J. S.
IKHOT D 1S97, S». 7.
Het geslacht Frets, door W. M. C. Eegt. â?? Een votiefbord uit de
16e eeuw in verband met de familie van der Does, door M. G WildeÂ
man. â?? van Half-Wassenaer, door Jac. A. â??Naamlijst der Schepenen
van Zutphen (vervolg van kolom 96), door J. Gimberg. â?? Grafschriften'
enz. in de Kerk te Westbroek (aanvulling) â??Vragen en Antwoorden.
Gedrukt bij Gebrs. J. & H. van Langenhuysen te 's-Gravenhage.