5
niet minder zullen de penningkundigen, die nog altijd een
standaardwerk missen, hier hun hart kunnen ophalen en
een leiddraad vinden bij hun ingewikkelde nasporingen.
Reeds lang is er door numismaten van naam op gewezen
dat het Armorial van Rietstap, fouten en leemten bevat,
en tot nu toe was dit noch het eenige werk, 't welk zij
met macht konden raadplegen. Dank zij den arbeid van
den graaf van Renesse, is dit lijvige boekdeel thans geÂ
makkelijker te raadplegen, 'tgeen evenwel niets afdoet
aan den zooeven aangevoerde critiek.
In eene inleiding, die een verhandeling over de heralÂ
dische wetenschap, en op 't gebied der zegelkunde eene
menigte nieuwe opmerkingen bevat, geeft de heer de
Raadt een vertoog ten beste, dat allen navorsehers doch iu
't bijzonder hen die studie maken van legpenningen en
munten goed te stade kan komen.
We bedoelen hier voornamelijk de opgave van familiën
die in hun wapen dezelfde stukken voeren. De schrijver
groepeert de namen dusdanig, dat het iedereen gegeven
is, om alle geslachten, die met dezelfde heraldieke figuren
hebben gezegeld, in dit werk direct terug te vinden.
We zullen slechts twee voorbeelden aanhalen.
De 5 ruiten in kruisvorm geplaatst, behoorend aan
eene der beroemdste geslachten van Brussel nl. de familie
de Mol, vindt men terug in de wapenschilden der Grhin
dertalen, Kessel, Goninixloo, Ophem, Rode, Schoor, Sla
terbec, Spiegel, Wellen, der schepenen van Eegenhoven, enz.
Tweedens de 5 schelpen in kruisvorm vullen o. m. de
blazoenen der familiën Eschweiler, Esselen, Hertoghe,
Camborne, Coninc, Mons, Noot, Platea, Spiegel, SteenÂ
weg, Storm.
De door den heer de Raadt gepubliceerde documenten
dienen bovendien als een controle op beweringen in verÂ
schillende categoriën van werken, en zullen voldoende
een beter begrip doen krijgen van enkele oude zeer uitÂ
gebreide tot dusverre geraadpleegde geschriften, zooals
de â??Miïoir des nobles de Hesbaye, van Jacques de Hemri
court, het Wapenboek van den heraut Gelre, de Chroni
ques de Froissart, enz. enz.
Het is overbodig aan deze gloeiende aanprijzing meer
luister bij te zetten. Alleen moet ons van het hart, dat
men onzen grooten Rietstap niet te hard moet vallen
over de fouten, die, bij een arbeid als de zijne, bijna onÂ
vermijdelijk zijn. We mogen trots'ch zijn en blijven op
onzen op dit gebied grooten vaderlander, die zich door
zijn Armorial over de geheele wereld een goed klinkenden
naam heeft verworven.
Dit alles neemt evenwel niet weg, dat ook wfy met
warmte kennismaking met het werk van den heer de
Raadt aanbevelen. De onuitputtelijke werkkracht en de
waarheidsliefde van dezen beoefenaar van geschiedenis,
genealogie, wapen- en zegelkunde zijn genoegzaam bekend
om te durven vermoeden, dat ook weldra dit nieuwe
werk bij geen historicus, genealoog of heraldicus in ons
land in zijne bibliotheek zal ontbreken, om een waardige
plaats in te nemen naast het Armorial van Rietstap.
Het wapen Muscli.
M. G. W.
In mijn historische aanteekeningen over Elisabeth Musch (van Cleeff, Amersfoort 1896), gaf ik de hier bovenÂ
staande afbeeldingen van het oorspronkelijk familie-wapen en van dat door Lodewijk XIII aan Cornelis M., den
griffier der Staten, geschonken. Ik wees daarbij op de vermoedelijke knoeierijen, die bij 't invullen van het
diploma hebben plaats gehad.
De zilveren leeuw in sabel toch, is het wapen van de familie van den Broecke dit Musch, uit Brabant. Nu is
de mogelijkheid nog niet uitgesloten, dat de griffier werkelijk aan de famillie verwant was of er van afstamde.
Is iemand eene genealogie van den Broecke bekend? En wie der HH. leden van ons genootschap zou eens voor
mij willen nagaan of Musch na 1632 werkelijk met het nieuwe wapen heeft gezegeld ? Misschien berusten er nog
losse stukken die zijn cachet vertoonen op het Rijksarchief te VGravenhage.
Haarlem. M. G. WILDEMAN.