De Nederlandsche Leeuw, jaargang 15 (1897)

117 118 Zonder terug te komen op de theorieën van de piek en van de uiet punten voorziene knods, reeds met roem bestreden door Huydecopor in zijne aanteekeniogen op de njmkronijk van Melis Stoke, ontleedt de Heer van Malderghem de legende van de hellebaard, die, zooals hij zegt, een waardige tegenhanger is van den would-be Goedendag met beslagring en landspunt. Het vaderschap ervan komt toe aan Paulin Paris, den nieuwen uitgever van de Grandes Chroniques de France. Violet-le-Duc, â??voor wien de oudheidkunde overigens nooit geheimon heeft gehad', en de Fransche majoor E. Hardy hebben buiten hun weten een zeer krachtig aandeel aan hare verbreiding gehad. Deze uitlegging berust alleen op de verkeerde lezing van een enkel woord. In he t hoofdstuk ove r den slag van Kortrijk, waar gespro­ ken wordt over de door de Vla­ mingen gebruikte wapens, zeg­ gen de Grandes Chroniques de France, dat zij waren wel amo ries (1). P. Paris stelde in de plaats van dit woord, dat een beteekenis heeft, he t woord ancorées, dat er geen heeft, en, zijn dwaling nog vergrootende, commentarieerde hjj dat in de romaansche woordenlijst niet be­ staande woord, en verklaarde het door de bewering dat â??(fes lances ancorées sont des lances tenninées en forme d'ancres, a peu prés comme des hallebardes'. De Hee r van Malderghem verwerpt op zijne beurt alles wat met de beschrijving van den krijgsman Guiart in tegenspraak is en verklaart deze naar de technische gegevens, zonder bij eenig woord van zijne natuur­ lijke beteekenis af te wijken. Hij komt tot deze slotsom : Het ijzer van den Goedendag, aan â??grons bostons ])esatis' vastge­ hecht, was aan den eene n kant dik, om mede te slaan, â?? aan 3>E . Gcwara» â?¢ 2&^Jt53uT- zeer spitse punt, om te steken. Het was dus een groote kling of lemmer, ongeveer in den vorm van een recht hoekigen driehoek, omdat de kant die als knods moest dienen, naar den regel althans, recht behoorde te zijn. terwijl de andere zijde, van de punt af, eene eenigszins diagonale lijn moest volgen, om aan het jjzer voor het gebruik, waartoe het bestemd was, meer sterkte te geven. Maar dan is dat wapen niet anders dan een kouter! De geschiedschrijver Giovanni Villani, die het slagveld Pevelenberg bezoobt had , zegt dat de Goedendag (1) ,Amorés est h gaiie de rasoir' iAnteU, in La Curne de Sainte Dict. de l'ancien langayc FrantviQ. vooral het wapen wa s der arme lieden. Nu weet men welk belangrijk deel aan dien Moedigen veldslag genomen werd door net landvolk, dat zich op eigen kosten moest wapenen, en zich van do gereedschappen van hun hand­ werk bediende om huis en haard te verdedigen. Alle andere landbouwgereedschappen, de zeis, het snoeimes, de hooivork, de hak, de dorschvlegel, de bijl, die door de ridderschap werden overgenomen en verbeterd, â?? hebben zij niet als wapen gediend bij de boerenopstanden ? En zou dan het kouter, dat ontzachlijke mes , dat nog in onze dagen, volgens de wet , niet onbehoerd ma g blijven liggen, aan straten, wegen, op openbare plaatsen en in het land, op boete van één tot tien franken, â?? zou dan het kouter ook niet als wapen gebruikt zijn door de te velde trekkende boeren? De heer van Malderghem ondersteunt deze stelling met veel wetenschap, door aanhaling en uitlegging van ver­ schillende teksten, waarvan ik slechts eene zal vermelden, ontleend aa n den bijbel in handschrift van den Vlaam schen dichter van Maerlant (einde der XIIIo eenw). Bij die plaats behoort eene miniatuurteekening, voorstellende den rechter Saragar, in de kleeding van een ridder van den tijd van den Vlaamschen dichter, en gewapend met het beruchte kouter, waarmede hij, volgens de fantastische legende, alleen zes honderd Filistijnen versloeg: ,Sangher was rechter daer naer. Mar hine lerede war (sic!). i, iaer. Tien tiden wilden de filisteen Ysrael storen over een. Mar Saugher halp hem uter nod, Ende sloegher daer .dm . (5000) dod. Allene selve metter vard. Met eenen coatere sonder sterd. Waarschijnlijk heeft Maerlant, omdat dat wapen zoo algemeen bekend wa s bij het Vlaamsche volk, en vfin zulk een krachtige uitwerking, den wreker Israëls bij De rechter Samgar, gewapend met het kouter (lis. van het einde der Xllle eeuw, Kon. Bibl. te Brussel, N°. 15001, f». 80). voorkeur me t het kouter gewapend, liever dan met den dnjfstok va n den oesenhoeder, die door de geleerde uit­ leggers va n den bijbel als het wapen beschouwd werd, waarvan Samgar zich bediende om de vijanden van zyn stam te vernietigen. De macht van dat wapen verklaart de gruwelijke ver­ liezen door de Goedendags aa n de Fransche ridderschap toegebracht, volgens het getuigenis der kroniekschrijvers, 9En soy défendant fery ledit Cannauxdun fodandnrt OM piqué de F landres un cop seulement, dont mort s'entvy' (La Curne de Sainte-Palaye)