M A A FDBLAD
VAN HET
Genealogisch-heraldiek genootschap â??De Nederlandsche Leenw.'
Dit blad verschijnt omstreeks het midden
van iedere maand, en wordt alleen aan de
leden Tan het genootschap gezonden. Brieven
te zenden aan den Secretaris den heer Mr. H. J.
KOENEN, Kanaalweg 63, Scheveningen, bijÂ
dragen voor het Maandblad, en de daarop
betrekking hebbende correspondentie aan den
heer M. G. WILDEMAN , Zijlweg 28 te
Haarlem.
Aanvragen betreffende de bibliotheek te
richten tot den heer Jhr. Mr. C. H. C. FLUÃ?T
VAN ASPEEMONT, Jan van Nasiaustraat 6,
te 's-Gravenhage.
Leden te 's-Gravenhage betalen per
jaar Æ? 10.00
Zij, die buiten 's-Gravenhage wonen Æ?6.00
De vorige jaargangen zijn voor de nieuwe
leden te bekomen ad Æ? 6.00 per jaargang.
Afzonderlijke nummers zijn niet verkrijgbaar.
De redactie van het Maandblad wijst er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de
strekking of inhoud der onderteekende stukken.
9.
XVe Jaargang.
Be Latijnsche School te Zierikzee en bare rectoren
van de eerste helft der XVIe eeaw tot 1880.
In het bekende werk â??Tegenwoordige Staat der Ver
«enigde Nederlanden' en wel in het 9de deel, dat de
beschrijving van Zeeland, met name o.a van Zierikzee
bevat, wordt op bladz. 365 van onze school gezegd: â??schijnt
â??al vroeg opgeregt, en reeds in een Privilegie van Willem
â??van Henegouwen, van 't jaar 1304, gedagt te zijn' De
brief, waarop hier gedoeld wordt en die in van Mieris
Charterboek deel II fol. 38 (hoewel met geringe afwijkingen
in de spelling) is afgedrukt, is nog in originali in het
gemeente-archief van Zierikzee voorhanden en komt als
n<>. 19 op den inventaris voor.
Hij luidt letterlijk als volgt: â??Wi Willem outste sone
â??sgraven van henegouwen van holl. van zeiand en shen
â??van vriesland riddë/ maken kont allen lieden, dat wi ons
^hen ons vader ghetrouwen porten van zyrixe omme/
T,mehichen ghetrouwen dienst die si ons dicken ghedaen
â??hebben en sullen doen, gheven van/ ons hen weghen
â??ons vader en den onsen, dat si die seole van zyrixe
â??gheven moghen alse/ ruem word, enë clerc die ons
-â??ghetrouwe es en der port orbare. En omme dat wi / willen
â??dat dit stade blive en vast, soe hebben wi desen brief
.â??besegheld met onsen seghele / en hebbë onsen hé onsen
â??vader in belovet te houdene. Gheghevèn int jaer ons hen
â??alse/ më scrivet m. ccc. en vire des woens daghes vor
â??assencioen.'
De brief is op perkament, het zegel verloren
Zonder twijfel ziet dit stuk op die inrichting van onderÂ
wijs te Zierikzee, welke, in den loop der tijden belangrijker
geworden, in de XVIe eeuw meermalen als â??de grote
-schole' vermeld wordt en waar vele jongelieden, die
later in de rollen der buitenlandsche hoogescholen (o.a. van
-die te Keulen) opgeteekend werden, hunne eerste schreden
hebben leeren zetten op de bane der wetenschap.
Door het betreurd gemis van de meeste bronnen, blijft
de geschiedenis van het middeneeuwsch Zierikzee nog
raltijd in eene geheimzinnige schemering gehuld. Uit de
XlVe en XVe eeuw, ja zelfs uit een groot deel der
]XVIe eeuw is ons al zeer weinig omtrent de toen
bloeiende stad bekend gebleven. De laatste jaren van
den zoogenoemden Franschen tijd zijn voor het oude en
rijke archief der stad verderfelijk geweest. Eene ingestelde
strafvervolging tegen den vandaalschen maire (Dr Nicolaas
de Kater) die de documenten voor scheurpapier bij 't pond
liet verkoopen en de geheele charter-verzameling voor
een tijdje in handen van een joodschen uitdrager bracht,
had geen voortgang en zou, indien zij al ten uitvoer
gelegd was, de vernietiging van zeer vele belangrijke
bescheiden toch niet ongedaan gemaakt hebben.
Pas in de eerste helft der XVIe 'eeuw vallen ten opÂ
zichte der â??grote schole' lichtstraaltjes in het schemerÂ
donker verleden van het oude Zierikzee. In een brief
â??de Ratione studii' van Adriaan van Baarland wenscht
deze zijn vriend
'1°. Mr. Guilielmus Zagarus geluk met de benoeming
tot rector te Zierikzee, waar hij een even waardige en
ernstige, als geleerde en dichtlievende schoolvoogd zal
wezen.
Zagarus, die te Groes geboren was, op 12 Juni 1521
poorter en daags daarna pensionaris te Zierikzee werd,
schijnt tot 1533 aan het hoofd der Latijnsche school te
hebben gestaan, daar hij, wellicht om zijne vermaardheid
door de in 1531 te Parijs uitgegeven rechtsgeleerde
verhandeling over de Lex lecta, tot raadsheer in het Hof
van Friesland benoemd werd en 13 April 1533 ontslag
als pensionaris van Zierikzee bekwam.
In December 1538 is hij overleden te Leeuwarden,
alwaar zijn grafteeken nog lang is bewaard gebleven.
In het Noorden heeft hij zich als een voorstander der
nieuwe leer doen kennen, hoewel gemeld wordt, dat hij
later weer van gevoelen zou veranderd zijn.
Een broeder van hem, Pieter Jansz Zagars, werd
12 Juli 1527 poorter te Zierikzee.
Wie zijn omiddellijke opvolger geweest is, valt voorÂ
alsnog niet te zeggen, althans uit raadsnotulen van
28 Januari en 11 Maart 1538 blijkt, dat het toen weder
noodig was â??de schole van een opperschoolmeester of
rector te voorzien'. Wellicht is kort daarop (31 October)
aangenomen:
2°. Mr. Cornelis Hendrikse, van wien wij alleen weten,