De Nederlandsche Leeuw, jaargang 16 (1898)

45 46 dit blad. Zoo neen! dan zal ik bij gelegenheid hier eens publiceeren wat ik er van weet, in de hoop dat anderen het kunnen aanvullen. A. B. G. Grafsteden in de Kerk te Beverwijk. Wie â??Het verheerlijkt Kennemerland' van Brouërius van Nideck opslaat om de buitenplaatsen uit de eerste helft der 18e eeuw met haar meetkundig geconstrueerde vijvers en droge kommen, haar rechte lanen voerende naar een sierlijk bordes of' paviljoen, met haar geschoren lanen, gestoffeerd met half-klassieke marmerbeelden te bekijken, die zal bespeuren dat Beverwijk, hetwelk thans het cemtrum is der bollen- en groentencultuur, en voor het overige omringd wordt door meest half-verwilderde buitens, die hoofdzakelijk voor de jacht worden aange­ houden, dat rondom datzelfde Beverwijk in de 17e en 18e eeuw talrijke fraai .aangelegde en goed onderhouden lustoorden zich bevonden, door rijke Amsterdamsche patriciërs bewoond. Geen wonder dus dat we in de kerk te Beverwijk de grafsteden vinden van vele aanzienlijke geslachten en vele wapenschilden en kwartierborden, die de vermelding in dit Maandblad wel waard zijn. We zullen ze achter­ eenvolgens in een reeks vervolgartikelen beschrijven en telkens, over de familie waarop ze betrekking hebben, ons eenige uitweiding veroorloven. A tout seigneur tout honneur, wij beginnen derhalve met de kapel der heeren Van Beverwijk tot het geslacht Van Harencarspel, later, door aanhuwelijking met Haren carspel, tot de geslachten Testart, Decker en Sautyn behoorende. Daar dezelfde wapens op de verschillende kwartierborden dezer familiën natuurlijk aanhoudend terug keeren, zullen we, eerst na de vermelding van al deze borden, overgaan tot de beschrijving der daarop voorko­ mende wapens. I. Heer Francois van Harencarspel, heer van de stede Beverwijk, Wijk op Zee en Wijk aan Duijn. In zijn WelEdelheidsleven schepen en raad der stad Amsterdam. Natus XVIII Februari MDCLXXXV. Obiit XV Junii MDCCLVI. Hoofdwapen gevierendeeld: 1 van Harencarspel, 2 Velters, 3 van Oudshoorn, 4 de Haze, hartschild Bever­ wijk n.1. in goud 4 leeuwen 1 en 4 rood, 2 en 3 zwart onder een blauwen lambel ln een rood schildhoofd drie zilveren leliën naast elkander. In den schildvoet een natuurlijk-gekleurde golvende zee. De accessoires van het wapen, die zeer fraai en hoog in hout zijn gestoken, bestaan uit een aanzienden gekroonden helm met blaauw en witte dekkleeden, helmteeken een witte rood-gebekte en gepoote eend met uitgespreide vleugels. Schildhouders twee gouden arenden, omziend. 16 kwartieren. Harencarspel. Velters. Meurling. Pouwels v. d. Outshoorn. Does. Bronkhorst. Weitiers. Haak. Velters. de Budt. van de Voorde, de la Vosse. de Haze. Coeymans. van Juch- Schenck. teren. II. Het tweede wapenbord is dat van de echtgenoote van genoemden heer van Harencarspel en dus de tegen­ hanger van het voorgaande bord. Het opschrift luidt: Vrouwe Anna Apolonia Loten vrouwe Van de WelEdele Gestrenge' Heer Francois Van Harencarspel Heere Van Beverwijk, Wijk op Zee en Wijk aan Duin, oud-schepen en raad dér Stadt Amsterdam etc, etc, etc. Nata XX Martii MDOXCIV. Obiit XIII Julii MDCCLV. Hoofd wapen: een door een negenpaarlige kroon gedekt vrouweschild van goud met een groene loot, bestaande uit twee uitloopende knoppen, wier stengels tesamen uit een dergelijken knop ontspruiten. Schildhouders twee gouden griffioenen. Loten, de Hem. Selyns. Ryckaert. 16 kwartieren. Arsenburgh. Velters. de Budt. Van Hoorn. v. d. Voorde, de la Fosse. Sprenghuysen.de Haze. Coeymans. Metsue. v. Juchteren. Schenck. (wordt vervolgd.) De wapens van Hontman en Pauw. Het Februari-nummer bevat van onzen ijverigen mede­ werker Jac. A. eenige aanteekeningen over de Gebroeders Houtman, waaruit blijkt dat er tusschen Rietstap en De' Navorscher XXI, 510, XXVI, 79 en 186, verschil van gevoelen bestaat over hun familiewapen. In zijn studie over Reinier Pauw (â??Over de beide staatspartijen in de voormalige republiek', Amsterdam, 1868, bij C G. van der Post), schreef mijn grootvader Mr. H. J. Koenen: â??Onder de oudste na de omwending van 1578 benoemde raadsleden, bekleedde een voorname plaats de oude Adriaan Pauw, geboortig van Gouda, waar zijn geslacht gedurende eenige menschenleeftijden woonachtig was geweest. De twee Gebroeders Houtman voerden hetzelfde familiewapen als hij en behoorden ook onder zijne bloedverwanten'''. Hieruit verklaart mijn grootvader dan verder het aandeel dat Reinier Pauw genomen heeft aan de oprichting der Compagnie van Verre. Welke de familierelatie tusschen de Pauwen en de Houtmannen was blijkt niet, doch met betrekking tot het wapen wordt naar Nav. II blz. 153 verwezen, waar de graf­ zerk van Frederik Houtman beschreven is, als in het midden een medaillon vertoonend met een pauw met opgeheven staart en het omschrift â??'t Wapen van Freederick Pie tersoon Houtman'. Het is dus niet geheel juist dat het wapen der familie Houtman hetzelfde was als dat van Adriaan Pauw. Deze toch voerde het halve kruis met de drie sterren, evenals de tegenwoordige ridders Pauw, terwijl de pronkende pauw daarbij, evenals thans, slechts als helmteeken dienst deed. * Oorspronkelijk voerde echter ook de familie Pauw een pauw met opgeheven staart in het wapenschild, welk wapen voor het tegenwoordige werd verwisseld door den Goud schen burgemeester Dirk Pauw, zoon van Gerard Nico laaszoon Pauw en Jenne van Bergele, wier geslacht het halve kruis met 3 sterren van zilver in groen voerde. Derhalve rijst de vraag of het echtpaar Pauw-van Bergele wellicht nog andere kinderen naliet dan genoemden Dirk, het eenige kind dat de genealogie Pauw vermeldt, en of zij wellicht een dochter hadden, die het oorspronkelijke wapen, zijnde een pauw met opgeheven staart van natuur­ lijke kleur in goud, door huwelijk in de familie Houtman kan overgebracht hebben.