De Nederlandsche Leeuw, jaargang 16 (1898)

83 84 De distelplant als helmteeken is naar ik meen regel­ matig door alle afstammelingen van burgemeester Reinier gevoerd. Wel komt op het zooeven genoemde Fransche diploma, dat de raadspensionaris in 1621 ontving, een pauwestaart als helmteken voor, doch de'raadspensionaris zelf voerde altijd de distelplant. Een fraaie afbeelding van zijn wapen (gevierendeeld Pauw en Heemstede, met de lelie in het hartschild, en als helmteeken de distel) was voor eenige jaren te zien op â??Oud-Holland' het bekende antieke uitspanningsterrein, behoorende bij de tentoonstelling van het Hotel en Reiswezen te Amsterdam, gehouden in den zomer van 1895. Boven de poort Waarin de kwak­ zalver Kakkelodorus zijn grappen debiteerde, vond men het blazoen van den raadpensionaris aangebracht, zooals dat eenmaal in de poort van zijn kasteel te Heemstede 'heeft geprijkt. Tot voor een tiental jaren lag die steen nog op de boerderij, die de plaats van het voormalig slot inneemt, of liever grenst aan de prachtige brug die naar het slot voerde en thans alleen daarvan over is, sedert is hij naar ik meen aan het rijksmuseum afgestaan. Een afgietsel of getrouw namaaksel was het dat de poort van Kakkelodorus versierde. Ook nog op meer ingewikkelde wijze placht de raad­ pensionaris zijn wapen samen te stellen, namelijk verdeeld in 6 vakken door twee snijlijnen en één deellijn met twee hartschilden op de beide kruispunten. Het bevat het familiewapen in het eerste en zesde vak en in de 4 andere vakken de wapens van al zijn heerlijkheden: Heemstede in het tweede, een vliegende arend of valk boven een golvend water (Hogersmilde ?) in het derde, een rietschoof waarover een golvende dwarsbalk van goud in blauw (Rietwijk) in het vierde, en een golvende dwarbalk vergezeld van drie visschen (Nieuwerkerk ?) in het vijfde kwartier. Het bovenste hartschild bevat drie gouden lelies in blauw (vanwaar inplaats van' één die drie, het volle wapen van Frankrijk ?), het onderste hartschild van goud met de roode roos van Engeland. Ik bezit een tweetal gegraveerde portretten van den raadpensionaris, die beide dit samengestelde wapen te zien geven, omhangen met de keten van St. Michel. Op het eene dat gegraveerd is door Cornelis 'Visscher treft men bovendien een devies of lijfspreuk aan, welke echter niet onder het wapen is geplaatst, maar onder het onder­ schrift met de namen en de titels. Deze spreuk , â??Patientia et Pace' (met geduld en vrede) is als het ware het antwoord dat de meer behoedzame raadpensionaris geeft op den krachtigen lijfspreuk zijns vaders: â??Tandem bona causa triumphat' (eindelijk zegeviert de goede zaak). De burgemeester, die geen vriend van halve maat­ regelen was, had zich door zijn ijveren voor hetgeen hij de goed e zaak achtte met ai de hem eigene hartstoch­ telijkheid en doorzettingskracht, te Amsterdam bij velen gehaat gemaakt, nadat hij daar een tijdlang schier on­ beperkt had geheerscht. De al te krasse maatregelen waarvoor hij, een van de felste onder Oldenbarneveld's rechters, gebleken is niet terug te deinzen ten einde de goede zaak te doen triumpheeren, is wellicht oorzaak geweest dat zijn anders zoo schoone lijfspreuk later nim­ mermeer gevoerd is, niettegenstaande die in het Engelsche diploma als devies onder het wapen was aangebracht en dus bestemd om de algemeene wapenspreuk van zijn nakomelingschap te worden. Wij vermeldden tot dusver slechts twee van 'sburge­ meesters zonen, nl. Adriaan den raadpensionaris en Reinier den president van den Hoogen Raad. We moeten thans nog spreken van de drie overigen en de onderscheidingen die hun zijn te beurt gevallen. Alle drie voerden den titel van ridder, althans de genealogie kent dien ook toe aan den jongsten zoon Jacob Pauw baljuw en drossaert van Liesvelt. Cornelis Pauw, die als edelman deel uitmaakte van de ambassade naar Turkije onder Cornelis Haga en in 1613 hoofdconsul der Nederlanden te Aleppo werd, ontving ten volgenden jare van Koning Gustaaf Adolf van Zweden een diploma als eqües auratus. Ook aan hem heeft mijn grootvader een studie gewijd. Zijn zoon Pieter Corneliszoon Pauw, raad van justitie en fiscaal te Batavia, wordt in de genealogie eveneens Ridder genoemd, doch het is mij onbekend met welk recht. Michiel Reinierszoon Pauw eindelijk ontving 20 April 1623 van den doge van Venetië een diploma als ridder van San Marco. Ik weet niet of het een direct uitvloeisel van dit diploma was, dat hij in plaats van de twee gouden griffioenen, welke zjjnen broeder Adriaan tot schildhouders dienden, twee gevleugelde aanziende leeuwen, met aureolen om het hoofd, naast zijn wapen heeft ge­ plaatst. Zooals men weet is de gevleugelde leeuw een symbolische voorstelling van de Evangelist Marcus, welke voorkomt in het wapen van Venetië. Somtijds voerde hij rechts zulk een leeuw, links een wildeman, doch in den gevel van zijn huis plaatste hij het wapen met twee ge­ vleugelde leeuwen. Een enkele opmerking over de huizen te Amsterdam door de familie Pauw bewoond, is hier niet misplaatst. De oude Adriaan Pauw woonde op de Oudezijds Voor­ burgwal tegenover de Bierkaai, waar men zijn huis nog herkent aan een gevelsteen, waarop twee pauwen gebeiteld zijn, de eene pronkend, de ander van terzijde gezien met neergevouwen staart. Het huis heeft een opgaande stoep met twee ramen naast de voordeur, daarboven nog één verdieping en verder zolders, en is naar de zeden van de 16e eeuw niet groot, of weelderig. Burgemeester Reinier liet bij de uitbreiding def stad zich een meer aan de eischen van de 17e eeuw beant­ woordend huis bouwen op de Heerengracht bij de Lelie­ gracht. Dit huis moet echter niet vereenzelvigd worden met dat, hetwelk later door zijn zoon Michiel werd bewoond en dat eveneens op de Heerengracht bij de Leliegracht gelegen was, schuin tegenover de Warmoes­ gracht. Dit huis toch werd door den architect Vingboom voor Michiel Pauw gebouwd, gelijk men vermeld vindt in het bekende boek met afbeeldingen van de werken van dien bouwmeester. Het wapen van den ridder van St. Marcus is daar in den gevel geplaatst met de beide gevleugelde leeuwen als schildhouders en de distelplant als helmteeken. Nog heden ten dage ziet men daar het thans ledige wapenschild met twee kolossale St. Marcus leeuwen, doch het zonderling geval doet zich voor, dat helm en helmteeken verdwenen zijn. In plaats daarvan rijst uit den bovenrand van het schild een bekleede arm op, die een geopend boek omhoog steekt, waarop men met groote letters het woord â??Veritas' leest. Wellicht heeft een latere bewoner die verandering doen aanbrengen. Op de Heraldieke Tentoonstelling, waar ook de meeste der bovengenoemde diploma's door ridder Pauw van Wiel­ drecht waren ingezonden, was een teekening met het wapen van Michiel Pauw (schildhouders St. Marcus-leeuw en wildeman) met een eigenaardig devies, bestaande uit