MAANDBLAD
VAN HET
Genealogisch-heraldiek genootschap â??De Nederlandsche Leeuw.'
Dit blad verschijnt' omstreeks het midden
van iedere maand, en wordt alleen aau de
leden van het genootschap gezonden. Brieven
te zeuden aan den Secretaris den heer Mr. H. J.
KOENEN, Kanaalweg 63, Scheveningen, bijÂ
dragen voor het Maandblad, en de daarop
betrekking hebbende correspondentie aan den
heer Jhr. Mr. C. H. C. PLUGI VAN ASPERMONT ,
Jan van Natsaustraat 6, te 's-Gravenhage.
Penningmeester van het genootschap is de Heer
C.F.GIJSBEBTI HODENPIJL te Vrijenban h]Oelft.
Aanvragen betreffende de bibliotheek te
richten tot den heer Mr. H. J. KOENEN,
Kanaalweg 63, Scheveningen.
Xjeden te 's-Graveohage betalen per
jaar Æ? 10.00
Zij, die buiten 's-Gravenhage wonen / 6.00
De vorige jaargangen zijn voor de nieuwe
leden te bekomen ad Æ?6.00 per jaargang.
Afzonderlijke nummers zijn niet verkrijgbaar.
De redactie van het Maandblad wijst er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de
strekking of inhoud der onderteekende stukken.
N«. 1.
XVIe Jaargang.
1898.
Het geslacht Pruyn in Amerika,
DOOR
JOHN V. L. PRUYN te Albany.
(Vervolg van kolom 153, jaargang 1897).
127
Hon. John V. L. Pruyn,
Kanselier van de Universiteit van de Staat New-York.
(127) John van Schaick Lansing Pruyn, bekend als John
V. L. Pruyn, zoon van David Pruyn en Hibertie Lansing,
was geboren te Albany den 22 Juni 1811 in de â??Farnilie
woning' aan den Zuidoostelijken hoek van North-Pearl
en Patron Straten. Hij werd den 4den Aug. van hetzelfde
jaar gedoopt door Ds. Melanchton Bradford, Leeraar
van de Noordelijke, of zooals dezelfde gewoonlijk wordt
genoemd, de â??Twee Toren-Hollandsche Kerk'. Van zijn
voorouders, in Amerika, werd reeds melding gemaakt in
dit opstel. Zijn grootvader van moederszijde, Christopher
Lansing, kwartiermeester in het Regiment van Kol.
Schuyler gedurende den Onafhankelijkheids-Oorlog
was een zeer- achtenswaardig man. Van moederszijde
stamde J. v. S L. Pruyn af van de familiën van Schaick,
Tates, JBogart, van Slechtenhorst, Verplanek en Schuyler.
Van Vaderszijde stamde hij af van de familiën Bogart,
Yerplanck en Schuyler, alsmede van andere voorname
familiën in de Kolonie o. a. Groesbeeck en van der Poel.
Zijn overgrootmoeder Huijbertie Yates, de moeder van
Christopher Lansing, was eene zuster van den Eerw.
Abraham Yates, Burgemeester van Albany van 1790â??96,
die door trouwe navolging van de grondstellingen van
Thomas JefFerson den naam verwierf van â??de Democraat'.
Hij was de schrijver van vermaarde politieke bijdragen,
die . hij onderteekende met het pseudoniem â??Ruwen
Houthakker'
Een min of meer verre bloedverwant, evenwel in
de rechte lijn, was Brant Arend Slechtenhorst, van
Nieuwerkerk in Gelderland, welke in 1646, gedurende
de minderjarigheid van den jongen Patroon, was aangeÂ
steld als Directeur van de Kolonie Rensselaerwijck, VoorÂ
zitter van het Hof Justitie en Superintendent, met volÂ
komen autoriteit, om de nalatenschap van de van
Rensselaers te beheeren. .
De voorouders van Mr. Pruyn, van de Schuylerszijde,
waren zeer achtenswaardige en populaire personen.
Zijn vader, tamelijk bemiddeld, was een voornaam
voorganger in de Hollandsche Kerk. Zijne moeder was
eene vrouw van het oud-Hollandsche type, 't welk helaas,
nu langzamerhand verdwijnt, een vrouw van groote
natuurlijke begaafdheden, edelmoedig van aard en van
eene bijzondere wilskracht. Zij was eene oprechte Christin
en ging op in de bevordering van goede werken. Om de
woorden van een van Mr. Pruyn's oudste vrienden te
bezigen: â??Zij vormde het karakter van haren zoon' en zijn
levensloop heeft voorwaar hare pogingen niet beschaamd.
Een van de schoonste karaktertrekken die hij bezat was
zijne absolute gehechtheid aan zijne moeder en zijn
eerbied voor haar.
Nog zeer jong, ongeveer 6 jaren oud zijnde, werden
zijne verstandelijke vermogens op de proef gesteld. Op
een van de planken van zijns moeders boekenkast, bevond
zich eene uitgave in 5 groote deelen van â??Scott's Bijbel
en Betrachtingen'. Zijne moeder beloofde dit werk aan
diegene van hare kinderen, die hetzelve het eerst zou doorÂ
gelezen hebben. Ofschoon zijn broeder zes, en zijne zuster
acht jaren ouder waren, heeft de jonge knaap de taak echter
het eerste verricht en werd daardoor eigenaar van de
boeken. Het begrip en de taaie volharding welke hij
toen ten toon stelde, waren bijzondere karaktertrekken
welke hij in zijne verdere levensloop bleef behouden.
Nadat hij zijne opvoeding in bijzondere scholen had
ontvangen, ging hij naar de â??Albany Academy' en
voleindigde aldaar eene geheele cursus. Onder zijne medeÂ
scholieren waren Orlando Meads, William Henry Bogart,
John Romyn Brodhead en vele anderen die- later verÂ
maard zijn geworden. De vermaarde Theodorio Romeyn
Beek MD. LLD. was toenmaals Principaal van de Academy.
Dr. Peter Bullions was Professor in de oude talen en
Michael O'Shaunesoy (later opgevolgd door den beroemden
Joseph Henry) Professor in de Mathematische WetenÂ
schappen. Om met deze voorname maDnen in aanraking