De Nederlandsche Leeuw, jaargang 16 (1898)

123 124 21. Gijsbertus van Middelhoven, conrector te Breda, die reeds eenige dagen later berichtte, dat hij de benoeming aannam. Gedurende zijn dienst werd het gebouw der Latijnsche School belangrijk hersteld, in 1789 besteedde de stad daar f 1500 aan. Ten einde de inkomsten van den rector te verbeteren, werd hem bij raadsbesluit van 4 Maart 1802 een douceur van 5 rijksdaalders toegelegd voor eiken leerling, die de school bezocht, maar intusschen schijnen er, door zijn gedrag redenen bestaan te hebben, dat men hem gaarne zag vertrekken. Althans in den Raad van 16 Mei 1804 bracht de President het voorstel van curatoren te berde, om den rector aan te zeggen, binnen twee maanden naar eene andere plaats om te zien, waarop besloten werd curatoren te verzoeken zulks aan van Middelhoven mede te deelen. Deze vond het toen geraden zich tot den Raad te wenden met verzoek, op grond van gezichtsverzwak­ king, gepensioneerd te worden. Den 29 Augustus 1804 werd hierop gunstig beschikt en in het genot van een jaarlijksch pensioen van f 500, dat elders verteerd mocht worden, verliet onze rector weldra de stad. Van Middelhoven was in 1756 te Wageningen geboren en toen hij op 6 Juni 1785 poorter van Zierikzee werd was hij gehuwd doch zonder kinderen. Zijne vrouw was Maria Camphuysen, ongetwijfeld eene bloedverwante van rector Adam Camphuysen. Zij overleed te Zierikzee en werd aldaar 13 Juli 1799 begraven, na hem alhier twee zonen geschonken te hebben : Michael Bernardus, gedoopt 17 Augustus 1787, begraven te Zierikzee 14 April 1788, en Michael Adrianus, gedoopt 14 Januari 1791. Paehlig of Pahli