De Nederlandsche Leeuw, jaargang 16 (1898)

125 126 . ÏÏ1D. Cornelis mijo oudoom heeft nagelaten bij twee vrouwen Jan, Pieter, ? ? en van de laatste woond tot Middelburg een schoenmaker, Harntje. 1112?, Joos mijn oudoom heeft gehad 6 zoons en 3 dogters : Jan, Adriaan, Pieter, Abraham, Tsaac, Jacob, Jannetje, Berbel, Josijntje. Nota: van die zoude er nog zijn in 't land van Scharendijke. IILF. Isaac, mijn Grootvader heeft nagelaten 3 kinderen met namen Jan (zie IYC.), Naatje mijn moeije, Jannetje mijn moeije. Is gestorven op Duivendijk anno 1653. III6r. Jannetje mijn oudmoeije heeft gehad 8 kinderen met naamen: 1. Adriaan Farnabuk (zie IV7J.), 2. Jannetje zonder kinderen gestorven , 3. Josijntje (zie ÏYE.), 4. Jan Farnabuk heeft 3 kinderen zijnde mijn vaders Neeff, die mijn deze geslagtboom heeft overgegeven (zie IYF.), 5. Jannetje Farnabuk heeft gehad 1 dogter Lijsabet (zie IYG.), 6. Naatje heeft nagelaten 2 kinderen Jan de Zwarte agterneef en Jannetje. 7. Tsaac Farnabuk heeft gehad 5 kinderen : Isaac, Guilljaan, Adriaan, Josina, Janna, agter neef en nigten , 8. Jans Farnabuk heeft 4 kinderen, namelijk : Willem, Adriaen voor de tweede reijs na Oost-Indiën, Jannetje, Lijntje agterneef en nigten. IV.4. Jan heeft nagelaten 3 kinderen met namen : Jannetje, Roeland (zie YA), Lijsabet. IYB. Gillis heeft nagelaten twee dogters met name Lijsabet en Tona, IV C. Jan Isaacse de Braai mijn vader is gestorven in Dreischor den 14 Maart 1692 oud 42 jaar, heeft nagelaten Isaac (zie YB.) IYD. Adriaan Farnabuk mijn vaders neef heeft nage­ laten 2 kinderen met naamen Adriaan (zie YC.) Jannetje mijn agternigte. IYE. Josijntje heeft nagelaten 4 zoonen: Gerrit (zie YD.), Adriaan (zie YE.), MariE (zie YF.) en Jan agterneeven. IYF. Jan Farnabuk (3 kinderen): 1. Janna ofTanna mijn agternigte geeft 2 kinders Krijna en Janna , 2. Martina geeft 3 kinderen. Dina, Janna en Loontje, 3. Adriana. IV Q. Lijsabet heeft nagelaten 2 kinderen Cornelis en Jannetje. YA. Boeland (de Braai) nagelaten 2 kinders Geerard, Jacomijntje. YB. Isaac Janse de Braai, nu van der Weel, dat ben ik, die dit schrijve, zijnde nu 40 jaaren, hebbende nu in 't leven 4 kinderen a. Cornelis van der Weel, b. Jan van der Weel, c. Andries van der Weel, d. Henrikus van der Weel. V C. Adriaan Farnabuk mijn agterneef! heeft 2 kinders genaamt Adriaan en Aaltje. YD. Gerrit heeft 1 kind genaamt Josijntje. YE. Adriaan geeft 3 kind : Marin, Lena en Josijntie. [ YF. Mainus geeft 1 kind genaamt Jan. j . H. I UIT DE PORTEFEUILLE. Wij ontvingen het in 1898 verschenen â??Jahrbuch für Geneologie, Heraldik und Sphragistik' van 1896, uitge­ geven door de â??kurlandische Gesellschaft für Litteratur und Kunst' te Mitau. Evenals de voorgaande jaargang is weder dit boekdeel versiert met een drietal prachtige wapenafbeeldingen in kleurendruk met goud en zilver, geteekend door A. Doepler. Vooral het wapen der Freiherrn van Pheilitzen gen. Franck (in goud 3 blauwe pijlen naast elkander, met twee pijlen tusschen een goud-blauwe vlucht tot helmteeken) in oud Gothischen stijl is een meesterstuk. Het in vroeg-renaissance bewerkte alliantiewapen van Freiherr von Grotthusz en Freiin v. d. Ropp is uiterst smaakvol en sierlijk door zekeren eenvoud, waartoe de groote overeenkomst der beide wapens en de eenheid van kleuren meewerkt. Dat van den man vertoont een aan den onderkant getinneerden schuinbalk van zwart in zilver, dat van de vrouw een aan de bovenzijde getinneerde keper eveneens van zwart in een zilver veld. De zeer uitvoerige dekkleeden van beide wapens in dezelfde kleuren zijn ineengestrengeld tot een elegant geheel, terwijl de helmteekens daarbij weder een zekere verscheidenheid aanbrengen. Dat van den man is een zwart-zilveren vlucht, elke vleugel beladen met een van, onderen getinneerden schuinbalk van de andere kleur, terwijl het wapen van de vrouw uit een vijftal pauwe veeren bestaat, die zeer sierlijk geteekend zijn De derde wapenplaat vertoont eveneens een alliantie wapen namelijk van Freiherr von Kloppmann (in zwart drie gouden paardebellen, en twee afwisselend doorsneden buffelhorens van zwart en goud als helmteeken) en Freiin von Manteuffel-Szöge (doorsneden: de bovenhelft van zilver met een zwarten adelaar, de onderhelft doorsneden van rood, zilver, blauw en zilver, helmteeken een zwarte vlucht, elke vleugel beladen met twee schuinbalken afwis­ selend van rood en blauw). Hoe fraai ook weder deze wapens geteekend zijn toch kunnen ze ons niet zóó goed bevallen als de andere. De adelaar bijvoorbeeld is wat slap van lijf en leden. Misschien komt dat omdat het volgens een mededeeling, of liever een gissing, op blz. 105 uitgesproken oorspronkelijk geen adelaar, maar een soort van eend (sager) moet voorstellen. Doch adelaar of eend, de wijze waarop de pooten aan het lijf zitten is eenigszins zonderling. De inhoud van dit Jaarboek is de volgende: 1 Analekta aus kurlaudischen Briefiaden door Frh. v. Fircks (bevat akten betreffende de personen van de namen Knor, van Aldenbochum, Kettler, Sieberg, Ludinghausen-Wolff, v. Plettenberg en anderen), 2. Die Heiligensymbolikin den Heraldiek door Frh. v. Foelkersam, een interessant artikel, aan welks slot een lijst voorkomt van alle voorwerpen, die als emblemen van bepaalde Heiligen voorkomen, 3 Der Landesbevollmachtigte in Kurland door Frh. v. Lieven, 4 kleinere Mittheilungen, 5 Die Familie von Amboten, von Budberg, von dem Broei gen. Plater und von Budden in Westfalen door Max v. Spieszen, 6 Ahnentafeln der Herzoglich Bironschen Gemahlinnen door Frh. v. Foelker­ sam, bevattende kwartierstaten van leden der geslachten van Trotta-Treyden, v. Waldeck, Jussupoff, v. Medem, Poninski, zur Lippe Bisterfeld, v. Malzahn, Meschtscherski