3 4
'VIII. 'Wapen zonder bijschrift.
Van zilver met 3 keelen zwaardleliën, dekkleeden
zilver-keel, helmteeken, keelen zwaardlelie tusschen
eene vlucht.
IX. Wapen zonder bijschrift.
Van zilver met een dubbelen arend van sabel, dekÂ
kleeden, sabel-zilver, helmteeken, arend van sabel.
(Van Ebbenhorst).
X. Pulchrumque mori succitrrit in armis.
In valedldionis memoriam Henrico Erasmo, Amico
et condiscipulo quondam mihi familiarissimo scribebam.
Marcus de Fretis, Indo eous in Kylang Princeps.
1629. Wapen: gedeeld, schildhoofd van zilver met
drie keelen harten 1, 1. 1, schildvoefc van purper met
een gouden wereldbol, dekkleeden, keel-zilver, helmÂ
teeken, keelen hart. 'Wapenspreuk: â??Luge Lugendo'.
XI. Arte aui Marte.
Hoe symbolum in perpetuam memoriam meo integer-
rimo amiro Domino Henrico Erasmo posui.
Andreas Sylvius Indus.
Regis filius in Soya 16 A° 29,
7 Maij.
Wapen: van zilver mot een keelen poort, getinneerd
met drie azuren daken met keelen vlaggetjes, de poort
gehouden door twee staande keelen leeuwen. DekÂ
kleeden keel-zilver, helmteeken, keelen poort, de
helm gedekt met Koningskroon.
Vive ut vivas.
XII. Hanc amicitiae et recordationis tesseram
Domino Henrico Erasmo ponebam.
LaurenHus Gasparides de Fretis Amboinensis, F. P.
(filius principis) in Hatijve. A°. 1629 den 12 May.
Wapen: van zilver met een faas van sabel met drie
keelen rozen geplaatst 2, 1, boven en onder. In schildÂ
hoofd gouden lelie, in schildvoet 2 elkander aanziende
grijze papagaaien op gouden grond. Spreuk: â??prudens,
simplicitas'. Dekkleeden rood-zilver, helmteeken, gouÂ
den zwaardlelie.
XIII. Quae homines arant, naoigant, aedificant
Omnia virtuti parent.
Iloc amico meo in perpetuam memoriam posui.
Johannes Back, Indus, Filius Secretarij lnsulae
Amboynae, 3 April 1629.
Wapen: van sabel met een zilveren her. rechtsgaanden
draak, dekkleeden zwart-zilver, helmteeken, halve zilveren
draak. Wapenspreuk: â??Dura Durando'.
Grafsteden in de kerk te Beverwijk
doo r Mr. H. J. KOENEN.
In den 16en jaargang (1898) deed ik mededeelingen
omtrent wapenborden en grafsteden, welke zich in de
kerk te Beverwijk bevinden. Dat artikel is op blz. 119
van dien jaargang plotseling afgebroken, ik wensch
iet thans te vervolgen. Beschreven werden destijds de
wapenborden van de heeren van Beverwijk uit de geslachten
van Harencarspel, Decker en Sautijn, een gebeeldhouwd
wapen van de familie De Wildt, voorts de graftombes
der familiën Corver en Hogguer, een wapenbord en
eenige grafzerken betreffende de familie Muilman en
in de laatste plaats een wapenbord betreffende de familie
Oudewerve, waarvan de wapenbeschrijvingen destijds
achterwege bleven.
I. OUDEWERVE VAN ADRICHEM.
Wij zullen dus wederom beginnen met de opgave van
de kwartieren op het bedoelde wapenbord:
Oudewerve. Hoppers.
Zuitland. Jongema.
Adrichem. Piersma.
Suus. Jaringa.
Schiltmans. Bertholff van Bel ven.
Neck. Scriboni.
Oem. Adingen alias van Aelst.
Olivers. Boeninc.
Obiit 2 Januari 1649.
Het hoofdwapen, zijnde dat van Oudewerve, vertoont
in zwart een zilveren roofvogel met uitgebreide vlucht,
staande op een bruin gekleurden dwarsliggenden boomÂ
stronk en etend van een aan dien stronk groeiende
roode vrucht, misschien een op den stronk liggend stuk
bloedrood vleesch. Helmteeken de vogel uitkomend. DekÂ
kleeden zwart en zilver.
Daar het schild van het wapen der familie Oudewerve
volgens een afbeelding in het A. N. Familieblad van
1894, .blz. 231,. niet, zwart .maar groen,is, kan het zeer
wel wezen dat het kwartierbord te Beverwijk eerst verÂ
kleurd en later foutief overgeschilderd is (1). Men dient
hiermee rekening te houden bij het beoordeelen der
verdere wapenbeschrijvingen:
1. Oudewerve: als het hoofdwapen.
2. Zuitland: in rood 2 toegesnoerde buidels van goud
(Rietstap zegt: schelpen) in de bovenhelft en een zilveren
gesp met de tong door het veld gestoken in de benedenÂ
helft van het schild.
'6. Adrichem: in goud een roode leeuw onder een blauwen
barensteel, de leeuw op de borst beladen met een zilveren
schildje waarin een zwart rad (vergelijk Rietstap A. Gr.).
Men neemt aan dat het wapen van Adrichem een combinatie
is van de wapens van Brederode en van Heusden (rad) en
dat de stamvader Ludolf van Adrichem (eind lle eeuw)
een zoon was van Dirk II van Brederode en van Alverade,
dochter van Jan VII van Heusden. Deze Ludolf wordt
geacht het huis Adrichem te hebben verkregen door
huwelijk met een erfdochter van de oorspronkelijke
heeren van Adrichem, die volgens de aanteekeningen
door Jonker Pieter van Adrichem van Dorp (later te
noemen) een slang hebben gevoerd. Uit een jongeren
tak van dat oorspronkelijke geslacht zal dus het Delftsche
regeeringsgeslacht van dien naam gesproten zijn (2) alsmede
de tegenwoordige Zeeuwsche familie (zie Vorsterman van
Oyen, Stam- en Wapenboek I, blz. 4).
(1) Desnoods kan het zwart in het wapen van Oudewerve als zeer
donker groen beschouwd worden.
(2) Volgens Rietstap A. G., I, blz 12, kwam dit geslacht, voerende
in blauw een gouden slang, te Delft, den Bosch en Breda voor en
heette het oudtijds Coene van Adrichem. Vanwaar die toenaam Ooene ?