De Nederlandsche Leeuw, jaargang 19 (1901)

9 10 beiden geleerde mannen, Vooral laatstgenoemde. Deze is geboren te Mechelen 19 Juni 1517, studeerde in de ge­ neeskunst te Leuven, in Frankrijk en Italië, werd lijfarts van de Keizers Maximiliaan en Rudolf II, en ten slotte in 1582 hoogleeraar te Leiden, waar hij 10 Maart 1585 overleed. In andere encyclopaediën komt hij onder den naam Rembert Dodoëns voor. Tot slot nog een enkel woord over het geslacht en het huis van Adrichem. De genealogie uit Van Leeuwen's Batavia IUustrata is aangevuld, vooral met betrekking tot de Roomsch-Katholiek gebleven takken, door Jhr. Mr. A. F. O. van Sasse van Ysselt in zijn â??Aanteekenin gen betreffende eenige Haarlemsche Geslachten'' (overdruk uit â??De Bijdragen voor de Geschiedenis van het Bisdom Haarlem' van 1897). Zij zijn ontleend aan een handschrift van den in 1706 overleden Jonker Pieter van Adrichem van Dorp te Haarlem, in wiens dagen er in de kerk te Beverwijk nog een zerk moet geweest zijn met het opschrift: â??Heir leegt begraven die edele Simon van Adrichem die starf 1482 ende Jonckvrouw Elisabeth van Adrichem sijn wijf, die starf 1472' (met wapen en vier kwartieren). Waarschijnlijk is dit één van de fraaie zeer oude grafsteenen, die ik tot mijn grooten spijt indertijd niet heb kunnen ontcijferen, omdat zij te zeer waren uitge­ sleten (een zeer fraaie 15e eeuwsche zerk is vlak voor den ingang gelegd en heeft dus zeer veel te lijden). Nu men eenmaal den inhoud kent zal het misschien mogelijk zijn de bedoelde inscriptie terug te vinden. De bedoelde Simon van Adrichem (Jacobszoon ex N. van Bakel) was gehuwd met Elisabeth van Duyvenvoorde. Zijn jongere broeder'Ploris van Adrichem, ridder, overl. 1470, gehuwd met Willemina van Poreest, was de stam­ vader,,, der â??Haademsche.,,Adri