De Nederlandsche Leeuw, jaargang 20 (1902)

39 40 ende leyt begraben in Roen bij onsr allters. Gott allmachtich wil zijner ziele barmhertzich zijn. Anno 1562. In Aougstmaend opten overleedt deser werelt Jonckvr. Bartha van Roon weduwe van Dierick van Duvenvoirde mijn lieve zuster. Gott allmachtich wil haer ziel genadich (zijn). Ende leyt begraven in Roon opt koer bij onse olders. Anno 1561 opden zeventhienden dach van September overleedt deser werelt mijn lieve schoenvader Joncker Gerardt van Mekeren, viceadmirael vander zee, Capiteyn ende Raedt van Keyser Carel de Ve ende van Coninck Phls van Spaengen, etc. ende leyt begraven te Berghén S* Winnocx in Westvlaenderen, in S*e Mertens Kercke. Gott almachtich wil zijne ziele begnadigen. Anno 1569 den viijen dach van Augustus is in Gott versterven Charles Claissone, Lieutenant Civil der Stede van Gendt. Gott zij zijn lieve ziele genadich. Anno 1566 den is in Gott verstorven Joüc vrouwe Catherijne de Grutheer huysvrouw van Joncheer Anthuenis Vuytenhove, mijns eerste huysvrouw Jonc vrouwe moye. Gott wilse genadich zijn. Anno 1569 den 20 Septembris is in Gott verstorven Heer Caerl vander Nijtzen, Ridder, president van Vries lant. Gott almachtich wil hem barmharticb zijn. Ende was men lieve zwager. Anno 1572 stilo coi den xxj Januarij is in Gott ver­ storven Johan Claissone, c° Mat. Raidt ende Lieutenant generael van Westvlaenderen, getroudt hebbende Jonc vrouwe Johanne de Corteville, mijn voerkinderen halfve oem. Gott wil zijn ziele genadich sijn. Anna 1573 opten viij Decembres Conceptionis beate Marie virginis is to Zwolle in Godt verstorven mijn hartz lieve dochtere Joncvrouwe Catherina van Roon, onbe degen. Godt zij haer ziele genadich. Ende leyt inde groote kercke S* Michiels op tcoer nevens den hooghen aultaer begraven in ein kelder aen die zuytzijde over het saeristey ofte sacrarium. Anno 1573 den xviij Decembris is tot Gendt in Godt verstorven Joncheere Charles de Gruthere, heere van Wallebeke olderoems zoon van mijn voordochters, Jonc vrouwen Anna, Maria ende Margriete van Roon, wiens ziele Godt genadich zij. Anno 1574 den is toe Waegeninge in Geldér lant in Gott verstorben vrouwe Johanna van Schoen­ hoven, heer Henrich des ridders dochter, huysvrouw van Heeren Pieteren vau Duvelant, ridder, heere van Roon ende van Pendrecht, mijn lieve zuster. Gott die heere zie, haer ziele genadich. Anno 1574 den is in Gott verstorven Jonc­ vrouwe Johanna van Wijngaerden, dochter van Mr IJsbrant Oem van Wijngaerden Raedt inden Hove van Hollani ende van Joffre Hillegont van Zonnevelt, weduwe zalige Franchois van Roon, mijn lieve suster. Mit Gott almachtich moet zij rusten. NB. De cursief gedrukte woorden zijn met andere inkt geschreven en later achter rusten bijgevoegd. Anno 1574 den is in Gott gerustet Raes van Roon, mijn lieve broeder, ende leyt begraven. Gott zij hem genadich. Desze dede een Louvensch hellich. Anno 1574 den Octobris is tho Zierixee in Gott verstorven Juffrouw EHsabeth van Dorp, priorinne van Leuvenhorst mijn lieve nichte. Gott zij haer ziele genadich. (Hier is met een andere hand bijgeschreven : Dese was suster van Joncheer Joost van Dorp, die onder mijn salighe bestevaèder capiteyn van een oirlochschip was, ende hadde mijn salighe vrou een jaer ende is verzoncken (1) op allderheylighen aevendt, dan hadde zijn gouden keten ge soudeert geweest, soe soude hij gesalveert zijn geweest. Ons vrouw moeder hadde bij hem een eenige dochter Jaquelijn van Dorp. Deze troede Joncheer Heynderijck Haghen den oudste leenhouder van zijn geslachte.) In margine. Dese Juffrau Elijsabeth van Dorp is priorijnne geweest van mijn vrou di Abdisse vrou Adriaene Oem van Roeden. Anno Dni 1578 den xxiijen dach Decembris is in Godt gerust tot Arnhem in Gelrelant Heer Bouduin van Duve lande van Roon, liidder ende Cancellier van Gelrelant ende leyt begraven tot Arnhem inde groote kercke aende zuytzijde tegenover die choorduere inden omganck in eenen kelder. Die Heere wil zijner zielen genadich wesen. Int jaer ons Heeren 1580 soe is getrout Jouffrou Margrite van Roon, mijn suster aan heer Cornelis Heer van het Dorp, hetwelcke slot offheerlijckheyt tusschen Delfft en Schiedam leyt, Sije hadde bij hem een dochterchen, dat nae sijn doot jonck sterf. God wil mijn broeder van Dorp genadich sijn. Die heeré van Dorps moeder was een dochter van Schaeghen. Den 15 Septembris 1597 stilo antiquo op een Donder dach des morgens weenich voer 5 vveyren is in den Heere ontslaepen mijn lieve suster Jacquelyne van Dorp, huys frouw van Jr Heyndrijck Haegen die zij a«. 1584 binnen Leyden getrouwt hadde, naer datse een maent en twee daeghen inden Craem out was, gelegen van een jonghe zoon. Ende leyt begraeven te Voïlenhoeve in S^ Nicolaes kercke. God wil haer ziele erbarmen. Amen. (Wordt vervolgd). Het Geslacht Groesbeeck. De familie Groesbeck in Noord-Amerika stamt af van Nicolaes Jacobse Groesbeeck, die gezegd wordt uit Rotter­ dam gekomen te zijn. In 1696 legde hij te Albany eene verklaring af, dat hij toen 72 jaar oud was, hij moet dus omstreeks 1624 geboren zijn Nasporingen te Rotter­ dam gedaan brachten niets aangaande hem aan het licht, de naam wordt aldaar het eerst aangetroffen in 1712. Verschillende omstandigheden doen mij veronderstellen, dat een onderzoek in Gelderland wellicht meer vrucht zou opleveren, voor elke mededeeling betreffende deze familie houd ik mij ten zeerste aanbevolen. Ik geef hieronder hetgeen te Rotterdam gevonden werd in de doopregisters der Roomsch-Katholieke gemeente in de Leeuwenstraat. Gedoopt 7 Jan. 1712 : Hermanus, zoon van Herman Jan se Groesbeeck en Maria Heylants. Getuige: Jans Overslagh. Gedoopt 4 Nov.. 1719: Arnoldus, ouders: als voren, getuigen: Agnes Borghoff en Theodora Emans. Gedoopt 23 Nov. 1720: Catharina, vader: Hermanus van Groesbeck, Moeder: Maria Philippo, getuigen: Jannis Berkhout, Theodora Emans. Gedoopt 1U Febr. 1723: Petronella, ouders: Herman Janse Groesbeeck en Maria Heylants, getuigen: Peter Burghof en Catharina Back. (!) Verdronken.