51
52
t>aar stellen zou, maar ook hij zelf niet te allen tijde tot
ontvangst van leden te huis kan zijn.
Wensehelijk zou het dus zijn, indien het Genootschap
over een eigen lokaal kon beschikken, waar boekwerken
opgeborgen zouden kunnen worden, waar de algemeeneÂ
en bestuursvergaderingen zouden kunnen gehouden worÂ
den en waar de leden, die iets zouden willen nazoeken,
op hun gemak eenige uren zouden kunnen werken. De
bibliothecaris zou dan op een of meer nader te regelen
uren aldaar aanwezig kunnen zijn en een conciërge
overigens met het beheer belast worden.
De groote uitgaven aan zulk eene regeling verbonden
verhinderen tot heden het bestuur aan dit plan eenige
uitvoering te geven.
Toch zou de uitvoering mogelijk worden, indien alle,
ook de niet te 's-Gravenhage wonende leden, eenige perÂ
sonen voor het lidmaatschap mochten aanwerven, waarÂ
door tevens de mogelijkheid geopend zou zijn aan het
Maandblad eenige meerdere uibreiding te geven en, meer
dan tot nu het geval was, daarin platen, enz op te nemen.
Het bestuur meent dan ook op alle leden een beroep
te mogen doen tot het aanwerven van eenige uieuwe leden.
De rekening van den penningmeester werd goedgekeurd
en de aftredende bestuursleden werden herkozen.
Het overige van'den avond werd aangenaam doorgeÂ
bracht met de beschouwing van eenige heraldische en
genealogische werken en met de bespreking van verschilÂ
lende onderwerpen de genealogie in het algemeen beÂ
treffende, zoodat reeds eenige leden van elders de verÂ
gadering hadden moeten verlaten, toen ruim 10 uur de
voorzitter de bijeenkomst sloot en allen een â??Tot weerzien'
toeriep.
De Secretaris-Bibliothecaris,
J. C. GIJSBERTI HODENPIJL VAN HODENPIJL.
Familie-aanteekeningen van de geslachten Roon,
Grave of Grez en Sinte-Guéricx.
(Vervolg van kolom 40).
III.
Anno 1560 opden eersten dach van September soe
troude heer Ralduin von Roon buyten Berge StWinnocx
op een sloetken in Westflanderen Joncvr. Anna van
Meckeren fa Jonchr. Gerardte van Meckren vice admiral
vander zee ende hebben tzamen erzelt diese naevolgende
kinder.
Anno 1561 opden ijen dach van Junius 's morgens
ontrent den acht uren ist tot Speyer geboren Philips
mijn zoen ende was op een Satendach ende sondachs
daraen hat er das heilich dauffsel in St. Johannes Kirch
entfpangen. Die peters ende meters waeren Heer Philips
freyheer van Winnenbourg, heer Willem Steek, der
rechten doctor und Kay. Cammelgerricht assessores , Ende
frouw Anna Geylin, heer Andries Geyl hausfrouw, auch
Key Cammergericht assessor . Ende gaben zu pillrgift:
die voersz. freyhaer van Winnenbourg eenen silveren
beker mit vergulden boerden ende de voersz heer Willem
acht Saltzburgische ducaten ende de voersz. Geylin auch
eenen silveren beker. Godt allmachtig wil ibm tzu seiner
gottliche eeren in duechden uff laszen wachsen.
In margine: Is gestorven tot Vollenhove op
Ste Catherijnen dach, den 25 November 1565
ende leydt begraven in Ste Nicolas Kercke onder
bijt crucifix.
Anno 1562 op den xxen dach van October was geboren
Balduin mijn zoen in die Stadt van Swolle ende was op
eenen Diensendach smorgens tusschen vijfven ende zes
uren, ende werdde donderdachs daer nae kersten gedaen
opden xxij dach desselfs maent in Ste Michiels Kercke
ende wordde genaempt nae Balduin van Duvelant die
eerste heere van Roon, ende waeren peeters heer Carel
Schenck, freyheer tot Tautenburch etc, (*) Marten vander
Nyetsze ende Joncvrouwe Anna van Roon, heer Balduin»
dochter, ende gaven te pillegifte: de voersz. heere van
Tautenburch eenen vergulden cop, wegende ontrent xxj
oneen, ende Martin van Nytzen een zilveren schaelken ,
mit eenen doublen ducaten ende eenen zilveren penninck
van het alde ende nyeuwe testament ende de voorsz.
Joncvrouwe Anne van Roon eenen fluwelen bonnet met
goude maillen. Gott almachtich wil hem in deuchden
op laeten wassen.
In margine: (*) Wiens vaeder was heer Jorriaan
Schenck (ende de moeder een gravinne van Eg
mondtfc) sui seculi velut alter Achilles, qui Imperi
tante Divo Carolo quincto Roman I. semperAug.
victore perpetuo, Prefectus et capitaneus generalis
totius Prisie et Transsissalanie creatus, in qua
tam strenue sua perfunctus provincia, ut ab eodem
Divo Imperatore, premium illud non vile laborum,.
Philippi boni Burgundie Ducis primique aurei
velleris fundatoris, fortiter tulerit et magnifice
decoratus sit.
Anno 1565 opden i i ijen dach van Meye wesende
ein Vrijdach tusschen acht und negen uren 's morgens
is geboern Johan mijn zoen und den vijen Majj to
Vollenhoe kersten gedaen ende waeren peeters ende meeters
die Edele und welgeboeren heer Johan van Ligne, Grave
van Arenberghe, vrijheer van Zevenberghe, Barbanson
etc, Ridder van den oerden des gulden vlieses und Stadt
holder und Capiteyn gnal. over Vrieslant, Overijssel,
Gruningen und Lingen, und gaff te pilleghift einen
grooten halfvergulden cop, wegende veertien uncen, und
op tresoir gafï mein genadige vrouwe die geboerne graÂ
vinne van der Marck und van Arenberch zijn huisvr.
drie conincks dalers, und mein vrouwe van der Gracht
des gravens zuster een coninck daler, die ander peter
was Johan Sloit, drossaert tslants van Vollenhove und
gaff te pilleghift einen Rosennobel, ein Schuytken, ein
gouden gulden und ein medaille van biscop Herman van
Coeln , und die meter mijn Joncvr. masin, Joncvr. Johanne
van Meckeren, mijns huysvrouwe zuster und gaff te
pillegift einen zilveren mengel kanne. Godt wil hem in
deuchden laeten opwassen.
Anno 1567 den eersten dach van Decembris tsnacbts
toe twaleff uren tusschen den Maendach ende Dienshdach
is geboern Gerardine van Roon ende werdde haestelick
to Vollenhoe karsten gedaen ende genoempt Gerare nae
mijn3 huysvrouwen vaeder Joncheere Gerardt van Mekeren,
in zijn leven Kay. ende Co. Mat. Raidt ende Vice admi
rael van Vlaenderen, ende peeter en meters waeren Bolewin
van Roon der jonghe, mijn zoon ende Joncvrouwen