243
244
in 1725 gehuwd met Johanna Louise van Heurn, ergo
kan hij geen zoon zijn van de hem nu aangewreven ouders.
Vraag : van wie is hij dan wel een zoon ?
Op een in mijn bezit zijnden staat teekent â??Mr. Wolphert
van Cattenburch, dijkgraaf, wonende te Vianen (?)' (zeer
waarschijnlijk dezelfde ah bovengenoemde), aan : â?? Joanna
â??van Benthem trouwt Otto van Cattenburch, hieruit
â??Jean Louis van C trouwdt ' Een zoon Wolfert
wordt dus zelfs niet door hem genoemd.
Het is dus bepaald foutief, dat, zooals in het Stam- en
Wapenboek te lezen staat, M>. Wolphert van 0. een
zoon is van Otto van C. en Joanna van Benthem
Maar wie waren dan zijn ouders, waar en wanneer was
hij geboren en overleed hij?
Hendrik van Benthem en Cornelia Wijnands van
Besant, hadden behalve de genoemde Joanna van B. en !
een zoon Christiaan Innocent van £., van wien mij
verder niets bekend is, nog een dochter Geertruid van
Benthem, die door haar huwelijk te Tiel op 6 November
1638 met Albert van Lidth de Jeude, schepen en burgeÂ
meester van Tiel, (zoon van Johan Willem en Theodora
van Leeuwen), de stammoeder werd van alle nog levende
van Lidth de Jeude s.
Volgens andere aanteekeningen echter, huwde GeerÂ
truid van Benthem (dochter van Hendrik en Cornelia
Wijnands v. R.) met Barend Cock, schout van Zoelen
en Avezaath in 1637.
En thans stel ik mijn 2de vraag: Is Geertruid van
Benthem, gehuwd met Barend Cock, en Geertruid van
Benthem, gehuwd met Albert van Lidth de Jeude,
dezelfde persoon of is één der opgaven foutief?
De hierboven genoemde Albert van Lidth de Jeude
(zie Stam- en Wapenboek in voce v. L de J.) had onder
meer een ouderen broeder Cornelis van Lidth de Jeude,
ontvanger-generaal namens het kwartier van Nijmegen
te Tiel. Deze, overleden te Tiel 10 (volgens zeer oude
familie-aanteekeningen in mijn bezit 30) November 1650
en begraven in de St Maartenskerk aldaar, waar zijn
grafzerk met wapen thans nog te zien is (1), huwde te
Tiel 23 Januari 1631 met Anna Wijnands van Besant,
wier kwartieren zijn opgenomen in dit Maandblad 1902,
kolom 73/74.
In het artikel in het Stam- en Wapenboek worden
de 10 uit dit huwelijk gesproten kinderen vermeld,
waaruit echter blijkt, dat het 8e kind, de latere burgeÂ
meester van Utrecht, en het 10e kind, de vaandrig in
het regiment van Weideren, beiden Cornelis zouden
heeten. Zulks zal wel onjuist zijn, vraag: hoe moet het
dan wèl zijn?
Wie weet iets meer van deze 10 kinderen mede te
deelen dan in bovenbedoeld artikel gegeven wordt,
vooral betreffende de parentages met Bouwensch, van
Asperen, tan Ackersdijck en de Haes?
W. WIJNAENDTS VAN RESANDT.
(1) Zie: Nieuwe Tielsche Courant van 12 Februari 1902, Bijvoegsel,
Opschriften van Grafzerken in de St. Maartenskerk te Tiel, door
H. J. van Wessem.
Het lidmatenboek van de Kerk der Vrijheerlijkheid
Oyen (1V.-B.) 1726â??1826 (met doopinschrijvingen
van 1756â??1825)
bewerkt door M. G. WILDEMAN.
Bovengenoemd register, dat ook doopinschrijvingen
sedert 1811 bevat, is gebonden in een vrjjwel verweerden
pergamenten band. Het plat vertoont, zoowel aan voorÂ
als aan achterzijde het in goud ingedrukte gekroonde
wapenschild der familie Sweerts [horizontaal ingehoekt
van éen half en vier geheele stukken van zilver op rood],
aan de voorzijde vergezeld van â??Boek der ledematen',
aan de achterzijde van: â??der Kerk van Oyen', alles in
gouden letters.
Na eenige blanco bladzijden volgt het inschrift: â??Aan
tekeninge der ledemaeten van de Kercke der Vrij
Heerlijkheid Oyen beginnende met den jaere 1726 en
vervolgens met de Bediningh van Joh: Mulder, aet. 24
Ecclesiastes ibidem'. Twee bladzijden verder leest men:
â??Ik Johannes Mulder tot Bedinaer des Goddelijk Woorts
alhier te Oyen bevestigt zijnde hebb als ledematen dei
gemeente Jesu Christi gevonden en vervolgens aengenomen
deze navolgende perzoonen'.
Achter deze notitie van alle lidmaten die bij de aanÂ
vaarding der bediening door Ds. Mulder te Oyen aanÂ
wezig waren, volgt een opsomming met wetenswaardige
aanteekeningen, geheel alphabetisch op de voornamen'.
Beide gedeelten verwerkte ik zooveel mogelijk tot één
geheel. De doopinschrijvingen welke een bescheiden plaats
in het eind van 't register innemen komen mij voor, niet
een volledig afschrift te zijn van het oorspronkelijke
doopboek. Volgens: â??De oude kerkregisters in ons land'
is ter secretarie Oyen een doopboek der gereformeerden,
aanvangende in 1726.
Volgen de inschrijvingen:
Elisabet van Els [HoogEd. en WelGeb. Vrouw], Doua-
giere Sweers de Landas.
Margareta van Els [HoogEd. en WelGeb. Preulin],
Vrouwe van Wittenstein, alhier na opentlijke belijdenisse
des Christelijkeu geloofs aengenomen den 19 Julij 1686.
Jacob Dirck Sweerts de Landas (HoogEd en VVelGeb.
Heer) Vrijheer van Oyen en Landschaden Hoff Etc. Etc,
alhier n. o. b. d. chr. g. aengenomen in Julij 1706,
obiit 24 Jan. 1756.
Jacob van Bronckhoort, officier en secretaris, alhier
aengekomeu met attestatie van Osch, en Josina van
Breugel, ZijnEd. huysvr., alhier aengek. met attest, van
's Bosch, vertr. met onze attest, na 's Bosch den 7 Sept.
1727.
Maria Anna van Bronckhoort, aengenomen in Julij
1724, obiit den 28 Januarij 1726. .
Dirck de Kesel, schoolmeester, aengenomen in Oct. 1701.
Helena Boers, aengenomen in Julij 1720, vertrokken
met onse attestatie na Leur in Nov. 1737.
Maria Jorisse(n), aengenomen in Julij 1720.
Hendrina van Vaeste(a) wed. van Dusseldorp, alhier
aengekomen van Nimwegen a°. 1721.
Petrus Peperkoren, aengenomen in Julij 1724.
Adriaentje de Gooyert, alhier aengekomen met attest,
van Echtelt in Aug. 1726.
Catharijn Willemijn Oostermans, wed. Tappels, aenÂ
genomen in April 1696.
Webbeke Tappels, aangenomen Paeschen 1721, overl.
12 Oct. 1759.