De Nederlandsche Leeuw, jaargang 21 (1903)

145 146 3. Hieronymus Mesdach, overleden in 1604, ge­ huwd met Elisabeth Boote. 4. Anna Mesdach, overleden te Brussel in 1625. 5. Jacoba Mesdach, religieuse. 6. Catharina Mesdach, religieuse. Zooals men ziet blijkt nergens de aansluiting van den 'Hollandschen tak, niet onwaarschijnlijk is, dat deze af­ stamde van Wouter Mesdach, in de 4de generatie onder 3 genoemd. Het door dezen tak gevoerde wapen geeft over de af­ stamming geen licht. Het oude wapen van Mesdach is: in rood drie vijfpuntige spoorraderen, waarbij als helm teeken gevoerd wordt: door den oudsten, nog bestaanden tak, een der spoorraderen, door den in 1769 uitgestorven tak een gouden draak. Deze laatste tak voerde haar wapen ook gevierendeeld met dat van het geslacht van Stavele, zijnde in hermelijn een roode schuinbalk. Het wapen der Hollandsche Mesdachs zou dus op afstamming uit dien tak wijzen, hun helmteeken doet eerder aan een verwantschap met den oudsten staak denken. Ik houd het er evenwel voor, dat het veiliger is uit het wapen geen gevolgtrekkingen te maken. Het gevierendeelde wapen komt ook voor in de TEspinoy's â??Recherche des antiquitez et noblesse de Flandres' (1631) bij Wouter Mesdach, den Gentschen schepen van 1497, die niet af­ stamde uit het huwelijk Mesdach â??van Stavele. Misschien heeft die afbeelding aan Pieter Mesdach te Rotterdam tot voorbeeld gestrekt, waarbij dan alleen nog valt op te merken dat hij de fout van de 1'Espinoy, van de raderen 8-puntig te maken, niet heeft nagevolgd en hun, zooals het behoorde, slechts 5 punten gaf. De zaak wordt nog ingewikkelder door het feit dat Pieter Mesdach's echt genoote Adriana Schoute insgelijks een rooden schuinbalk in hermelijn tot wapen voerde. Een onderzoek in de archieven van Gent en Brugge over de 15de en 16de eeuw zal vermoedelijk nog veel omtrent deze oud-adellijke familie aan het licht kunnen brengen. Aanteekeningen uit de doop- en trouwboeken van Geffen en Nieuwlandt (Nuland) thans berustende in de pastorie der Her­ vormde Gemeente te üss. Medegedeeld door M.' G. WILDEMAN. De gebouwen waarin de Hervormden van Geffen en Nuland hun dienst waarnamen, zijn sinds lang verdwenen. Van de eersten was het slechts een kerkschuur, van de laatsten had het kerkgebouw de bijzonderheid, dat een schip als windwijzer dienst deed. De registers van de eene en de andere gemeente zijn gelukkig gedeeltelijk bewaard gebleven. De Bo(o)y x (van) Riemsdijk. Trouwboek, den 18 Jan. 1698 Hendrik de Boy (1) j. m. van Geffen en Willemijntje van Riemsdijk j.d. van Ravensteyn, en na drie proclamatien getrout tot Geffen. (1) Deze was de zoon van Geerlof Arents de Booy, schoolmeester te Geffen, die behalve Henricus, ged 1 Maart 1671, nog een zoon Arent 1663 en een dochter Aaltjen 18 Mei 1665 liet doopen. Doopboek den 21 Sept. 1698 ged. het zoontje van Hendrik de Boy 'en Willemijntje van Riemsdijk engeheeten Jaeobus. (1) den 14 Maart 1700 tot Geffen ged het dochterke van Hendrik de Boy en Willemijntje Riemsdijk en geheeten Anna Geertruid. den 4 Nov. 1703 ged. het kind van Hendrik de Boy en Wilhelmijna Riemsdijk en is genaamd Helena. den 13 Sept. 1705 ged. het kind van Hendrik de Booy en Willemijntje Riemsdijk, is genaemt Swaentje, Johannes Verspieck en Swaentje zijn huisvrouw zijnde de peeters en meeters. den 13 Nov. 1707 tot Geffen ged. het dochterken van Hendrik de Booy en Willemijna van Riemsdijk en is genaamd Maria Dorothea. Meeter is Juffrouw Johanna Maria Cramer. den 14 Eebr. 1712 is ged. het dochterken van Hendrik de Booy en Wühelmina Riemsdijk en is genaamdt Wühelmina Regina. â?? Peetje van dit kind is Juffr. Wilhelmina Regina Cramer. den 3 Nov. 1715 tot Geffen ged. het zoontje van Hendrik de Booy en Willemina van Riemsdijk en is genaamdt George Hendrik. Peeter was Johan Lodewijk Cramer. Peetje was: Johanna van Riemsdijk. den 11 Dec. 1718 tot Geffen ged. het zoontje van Hendrik de Booy en Willemijna Riemsdijk en genaamd Jan. (Peeten van dit kind is: Jan van Laar en Johanna van Riemsdijk zijn vrouw). Deze Jan de Boy huwde te Geffen l Juli 1753 met Jacoba Malherbe, j.d, geb. te Sprang en woon­ achtig te Berlicum. â?? Waaruit 6 k., allen gedoopt te Geffen. 1. Hendrik de Booy, ged. 10 Juli 1754. 2. Geerloff de Booy, â?? 12 Juni 1757. 3. Ida Helena de Booy, â?? 31 Dec. 1758. 4. Jaeobus de Booy, â?? 19 Oct. 1760. 5. Willem de Booy, â?? 30 Sept. 1763. 6. Leonardus de Booy, â?? 7 Sept. 1766. Wat hier volgt is uit het Ondertr. reg. van Oss. De Decquère x van Hoevel. Ondertr. 6 Juli 1686 Francois de Decquère, geb. tot Grave en de HoogEd.Welgeb. Vrouwe Anna Mag dalena Aleide van Hoevel, wed. van den HoogEdel Geboren Heer Maximiliaen Hendrick de Groot. Van Breugel x Jansse. Ondertr. 27 April 1709 Tijs Ariens van Breugel j.m. ende Mary Jansse j.d , beiden van Oss. Getr. 12 Mei. Vor ster man x Bossiers. Ondertr. 26 Juli 1712 de Heer Elias Vorsterman, wedr van Joffr. Barbara Vinkcl, geboortig van de Graaf ende Joffr. Maria Bossiers j.d. van Zwol, beide woonachtig tot Oss. Getr. den 31 Juli. v. Breugel x v. Broekhuysen. Ondertr. 28 Juli 1713 Hendrik van Breugel j.m. komende van 's Bosch, tot Oss ende Margarieta van Broek­ huysen, j.d. van Oss. (1) Deze was later secretaris van Nuland. Hij huwde te ? den ? Sara Spillenaar, waaruit 1° Christiaan de Booy, ged. te Nuland 29 Oct. 1724, de latere conrector aan de Latijnsche School te 's Hertogenbosch, 2° Willemijntje de Booy, ged. 1726, en 30 Maria de Booy ged. 1728.