De Nederlandsche Leeuw, jaargang 22 (1904)

251 252 weledelen heer raad ordinair van Nederlands India Joan Andries baron van Hohendorff. 1 April 1762. Quintus Biman, van Enchuysen, ondercoopman, met Adriana Petronella van Sorgen, weduwe van den coopman Philip Jacob Heil. 3 April 1762. Mr. Maurits Theodorus Hilgers, van Batavia, water­ fiscaal, weduwnaar van Wilhelmina Johanna Clinquant, met ïheodora Botgers, van Batavia, weduwe van het ordinaris lid in de agtbaren Raad van Justitie deses casteels Mr. Johannes Verklokken. 17 April 1762. Philippus Gijsbertus Meurs, van Mastricht, koopman, eerste administrateur in de pakhuiszen bezijden de Waa terpoort, weduwnaar van Elisabeth Adriana Storm, met Johanna Maria Rotgers, van Batavia. 22 April 1762. Boudewijn Versewel Faure, van Dendermonde, onder­ coopman, weduwnaar van Elisabeth Johanna Schoor, met Theodora Hendrika Piekenbroek, van Batavia. 8 Juni 1762. Hendrik Breton, van Amsterdam, opperkoopman en hoofdadministrateur van Samarang, met Sara Maria van Oordt, van Batavia, weduwe van den koopman en resident van Grissee Casparus Arnoldus van Suchtelen. 12 Augustus 1762. Jan Cornelis Rooseboom, van Macassar, assistent, met Geertruida F . . . , van Batavia, weduwe van het hoofd der prauwvoerders Frederik Spalk 2 September 1762. Arnoldus Arends, van Deventer, bedienaar des godde­ lijken woords van de gereformeerde gemeente op het eiland Onrust, met Margaretha Ittema, van Boerum. 9 September 1762. Sijbrandus Columba, van Dokkum, bedienaar des god­ delijken woords in de nederduits gereformeerde gemeente alhier, weduwnaar van Sara Henriette Leliveld, met Catharina de Jong, van Sloten, weduwe van den opper coopman en sabandhar George August van Koningsfeld. 28 October 1762. Johannes Vos, van Utrecht, oppercoopman en secre­ taris van het eerwaerde college van weesmeesteren, weduwnaar van Adriana Agatha Smit, met Ida Wilhel­ mina Bake, van Batavia 11 November 1762. Hendrik Bonge, van Breemen, borger, met Abigael Josina Martijns, van Batavia, weduwe van Laurens Levinus. 16 December 1762. Nicolaas Arends, van Malacca, wachtmeester der Oost zijdsche burgerij, met Catharina de Remedio, weduwe van den burger Louis de Létoille. 23 December 1762. Hendrik Friesendorp, van Omme, onderkoopman en geëligeert secretaris van Timor, met Magdalena . . . . , van Amsterdam, weduwe van den predikant Daniël van Vianen. (Wordt vervolgd). Roukens uit van den Berg ('s Heeren berg)? Op het bekende kasteel Heeswijk in Noord-Brabant be­ vindt zich in de groote benedenzaal, in het linksch, noordelijk hoekvenster, een glas, waarop in kleuren ge­ brand is het wapen van Hendrik van den Berg, heer van Heeswijk, natuurlijken zoon van graaf Adolf die te 's Hertogenbosch overleed 1609 en zoon was van graaf Willem, den zwager van Prins Willem I â??den Zwijger'. Gezegde Hendrik was 1620 gehuwd met Maria, gele­ gitimeerde gravendochter van Oostfriesland, f 1633, door welk huwelijk hij Heeswijk enz. bekwam. Hendrik's wapen is, met dezelfde kleuren, dat der uitge ­ storven Nijmeegsche familie Roukens: doorsneden, boven in zilver een roode leeuw, opkomende uit de doorsnijdings lijn, beneden in zilver drie (2,1) driepuntige roode ster­ ren, ééne punt naar boven (Rietstap heeft:.voetangels). Alleen het helmteeken is het gewone der graven van den Berg: een gouden vlucht. Men mag dus aannemen, dat de jongere zonen en bastaarden der graven van den Berg, en dier afstam­ melingen, den rooden leeuw dier dynasten half, met bijteekens, in casu de driepuntige sterren, voerden, en dat ook Roukens daartoe behoorde. Immers geen andere bekende familie voerde dit wapen. De dynasten van den Berg ('s Heerenberg), 't zij al of niet door broederdeeling uit de graven van Zutphen ge­ sproten, werden geacht van den Frieschen Koning Radboud af te stammen, even als de dynasten (hertogen) van Berg en de oudste graven van Holland en in Teister bant, alsmede de oude Albada's in Friesland, dié alle in zilver (goud) den rooden leeuw voerden, die aan Radboud wordt toegekend. In allen gevalle voerden de heeren (later graven) van den Berg den doopnaam Rabodo = Radboud (reeds 1166, 1167) en bezaten zij den Raberdinchof bij Raesfeld in Westfalen, tusschen Borken en Wesel, uit welken doop­ naam de naam Rabo, Ravo, Raveke, Rauke of Rouken spraakkunstig zeer wèl kan ontstaan zijn, te meer daar het geslacht Roukens in die streken reeds vroeg voor­ komt (1). Voor de hypothese eener afstamming van Roukens uit van den Berg zijn- nog de volgende argumenten aan te voeren: 1. De familie Roukens was vooral in de eerste gene­ ratiën, maar ook later, veel met adel vermaagschapt. Wij noemen alliantiën met (v. Claerbergen), v. Deren­ horst, v. Nijvelt, Jeger, Ridder, v. Doornick, v. Brecht, Gruter, v. Meeckeren, v. Gent, enz., zoodat het vermoeden voor de hand ligt, dat zij zelve oorspronkelijk adelijk was. 2. Gekleurde afbeeldingen van het wapen der familie vertoonen constant een (rood- of blaauwgevoerden) gouden helm, die alleen bij vorsten en hoogadellijke personen in gebruik was, en de roode leeuwen als schildhouders 3. De Nijmeegsche regeeringsfamilie van den Bergh, die eigenlijk Poortman heette, maar in de vrouwelijke linie van de familie met den rooden leeuw afstamt en haren naam aannam, placht in vroegere tijden (en niet eerst door het huwelijk van Dr. Otto van den Bergh met Elisabeth Roukens in 1692) de Roukens als neven te betitelen, hetgeen â?? wanneer het niet door beider ver­ wantschap met de van der Lijndens veroorzaakt is â?? op een herinnering aan eene vroegere gemeenschappelijke afkomst kan wijzen. 1) Misschien is ook wel de naam van den Rouwenberg bij Dieren dat reeds 1168 Bergsch wsis, aan dezen persoonsnaam ontleend. Of wijst die plaatsnaam met Rouwenhorst, Rouwenoort, Rouwendal op â??ruw'? Eene familie Rauwenhoff bezit het landgoed Tongeren op de Veluwe sedert overoude tijden.