De Nederlandsche Leeuw, jaargang 22 (1904)

MAANDBLAD VAN HET Genealogisch-heraldiek Genootschap â??De Nederlandsche Leeuw.' Ditblad Terschijnt omstreeks het midden van elke maand en wordt alleen aan de leden Tan het Genootschap gezonden. Bijdragen en correspondentie betreffende de redactie en Terzending van het Maand­ blad zijn te richten aan den redacteur, Jhr. Mr. F. BEELAEBTS TAN BLOKLAND, 62 Koninginnegracht, te '* Gravenhage. Aanvragen omexemplarenvan vroeger ver­ schenen Maandbladen zijn te zenden aan denheer J.C. VAN DER MUELEN, 170 Groot hertoginnelaan, te 's Gravenhage. De redactie van het Maandblad wijst strekking of Brieven, aanvragen, enz., betreflende het Genootschap te richten aan den secretaris, J. C. GIJSBERTI HODENPIJL VAN HODEN­ PIJL, 40 Nassauplein, die betreffende de bibliotheek aan den bibliothecaris, Mr. P. O. BLOTS VAN TRESLONG PRINS, 3 Sweelinch- plein, beiden te 's Gravenhage. â?? Contri butiën enz. aan den penningmeester, C. F. GIJSBERTI HODENPIJL te Vrijenban bij Delft. â?? Leden te 's Gravenhage be­ talen per jaar Æ?10.â?? contributie, zij die buiten 's Gravenhage wonen Æ? 6.â??. er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de inhoud der onderteekende stukken. N°. 11. Jaargang. 1904, Adreswijziging. Jhr. A. H. MARTENS ... 34 Breedstraat, Utrecht. Wegens vertrek uit Indië verzoekt ondergeteekende, dat hem van 15 November tot uit0. December geen brieven, stukken of tijdschriften worden toegezonden, zijnde met ingang van 1 Januari 1895 zijn adres: p/a. Louis Couperus, Villa Jules, avenue St. Maurice, Nice. Weltevreden. W. WIJNAENDTS VAN RESANDT. De Dordtsche tak van het geslacht (de) Carpentier door J. L. VAN DALEN, Archivaris der gemeente Dordrecht. _,** Zonder voorloopig dieper in te gaan op den samen­ hang der talrijke takken van het geslacht (de) Carpentier geef ik hieronder een' overzicht der genealogie van dien tak, die sedert den aanvang der 17e eeuw tot in de helft der 18e eeuw te Dordrecht gevestigd was. Evenwel was het mij niet mogelijk het verband van alle leden vast te stellen, misschien kunnen anderen aanvullen, waar mijne nasporingen geen voldoend resultaat opleverden De hier behandelde tak voerde, gevierendeeld: 1 en 4, tien gouden ruiten, 3, 3, 3 en 1, op sabel, 2 en 3 drie gouden ruitersporen op keel, helmteeken, een uit­ komende leeuw. De Alkmaarsche Carpentiers der 18de eeuw en de gouverneur-géneraal Pieter de Carpentier voerden hetzelfde wapen, maar hoe deze aan de Dordtsche verwant zijn is nog niet gevonden. De verdere Belgische en Fransche Carpentiers blijven hier - buiten behandeling, alleen laat ik hier voorafgaan een paar Carpentiers der 16de eeuw. Jacobus Carpentier, geboren in 1524 te Clermont, over­ leden 1 Februari 1574, bijna 51 jaren oud, stu­ deerde in de geneeskunde te Parijs, onderwees 16 jaren lang de wijsbegeerte in het college van Bourgogne te Parijs, daarna weer de geneeskunde, en was lijfarts van Koning Karei IX. (Zie G. Vossius, de Scient. Matbemat. p. 67., Cbron. Eccl., lib. II, p. 1113, Jo. Pap. -ie Masson, Elog., pars II, p. 273, Brandt, Daghwijser der Gesch, enz ). Johan Carpentier, geboren te Atrecht, gehuwd met Maria de Lange alias Papegais, raad van Karei V te Mechelen, thesaurier van den oorloge, overleden l Dec. 1559 te Mechelen, begraven aldaar in de Eglise métrop., evenals zijne vrouw, die 8 Oct 1549 overleed. Kinderen : o a. Johanna, gehuwd 1563 met Mattheus Keynooghe, raadpensionaris - der stad Mechelen. Bij Bort, Holl. Leenregt, bl. 392, wordt een acte geci­ teerd van 18 Oct. 1574, waarin wordt vermeld: Johanna Carpentier, wed. van Jonker Jacob de Boovere. Misschien is dit foutief, jonkheer Jacob de Roovere, zoon van .... de Boovere en .... Herlaer, overleden 12 Feb, 1572, was gehuwd met Johanna Keynooghe, dochter van Mattheus Keynooghe en Johanna Carpentier. Van dezen jonkheer Jacob stammen de Dordtsche de Roovere's af, die met Pompejus de Boovere beginnen (Zie Balen). Een andere dochter van Keynooghe, Maria, was gehuwd met Mr. Andries van der Goes van Delft, rentmeester van Zuid Holland 1563, uitgeweken naar Brabant 1571, overleden te Delft 1591. (Zie Oud-Holland). Deze Johan Carpentier voerde drie ringen van op een veld van . . . (1). Op zijn grafzerk staan de wapens niet afgebeeld. Of hij ook zoons heeft nagelaten, kon ik niet ontdekken, maar het is onwaarschijnlijk. De familie (de) Carpentiers was in Noord-Frankrijk, met name in Fransch Vlaanderen, zeer talrijk. Het is te Meessen of Messines, dat de hier behandelde tak een aan­ vang neemt. Aldaar vinden we: 1507 â??1508, Pieter de Carpentier, thesaurier der stad. 1522â??1523, Meester Jan Carpentier, priester en kanunnik. 1531 â??1545, GrisoUs Carpentier, kanunnik, officiant der kapel van St Benedictus in de kerk der abdij van Meessen. (1) Blijkens een wapenbord van een lid der familie van der Goes, afgebeeld in een mij toebehoorend ms. van W. van Gouthoeven, zou het wapen van dezen Carpentier zijn geweest: een keper vergezeld van drie penningen of koeken. Red.