285
286
hierin eene reactie is gelegen tegen het maar al te veel
gevolgde systeem van opsieren, kunnen wij ons daarover
verheugen. Wij wenschen nochtans de opmerking te
maken, dat het van weinig nut is dergelijke zaken te
publiceeren. In eene familie-uitgave zijn zij ,zeer zeker
op hare plaats en mogen zij er toe bijdragen om voor
ongefundeerden familietrots en zondigen hoogmoed te
bewaren. Ook mag natuurlijk in eene volledige familie
geschiedenis een in verval geraakte tak van het geslacht
niet ontbreken, maar o. i. zijn de personen welke tot
zulk eenen tak behooren voor het groote publiek niet
belangrijk genoeg om nauwkeurig te vermelden of zij
winkelbediende, kantoorlooper of. molenaarsknecht zijn
geweest. Het is meer dan voldoende wanneer van dien
â?¢ tak de namen en data worden opgegeven, vermeldt de
samensteller er dan bij, dat de tak in verval is geraakt
en tot den kleinen burger- of boerenstand is gaan beÂ
hooren, dan doet hij der waarheid niets te kort, verveelt
hij zijne lezers niet en heeft hij voor zich zelf het voordeel
den schijn te vermijden als ware het hem er om te doen
der familie onaangenaam te zijn. Behoudens deze opmerÂ
king verklaren wij intusschen gaarne, dat de bij de
genealogieën Nahuys en van Zuylen van Nijevélt gevolgde
wijze van bewerking ons toeschijnt aan alle ëischen te
voldoen welke in redelijkheid aan dergelijken arbeid mogen
worden gesteld.
Kleine onnauwkeurigheden zijn natuurlijk ook bij de
grootste zorgvuldigheid niet te vermijden. Zoo was b. v.
Christoffel van Nahuys (blz. 78) niet gehuwd met Ida
van Dreumen maar met Ida van Drunen, de eerste
proclamatie van hun huwelijk had plaats te Heusden op
18 Juli 1669, Christoffel was toen reeds secretaris van
Lommei. Zoo wordt b. v. verder op een der wapenplaten
welke het werk versieren, als helmteeken van het geslacht
van Zuylen van Nijevélt vóór 1815 afgebeeld een uitÂ
komende roode leeuw tusschen een zilver-roode vlucht.
Wij willen geenszins ontkennen, dat dit helmteeken aldus
door Rotterdamsche Zuylen's is gevoerd, maar merken
toch op, dat zij ook wel den drakenkop hebben gevoerd,
hetgeen o. a. blijkt uit de oorspronkelijke gebeeldhouwde
lijst van hef geschilderd portret van Geertruyt v. Z. v. N.
die in 1707 overleed.
Behalve van bedoelde wapenplaten is het werk nog
voorzien van eenige portretten en afbeeldingen van penÂ
ningen, o. a. vergunt de heer van Epen ons de gelaatsÂ
trekken te aanschouwen van twee niet-adellijke â??graven'
die zich op het gebied van genealogische en numismaÂ
tische vervalschingen hebben verdienstelijk gemaakt.
Een ander werk, waarmede de heer van Epen onze
bibliotheek heeft verrijkt, is het Album Studiosornm Aca
demiae Gelro-Zutphanicae, MDCXLYIIIâ??MDCCCXVIII
('s Gravenhage 1904). â?? Reeds in B De Wapenheraut' is
een deel dezer naamlijst van de studenten aan de
Academie te Harderwijk afgedrukt. Dat de aantrekkelijkÂ
heid van dat tijdschrift er door verhoogd werd, zouden
wij niet durven beweren. Dergelijke omvangrijke naamÂ
lijsten komen beter tot haar recht wanneer zij afzonderÂ
lijk worden uitgegeven, hetgeen echter een kostbare
geschiedenis is. Zooals het werk thans voor ons
ligt kunnen wij er niet anders dan met groote ingeÂ
nomenheid van gewagen. Vooraf gaat de stichtingsÂ
oorkonde van de Academie, daarna komt de lijst der
curatoren, gevolgd door die van de professoren, deze
lijsten vangen reeds een halve eeuw vroeger aan dan
die van de studenten, aangezien zij ook de curatoren
en professoren vermelden van het Harderwijksch GymÂ
nasium (1600â??1648). Over de naamlijsten zelve behoeven
wij niets meer te zeggen, voor wie ze niet uit â??De
Wapenheraut' mochten kennen volsta de mededeeling,
dat zij op dezelfde wijze zijn ingericht als die in de
Alba Studiosorum van Leiden en Utrecht, met dit verÂ
schil, dat hier de â?? trouwens zeer dikwijls onjuist
opgegeven â?? leeftijd van de studenten niet wordt verÂ
meld. Een goed ingerichte, critisch bewerkte, lexicogra
phische naamlijst maakt het raadplegen van dit voor de
genealogie ia het bijzonder van Geldersche en Overijsselsche
geslachten hoogst belangrijke werk zeer gemakkelijk.
VRAGEN EN ANTWOORDEN.
Calf. â?? Antoni Calf was in 1712 controleur te Zalt
Bommel. Was hij de schoonvader van den Bommelschen
burgemeester Otto de Ruuh? Genealogische gegevens
omtrent zijne voor- en nazaten worden beleefd verzocht door
Tiel. JHR. VAN KINSCHOT.
64 kwartieren A. E. en A. van Haersolte (XXII,
208). â?? De ouders van Errngard van Witienhorst zijn
Roelof en Euphemia van Haersolte.
Catharina Tempier was dochter van Gerhard en Helena
van den Bosch.
Johan Grauwert was zoon van Roelof en Alijt Both
lan Scherpenseel.
J. D. WAGNER.
Hilgersâ??Rotgers (XXI, 63, XXII, 233). â?? De heer
W. W. v. R. deelt t. a p. mede dat Anna Maria de
Mailly weduwe was van Jan Jacob Slicher. Dit is beÂ
paald eene vergissing. Johannes Hilgers en Anna Maria
de Mailly hadden eene dochter Gilliana Willemina
Hilgers, deze huwde 1' Mr. Jan Jacob Slicher en 2»
Nicolaas Hariingh. (Zie Adelsarchief I, p 294. M., 2).
Kan de heer W v. R. wellicht opgeven hoe de moeder
van Johannes Jan Hilger genaamd was ?
D. G. VAN EPEN.
Mariënweerd. â?? Waar berusten de doop- en trouwÂ
registers van de abdij van Mariënweerd, voor zoover beÂ
treft de jaren vóór 1697 ?
Tiel. JHR. VAN KINSCHOT.
van Neurenberg. â?? Wie heeft de. goedheid mij op te
geven de 4 of 8 kwartieren, liefst met datums enz.,
van M>' Johan van Neurenberg, schepen, raad en burgeÂ
meester te Dordrecht, die 15 April 1749 huwde met
Johanna Reepmaker, Willemsdr, zijn vader was Mr. Johan
die dezelfde betrekkingen bekleedde aldaar en gehuwd was
Rebecca Jacoba van der Voort.
J. REEPMAKER.
Patknll (XXII, 233). â?? Volgens mijne ms. gen. van
Tuyll van Serooskerken is R. A. van Patkull begraven in
de Michaëli-kevk en zijn zijne ouders Heinrich en Lucia
von Freiten zu Sompa, ook baron van Spaen geeft n. f.
deze ouders.
* D. G. v. E.