MAANDBLAD
VAN HET
Genealogisch-heraldiek Genootschap â??De Nederlandsche Leeuw.'
Dit blad verschijnt maandelijks en
wordt alleen aan de leden van het
Genootschap gezonden. Bijdragen en corÂ
respondentie betreffende de redactie en
verzending van het Maandblad zijn te
richten aan den redacteur, Jhr. Mr. F.
BEELAERTS VAN BLOKLAND, 63 KoninginÂ
negracht, te 's Gravenhage. Aanvragen om
exemplaren van vroeger verschenen
Maandbladen zijn te zenden aan den heer
W. Baron SNOUCKAERT VAN SCHAUBURO,
96 Jan van Nassaustraat, te 'sGravenhage.
De redactie van het Maandblad
strekkin
Stë
Brieven,aanvragen, enz., betreilende het
Genootschap te richten aan den secretaris,
Jhr. Mr. E. B. F. P. WITTERT VAN HOOGÂ
LAND, 25 Jan van Nassaustraat, diebetref
fende de bibliotheek aan den bibliothecaris,
Mr. P. C. BLOYS VAN TRESLONG PRINS, 3
Sweelinckplein, beiden te 'sGravenhage. â??
Contributiën enz. aan den penningmeester,
C. F. GIJSBERTI HODENPIJL te Vrijenban
bij Delft. â?? Leden te 's Gravenhage beÂ
talen per jaar Æ?10.â?? contributie, zij die
buiten 'sGravenhage wonen Æ?6.--.
wijst er nadrukkelijk op, dat zij niet aansprakelijk is voor de
g of inhoud der onderteekende stukken.
XXIIe U aargang.
1904.
IN MEMORIAM.
Mi*. Jan Eduard van Someren Brand.
9856 1904.
Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd is den 12 November 1.1. te Amsterdam overleden M*. J. E. VAN
SOMEREN BRAND, conservator van het Stedelijk Museum en van het Koninklijk Oudheidkundig GenootÂ
schap aldaar.
Sedert 1886 lid van ons Genootschap, maakte hij- «au Maart.1890 tot Mei. 1895. deel uit van het
bestuur. Zij, die met hem hebben samengewerkt, weten, hoe hij steeds de belangen onzer Vereeniging
behartigde en met ijver aan de discussiën deelnam. Door zijn helder oordeel en zaakrijke adviezen wist
hij menigmaal den vrede te bewaren, bij uit geringe oorzaken ontstane quaesties, zoowel in den boezem
van het bestuur, als met leden van het Genootschap die op den gang van zaken aanmerking meenden
te moeten maken of op een of andere wijze in hunne rechten verkort meenden te zijn.
Ons orgaan bevat verscheidene belangrijke bijdragen van zijne hand, en tot kort vóór zijn dood bewerkte
hij eene geschiedenis van het Haagsche geslacht van Wouw, welk artikel ook bestemd was om in de
kolommen van het Maandblad te worden opgenomen, terwijl hij reeds een paar jaar arbeidde aan eene
genealogie Lopes Suasso, waaraan eigenaardige bezwaren waren verbonden, welke hij meermalen met
on3 besprak. *
Een zijner hartewenschen op genealogisch gebied, welke nimmer tot vervulling kwam, is de uitgave
van een zooveel mogelijk compleete geschiedenis der regeering van de Hofstad, alzoo een stuk historie in
den geest van Elias' â??Vroedschap van Amsterdam'. Over dit plan raadplege men ons Maandblad, jaarÂ
gang 1896, n°. 3.
Dit reuzenwerk moest door eendrachtige samenwerking van bestuur en leden tot stand komen.
De namen der regeeringspersonen werden op fiches gebracht, en deze blaadjes giDgen rond bij hen, van
wie men verwachten kon, eenige aanvulling, gegrond op officieele bescheiden, te bekomen.
De uitkomst was evenwel ver beneden de verwachting. Een tijd lang werden nog Donderdagsche
séances van 1â??4 uur in de Nieuwe Havenstraat gehouden, waarbij de rijke boekenverzameling van BRAND
menige aanvulling opleverde. Na den dood zijns vaders, den welbekenden oud-kolonel der Amsterdamsche
schutterij en buitengewoon adjudant des Konings, verhuisde BRAND weder naar Amsterdam, en werd
daar weldra conservator van het Stedelijk Museum. De â??hoofdman der fiches' (zooals hij door ons werd
betiteld)- had het te druk in zijn nieuwen werkkring om deze studie voort te zetten, en zoo bleef dit
hoogst nuttige werk onvoltooid. Het was een genot met hem samen te werken, de dorre arbeid in namen
en nog eens namen wist hij op te vroolijken door verhalen over oud-hollandsche toestanden, veelal geput
uit oude brieven of gedenkschriften, waarbij de aangename voordracht en de sterkte van zijn geheugen
algemeene bewondering afdwong.
Behalve op genealogisch gebied, maakte BRAND zich verdienstelijk door het bijeenbrengen van het