De Nederlandsche Leeuw, jaargang 27 (1909)

269 270 Storm van 's Gravesande. (XX, 1B). Als 8e vraag werd door den heer Röell gesteld : â??Wat is er bekend van â??de afstammelingen van Jhr. Amoldus Storm van Js Gra­ vesande gehuwd met Carolina Frederika van Leuteken â??gezegd Smith, en wat van hem zelf?' Hoewel nu deze vraag reeds in hoofdzaak beantwoording vindt op blz. 534 van jaargang 1909 van Nederland's Adelsboek, bevat het daar medegedeelde zóóveel fouten en on­ volledigheden â?? waaraan ondergeteekende niet debet is â?? dat door beantwoording van de in jaargang XX van dit Maandblad gestelde vraag, tevens het onder VIIIbis op blz. 534 van zooeven genoemd jaarboekje medegedeelde, eene grondige correctie ondergaat, waar­ van in een volgenden jaargang dan partij ware te trekken. Het gewraakte stukje van het artikel Storm van 's Gravesande op den voet volgende, merken wij al dadelijk op, dat Amoldus zich nimmer van het praedi caat Jonkheer kon bezigen â?? en zich er ook nimmer van gebezigd heeft â?? om de eenvoudige reden dat zijn vader, Carel Storm van 's Gravesande, eerst bij K. B. van 7 Juni 1831 verheven werd in den Ned. Adel, terwijl zijn zoon Amoldus reeds in 1828, dus 3 jaar éérder, overleed, het â??Jhr.' behoort derhalve te ver­ vallen. Na vermelding van zijne geboorte, vindt men in het Adelsboekje opgenomen het te algemeen klinkende: â??ging naar Oost-Indië'. Daarvoor waren 's mans in Indië -bekleede betrekkingen te noemen, en wel: â??secre­ taris van Rembang en van Grissee'. Volgt zijn overlijden, waarvoor het boekje geeft: 28 Juni 1828 en wat ten rechte is: 28 JuZi 1828. Voor het huwelijk leest men: â??tr. op Java in Nov. 1818' , hiervoor kan gesteld worden: â??tr. Rembang 29 Nou. 1818. Zoowel de annonce van hun huwelijk, als de aan teekening van haar begraven vermelden zijn vrouw's naam als Smith, zoodat de toevoeging van Leuteken gezegd Smith, welke het Adelsboek als naam van zijn vrouw vermeldt, mij als twijfelachtig-juist voorkomt. Hunne drie kinderen werden niet te Soerabaja, doch te Grissee geboren, het oudste overleed daar niet 19 Oct. 1820, doch 19 Sept. 1820. Het wekt verwondering, dat het artikel in het Adels­ boek in het geheel geen melding maakt van den nog levenden niet-adellijken tak dezer familie, omdat bij andere geslachten in het boekje steeds zooveel mogelijk wordt aangegeven waar de aansluiting gevormd wordt van niet-adellijke takken aan de geadelden. Deze nog levende niet-adellijke tak spruit uit Franz Jonathan Pieter Storm van 's Gravesande, geb. te Demerary 7 Mei 1812, zoon van Cornelis Gerrit en Char lotte van 's Gravesande. Hij was assistent-resident te Palembang en later algemeen ontvanger te Batavia, uit zijn huwelijk met Maria Louisa Catharina Witten rood sproten 12 in Indië geboren kinderen, die dezen tak' in Indië hebben voortgezet waar hij tot op heden voorkomt', o. a. was een zijner zonen tot voor kort resident van Palembang. Gegevens'betreffende deze familie zijn in mijn bezit, alleen rijst de vraag, hoe sluit de vader van den eer­ sten van dezen tak, die in Indië kwam, aan de familie Storm van 's Gravesande aan, en zijn de namen van zijne ouders wel juist vermeld ? W. W. v. R. Uhlenbeck. Welke gegevens blijken uit de in Indië aanwezige bronnen omtrent leden der familie Uhlen­ beck ? Wat mij voor enkele jaren bekend was, heb ik Maandbl. 1905, kol. 1. 599. (vgl. kol. 64) medegedeeld. O. C. UHLENBECK. De Virieu. (XXIV, 74). H. J. de Virieu (sub. 9u) werd geboren te 's Hertogenbosch 28 Juli 1794, hij huwde als Johannes Hendrikus de V. te Batavia in 1822 met Jacoba Margaretha Gesina Holberg en be­ kleedde de volgende ambten: adjunct-secretaris der Algemeene Rekenkamer van N. I. (1823), secretaris van idem (1827) en ten slotte lid der Alg. Reken­ kamer (1829), alles te Batavia. Van de 3. op blz. 114 genoemde kinderen, heette het 2e kind : Gesina Isabella Gijsberta Charlotta Oltolina de Virieu, geb. Batavia in 1827. W. W. v. R. Wapens gevraagd. (XXVII, 127, 208). De opgave moet gewijzigd worden als volgt: in het tweede kwar­ tier 3 (2, 1) vogels (weerhanen?): in het 4de kwartier 3 (2, 1) hoorns. D. W. v. D. Wapens gevraagd. Welke familie voerde: In rood een keper van zilver vergezeld van 3 gouden gekroonde leeuwenkoppen. Helmteeken een gouden basilisk met opgeheven vlucht ? B. B. Wapens gevraagd. Verleden jaar zag ik te Wijk-bij Duurstede in den gevel van een smal huis (16de a 17de eeuwsche stijl) links van het stadhuis, het volgende, in een lichtbruinen steen gehouwen wapen. Gedeeld: a. In ? drie aanziende ossekoppen van ? geplaatst 1 en 2, b. In ? drie rozen ? en een blauw schildhoofd. Het ge­ heel gedekt door een helm en dekkleeden. Is dit wapen bekend, en hoe zijn de kleuren ? 's Gravenhage . . J. F. VAN BEECK CALKOEN. INHOUD 1909, No 11 en 12. Berichten. â?? Benoeming tot lid. â?? Adresverandering. â?? Boek­ werken , enz. ontvangen voor de Bibliotheek. â?? Excursie naar de kasteelen Amerongen en Zuylesteyn. â?? Onderscheidingen. â?? Adels gunst. â?? Genealogische aanteekeningen betreffende de familien van Hemert, van Hartsbeek of Hertsbeeck, enz., door Jh' Van den Bosch. â?? Beschrijving van zegels aanwezig in het oud-archief der gemeente 's-Gravenhage, door J. C. van der Muelen (Met eene plaat). â?? Het bedekken van wapenborden te Amsterdam tijdens de Bataafsche Republiek, door C. F. Gijsberti Hodenpijl. â?? Zestien kwartieren der kinderen van Jacob van Sandick (1644â??1694) en Jkvr. Agnes Ploos van Amstel, en hunne afstammelingen, door Mr. H. W. van Sandick (vervolg). â?? Kleine mededeelingen: Grafzerken Wesel (XXVII, 237), Von Bethmannâ??Hollweg. â?? Vragen en antwoorden: Van Akerlaken (XXVII, 91, 192), Bakeâ??Spieringh (XXVII, 20), Boudet, Boogaert, Braesseman, Daehne later van Daehne van Varick (XXVII, 203, 231), Deking Duraâ??Rink, Coelenaers, Hooreman (XXVI, 160, 224, XXVII, 61, 157), van Lelyveldâ??de Witt, Just de la Paisières (XXVII, 209), Storm van 's Gravesande (XX, 15), Uhlenbeck, de Virieu (XXIV, 74), Wapens gevraagd (XXVII, 127, 208). De Ned. Boek- en Steendrukkerij v./h. H. L. SMITS.