35 36
eene vlucht. Rands. S. Joost Jacóbsz. van Hoogenhovck.
1587. N° 179.')
Zie Joost Jacobsz.
Jan van Hoornbeek. Sch. van 's-Gravenhage. Drie jachtÂ
hoorns , 2 en 1. Helmt. Een hoorn, waarop in het
midden, een uitkomende man zonder armen en met
een lint om het hoofd (een morenbuste?). 1724. N° 195.
Opgedrukt zegel. In 1729 N° 104 zegelt Johan Steenis
voor hem.
Jan Adriaensz. Houck. Sch. v. 's-Gravenhage. GeÂ
vierendeeld : 1 en 4 vijf leliën (onduidelijk, of schoppen
-azen, de steel omhoog) 2 en 3 een vorkkruis. (Rietstap,
Handboek, blz. 118.) Helmt. Een der figuren uit het
le kwartier, tusschen eene vlucht. Tegenz. Het schild
waarboven de letters 1. A. H. 1607. N° 18.
Otto Gerritsz. Houckgeest. Sch. v. 's-Gravenhage. Een
dwarsbalk beladen met eene lelie en vergezeld van 3
ruiten: 2 en 1. Helmt. Eene ruit. Tegenzegel. In het
cirkelvormig zegelvlak de letters O. G. door een streep
afgescheiden van de daar onderstaande, aaneengesloten
letters VIV. 1610. N° 705, waarop evenwel de ruiten
niet duidelijk zijn. Deze komen wel voor op de zegels
van 1610 N° 607, 1611 N° 45 en 1612 N° 41, doch
op deze niet erg duidelijke zegels heeft het er meer van
of er twee dwarsbalken zijn met de lelie er tusschen. 2)
Coenraedt Houtuyn. Sch. v. 's-Gravenhage. Een leeuw.
Helnit. De leeuw uitkomende. Tegenz. Het schild waar
-boven de letters C. H. 1634. N° 152.
Aan eene acte van 1632 N° 186 schijnt het dat de
leeuw geplaatst is over een golvende dwarsbalk.
Mr. Jacob van der Houven. Sch. v. 's-Gravenhage.
Doorsneden: 1 drie'St. Andrieskruisjes, naast elkander,
2. een liggende wassenaar overtopt door eene ster.
Helmt. Een St. Andrieskruis. Rands. S. Ia ... der
Hoeven. Tegenz. Het schild met helmt. 165 . N° 355.
1657 N° 354.
Marcus van der Houven. Schepen van 's-Gravenhage.
Als Mr. Jacob van der Houven. Rands. S. Marcvs van der
Hoeven. Tegenz. Het schild met helmt. 1668 N° 57 blauw.
Mr. Johan Ten (sic) Hove. Sch. v. 's-Gravenhage. Een
St. Andrieskruis, vergezeld van een dubbele adelaar in
het bovenste canton en drie droogscheerders scharen.
Helmt. Eene schaar tusschen eene vlucht. 1726. N° 124.
Opgedrukt zegel.
Dr. Johan van' den Hove. Sch. v. 's-Gravenhage. Een
rechtopstaande gekroonde, kronkelende slang. Aanz.
helm. Helmt. De slang tusschen eene vlucht. Tegenz.
Het schild en helmt. 1665. N° 44 potlood.
Johan van den Hove. Sch. v. s-Gravenhage. Als
Dr. Johan, maar in plaats van de vlucht van het
helmteeken: twee struisvederen. Tegenzegel: Het schild
zonder helmt. 1657. N° 412.
Frans Hubrechtsz.. Sch. v. 's-Gravenhage. 1567. N° 14.
Helaas! geheel platgedrukt.
1 Joost van Hoogenhouck. Het kan zijn dat andere leden van dat
geslacht het helmteeken hebben zooals de heer v. R. v. d. K. beÂ
schrijft, doch daar voor de afbeelding der wapens in de ramen der
vestibule van het Raadhuis te 's-Gravenhage, de schepenzegels gevolgd
zijn, voor zoover die op te sporen waren en men die niet zoogenaamd
verbeterd heeft, was er geen reden om het arendsbeen (niet arends
poot) anders af te beelden dan geschied is. Hoe is de afbeelding in
het diploma van Ridder des H. R. Rijks?
2) Houckgeest. Hoewel de afdruk van het zegel van Otto Gerrits
Houckgeest niet erg duidelijk meer is scheen het mij toe, dat er
niet een, maar twee dwarsbalken in voorkomen.
Adrianus Huyghen den ouden. Sch. v. 's-Gravenhage.
Twee zamengevlochten kepers, waarvan een het onderste
boven. Belmt. Een druiventros met 2 bladeren, de tros
rustende op den helm. Rands. Adriaen Hugensz. de oude.
Tegenzegel. In het cirkelvormig zegelveld de letter A
staande in de letter H plaat N° 15. 1596. N° 460. ')
Jacob Huijgensz. Schepen van Poortvliet (eil. Tholen).
Een merk als twee aansluitende driehoeken boven elkÂ
ander, plaat N' 16, op de bovenste schildrand drie
vogeltjes naast elkander. 1517. N° 35.
Jan Immensdorff. Sch. van Vianen. Doorsneden: 1.
Twee staande gekronkelde slangen, naast elkander, 2.
drie St. Jacobschelpen 2 en 1. Aanz. gekroonde helm.
Helmt. Een uitkomende vos. 1722. N° 125 rood.
Nicolaas Boudewijns van Isenhout. Sch. v. Middelburg.
Drie dorre boomen op een schildvoet staande. Half
aanz. helm. Holmt. Een dorre boom. Rands. op een
gekronkeld lint onder het helmt. doorgaande: S. Nicolais
Bovdewijns van Isenhowt. 1595. N° aa en bb.
Ferdinando Jacobs. Sch. v. Middelburg. Een merk,
plaat N° 18. Het schild ter linkerzijde vastgehouden
door een griffioen. Rands. S. Ferdinando Ia ... . 1594.
N°. x. 1595 b.b.
Thomas Jacobs. Sch. â??op te stat gelegen onder 't
quartier van de Landen van Putten' (Stad aan 't HaringÂ
vliet). Een merk in een cirkel (plaat N° 19). Rands.
weg. 1574 N° 11. �
Jacob Jacobszoon in 't Ossenhooft. Schepen van Delft.
Drie arendsbeenen 2 en 1. Helmt. Een arendsbeen tusschen
eene vlucht. Rands. S. Jacob Janssoen. 1564. TestaÂ
menten: Is dit van Hoogenhouck?
Adriaen Jacobsz. Sch. v. 's Gravenhage. Er is slechts
een stukje van het zegel over, waarop het helmt. zijnde
een antieke vlucht. 1513. N° 136 blauw.
Joost Jacobsz. Sch. v. 's-Gravenhage. Drie arendsbeenen
2 en 1 en eene ster tusschen de 2 bovenste. Geen helm
of helmt. Rands. S. Joost... s ... n. Tegenzegel: Een
omgewend antiek manshoofd, tusschen de letters II,
alles in een cirkel. 1558 N° 277. In eene schepenacte van
1552 N° 53 blauw, door hem bezegeld noemt hij zich
Joost Jacobsz. goutsmit. Is hij een van Hoogenhouck?
Bouwen Jansz. Schout van het ambacht van Wassenaer
en Zuidwijck. Drie meerbladen. Helmt. een antieke vlucht.
S. Bovven Jansz. 1559 N° 7 rood. In bruine was.
Euert Janszoon. Rentmeester der memorien van
Conincxvelt (bij Delft). In een cirkelvormig zegelveld
met randschrift: Een meerman of meermin, in de linkerÂ
hand een schild met afgeronde voet houdende, beladen
met drie sterren. Hij zegelt voor Willem Sproncszoon,
die verklaart geen zegel te hebben. 1671. N° 106 en
107 beide rood.
Job Jansz. Sch. van 's-Gravenhage. Gevierendeeld:
1 en 4 acht St. Andrieskruisjes, 3, 3 en 2, 2 en 3
drie loopende honden 2 en 1, Helmt. Een zittende
hazewind. 1591. N° 332.
Willem Jansz. Sch. v. 's-Gravenhage. Drie afgerukte leeuÂ
wenkoppen. Helmt. Een antieke vlucht. 1512. N° 68 blauw.
J) Adriaen Huyghen den oudon. Waarom dit wapen niet voorkomt
op de ramen der vestibule weet ik niet.
Bij De Riemer staat hij op A° 1604-5 als burgem'., idem 1605-6
doch nu met deze aanteekemng: â??doch vermits zijn overlijden voor
den gedanen eed in deszelfs plaats aangesteld Everard Quirynsz.'
Hij schijnt dus wel benoemd, maai niet in functie geweest te zijn.