De Nederlandsche Leeuw, jaargang 28 (1910)

67 68 schap 1611 en 1612. Op het gegraveerd portret van Dr. E. Screvelsz. van Tedingerbroeh staat zijn wapen, de eenhoorn rood op een zilver veld. (Leidsch archief). Mr. Bartholomeus van Segwaert, Heeren Meindertsz'. Sch. v. Dordrecht. Gevierendeeld: 1 en 4 een rechter schuinbalk, 2 en 3 een jachthoorn. Helmt.: De hoorn tusschen eene vlucht. Tegenz. Het schild met helmt. 1608. N° ee. Johan Sissink, redger tot Uitwijda en Holwijda. Een zandlooper. Helmt.: Een boom. Tegenz. Het schild met helmt. Delfzijl 23 Dec. 1669. Aan het testament van Cornelis van Duivenvorden, wonende te Delfzijl. Jan Slicher. Sch. v. 's-Cravenhage. Een dwarsbalk, vergezeld van drie hoefijzers, naast elkander in het schildhoofd en een molenijzer in den schildvoet. Het schild gedekt door eene kroon van drie bladeren en tusschen iedere 2 bladeren eene punt waarop 3 paarlen. Opgedrukt zegel 1772. N° 394. Govert Franco van Slingelandt. Sch. v. 's-Gravenhage. Twee beurtelings gekanteelde en tegengekanteelde dwarsbalken, en een vrijkwartier beladen met een ijzeren pot. Het schild gedekt door eene kroon van 5 bladeren. Opgedrukt zegel. 1776. N° 175. Mr. Hendrik van Slingelandt. Sch. v. 's-Gravenhage. Twee beurtelings gekanteelde en tegengekanteelde dwars­ balken. Kroon van 3 bladeren en tusschen iedere 2 bladeren eene punt waarop drie paarlen. Opgedrukt zegel. 1737. N° 177. ') Hendrik van Slijchtenhorst. Sch. v. 's-Gravenhage. Gedeeld: 1 drie klaverbladen, 2 en 1, 2 doorsneden: a: drie schuin geplaatste pijlen naast elkander, de punten omhoog, naar rechts, b: 5 leliën 3 en 2. Helmt.: Eene vlucht. Tegenz. Het schild waarboven de letters H. V. S. 1626. N° 52. Johan Smout. Sch. v. 's-Gravenhage. Een dwarsbalk, vergezeld van 3 liggende wassenaars 2 en 1. Helmt.: Een liggende wassenaar tusschen eene vlucht. Tegenz. Het schild waarboven de letters I. S. 1627. N° 197. Mr. Jacob Snéls. Sch. v. 's-Gravenhage. Gedeeld: a. Een omgewend beest, op de achterpooten staande, ge­ lijkende op een schaap of ram (volgens het Armorial Général â??een beer'), b. idem, doch niet omgewend. Helmt.: Het beest van het 2e gedeelte uitkomende. Tegenz. Het schild met helmt. 1639. N° 636. Steven Snouck, schildknape. Sch. v. 's-Gravenhage. Een dubbele adelaar, op de borst beladen met een ovaal schild beladen met eene lelie. Helmt.: De adelaar met het ovale schildje, uitkomende. Tegenz. Het schild met helmt. 1639. N° 636. Mr. Cornelis van Soutelande. Sch. v. 's-Gravenhage. Een leeuw met een lambel gaande over de borst van den leeuw. Helmt.: Eene meermin. Tegenz. Het schild waarboven de letters O. V. S. 1635. N° 208. Slechts een stuk van het zegel is nog overgebleven, 1638. N° 410. Pieter van Soutelande. Sch. v. 's-Gravenhage. 2) Gevie­ rendeeld: 1 en 4. Een leeuw met een lambel over de borst, 2 en 3, twee dwarsbalken ieder beladen met drie !) Mr. Hendrik van Slingelandt. Hij voerde op zijn schepenzegel alleen zijn stamwapen en niet het zamengesteldc, dat de heer v. E.. v. d. K. opgeeft. s) Pieter van Soutelande voerde dus een gevierendeeld wapen en niet alleen het stamwapen. rozen. Helmt.: Eene meermin met spiegel en kam, tusschen eene vlucht. Tegenz. De leeuw met de lambel, boven het schild de letters P. S. 1555. N° 1 blauw. Aan een acte van 1554, N° 218 hangt een zegel van hem zonder tegenzegel. Mr. Adriaen van Spieringshouck. Sch. v. 's-Gravenhage. Drie zwemmende spieringen, boven elkander. Helmt.: Een beker met 3 uitkomende spieringen, de koppen omhoog, tusschen eene vlucht. 1770. N° 112. Opgedrukt zegel. Aan eene acte van 1702, N° 381, hangt nog een stukje van een ander zegel van hem, in was, waarop nog alleen het tegenzegel duidelijk is n.1. het schild met helmt. Johan Splinter. Sch. v. 's-Gravenhage. Twee dwars­ balken. Helmt.: Een leeuwenkop tusschen eene vlucht. 1545. E' 69. Johan Claesz. Splinter. Sch. v. 's-Gravehhage. Twee dwarsbalken. Helmt.: eene vlucht. Tegenz. Het schild met helmt. 1613. N° 400. Pieter Jansz. Splinter. Sch. v. 's-Gravenhage. Als Johan Claesz. Splinter. Tegenz. idem. 1630. N° 372. Het zegel stuk. Mr. Nicolaes Splinter. Sch. v. 's-Gravenhage. Als Johan Claesz. Splinter. Tegenz. idem. 1675. N° 246. Michiel van der Stael. Sch. der stede Geertruijdenberge. Drie hoefijzers, met de kalkoenen naar beneden, 2 en 1. Helmt.: Een hoefijzer. 1595. Testamenten. Mathys van Sleenbecke, wonende te Delft. Doorsneden: 1. Drie omgewende, gaande hondjes 2 en 1 en eene viool, met de steel omlaag, in het schildhart. 2. Een achtpuntige ster. Geen helm. 1540. N° 61 rood. Johan Philip Steenis. Sch. v. 's-Gravenhage. Drie aanziende, gaande leeuwen (luipaarden) boven elkander. Gekroonde helm. Helmt.: een uitkomende leeuw. 1778. N° 110. Opgedrukt zegel. Johan Steenis. Sch. v. 's-Gravenhage. Drie stappende honden, boven elkander. Gekroonde Helm. Helmt.: Een uitkomende hond. 1717. N° 415. Opgedrukt zegel. In 1729, N° 104, zegelt hij voor Jan van Hoornbeek, doch dit is niet in de acte vermeld. N.B. Het zijn duidelijk honden en geen luipaarden zooals in het zegel van Johan Philip. Christian Stilck. K. K. Paltz. und Hof Graff., Kon. Schwedisch Hoch. fiirstl. Bischofll. Lubeckisch Herzogl. Schleswig Holsteinischer Hoff und Finantzen Rath, Canonicus zu Hamburg und' beijder Rechten Doctor. Gaffelsgewijs verdeeld: 1 Een gevleugelde bal, 2 ge­ schuind in tweeën, ieder deel beladen met drie 8 puntige sterren, 3 een adelaar, en in hartschild, over alles heen, een vos. Het schild gedekt door eene kroon van 5 bladeren en tusschen iedere 2 bladeren eene punt waarop eené paarl. Daarboven een aanz. helm. Helmt.: Een vos. Hamburg 5 Sept. 1754. 3° afdeeling. In roode was in een koperen doos. Het zegel is zeer plat gedrukt en daardoor onduidelijk. Zegel ter zake der banne van Stompwijk. Twee schuin- gekruiste sleutels. Het schild ter linkerzijde gehouden, door een leeuw, die een opgeheven krom zwaard in zijn rechter klauw houdt. Rands. S-. der stadt Ke . . . n (onduidelijk) banne van Stompwijk. Tegenzegel zie bij de Cleyne. 1643. N° ii. Sacharias Swart. ') Sch. v. 's-Gravenhage. Een aan- !) Sacharias Swart, niet de Swart.