69 70
ziende gekleede rnan. Helmt.: Een rechtopstaande arm
met de hand iets vast houdende (een zwaard?) Tegenz.
Het schild en helmt. 1689, N° 267. -
Cornelis Sybrantsz. Sch. v. 's-Gravenhage. Een leeuw
met een barensteel over de borst gaande. Helmt.: Een
leeuw. 1579. N° 201.
In 1581 komt hij voor als Cornelis Sybrantsz. van
Brederode.
Cornelis Sijmonse. Sch. v. 's-Gravenhage. Gedeeld:
1 weder gedeeld: a. twee palen (of gepaald ?), b. een
gekanteelde en tegengekanteelde dwarsbalk, 2 'drie
leeuwen 2 en 1 en een zijkwartier de le leeuw bedekkende.
Helmt.: Een dolfijnkop tusschen een antieke vlucht.
Rands. S. Cornelis .imon (onduidelijk) 1550. N° 139.
Jacob Symonsz. wonende in â??Schevelinge.' Sch. v.
's-Gravenhage. Drie S*. Jacobsschelpen. Helmt.: Eene
vlucht. 1553. N° 640.
Pieter Sijmonsz. Sch. v. Vianen. Een schuin geplaatste
visch, de kop omhoog, naar rechts. Geen helm. 1547.
N° 113. rood.
Nicolaes Corn(elisz.) Tenijs. Sch. v. Middelburg. GeÂ
deeld. In ieder deel een klimmende bok, die in het
le omgewend. Helmt.: Een uitkomende bok. 1606. N° 228.
N.B. In het Armorial général staat in het 2e deel een
voetboog.
Willem Teulinck Geraertsz. Sch. v. Heusden. Drie
drielingbalken en een schildhoofd beladen met 3 vogeltjes
naast elkander, het le omgewend. Helmt.: Een vogel.
Tegenz.: In een ovaalvormig zegelveld een merk samenÂ
gesteld uit de letters W. T. en G. (Plaat N° 35). 1618.
N° 108 rood.
Dirk Troost Butgersz. Schout van den ambachte
van Oestgeest. Een dwarsbalk, vergezeld van drie molenÂ
ijzers 2 boven en een onder den balk. 1583. N° f. Van
dit zegel is slechts een stukje over.
Willem Turnhout. Sch. v. 's-Gravenhage. Gedeeld: 1
doorsneden: a een schip met 3 masten op een zee of
dwarsbalk, b een keper van onder vergezeld van een
anker, 2 een dwarsbalk en daarover een rechter schuin
balk. Helmt.: Een anker tusschen eene vlucht. Tegenz.:
Het schild, met helmteeken. 1699. N° 424.
Utrecht. Geschuind schild. Schildh. twee leeuwen.
Kroon van 3 bladeren, tusschen iedere 2 bladeren een
punt waarop 3 paarlen. Tegenzegel. Idem, met dit randÂ
schrift. Sig. secret. civitatis Ultraject. Roode was. GeÂ
deeltelijk stuk. 1658. N° 'fff.
Het hof van justitie van Utrecht. Gevierendeeld 1 en
4 een kruis, 2 en 3 een leeuw. Omringd van 4 kleinere
wapenschilden, boven: een geschuind schild, heraldisch
rechts met een kruis, links en van onder geschonden
en stuk. 1699. N° tt.
Zegel van schout en schepenen van Utrecht. Een poort
met valhek tusschen 2 torens. Onder het valhek een
geschuind schild (Utrecht). In de linkertoren een geÂ
vierendeeld schild met 4 leeuwen. De rechterzijde van
het zegel is weg, en het zegel is zeer geschonden. TegenÂ
zegel : Een geschuind schild, en zeer geschonden randÂ
schrift. 1644. w. w. 1650. N° M.
Mr. Johan Vallerea. Sch. v. 's-Gravenhage. GevierenÂ
deeld : 1 Drie S*. Jacobsschelpen 2 en 1, 2 doorsneden
a een leeuw, b twee leeuwen tegen elkander staande,
de le omgewend, 3 een dwarsbalk vergezeld van drie
ronde figuren (rozen?) 2 en 1, 4 drie leeuwenkoppen
2 en 1. Kroon van 15 paarlen, waaruit de helm komt.
Helmt.: Een opstaande naar links gebogen arm, in de
hand iets rechts vast houdende (een stok of zwaard?)
Boven het helmteeken een lint waarop eenige letters
(onleesbaar). Tegenzegel. Alleen het la kwartier met
kroon, helm en helmt. 1674 N° 340.
Adriaen van de Velde. Sch. v. 's-Gravenhage. GeÂ
vierendeeld 1 en 4 drie molenijzers 2 en 1, 2 drie
dwarsbalken, 3 drie posthoorns 2 en 1, 4 een geschaakt
Sfc. Andrieskruis. Helmt.: De kop en kromme hals van
een vogel (reiger of zwaan?) met lange bek. 1565.
N° 70 blauw.
Huijch Adriaensz. van de Velde. Sch. v. 's-Gravenhage.
Als Adriaen van de Velde, doch de hals van de -vogel
van het helmteeken, is hier niet zoo lang, en recht
naar boven gaande. Tegenzegel, een merk gevormd door
de letters H. A. (plaat' JST° 36) 1547. N° 677, Zie
Ruych Adriaens.
Achter een zegel van 1543 is het merk op het
tegenzegel eenigszins anders. Zie plaat N° 36b.
Mr. Jan van Velde. Rentmeester der memoriën van
Ooninxvelt (bij Delft). Een geënt schildhoofd. Helmt.:
Een vogeltje. Hij zegelt voor Willem Sproncszoon, die
geen zegel heeft. 1741. N° 10. 106 rood en 107 rood.
Dr. Willem Verbrugge. Sch. v. Delft. Drie pijlen 2 en 1
de punten omhoog. Aanz. gekroonde helm. Helmt.: Eene
pijl. Tegenz. Het schild met helmteeken. 1767. N° 5.
Claes Henriks Verburch. Sch. v. Delft. Twee schuin
gekruiste pelgromsstaven, vergezeld van eene achtpuntige
ster in het schildhoofd en 2 liggende afgewende koeien,
naast elkander, de koppen aanziende, in den schildvoet.
Helmt.: Eene vlucht. Tegenz. Het schild met helmteeken.
1608. N° 111 rood.
Jacob Vermij. Sch. v. 's-Gravenhage. Die palen. Het
Helmteeken is weg. 1554. N° 219. beschadigd zegel. 1)
Andries Jasper~sz. van Versanevelt. Sch. v. Leiden.
Een vogel. Helmt. De vogel tusschen eene vlucht.
Tegenz. Het schild waarboven de letters A. I. en waarin
de vogel staande op een merk (Plaat N° 37). 1612.
N° 90 rood.
Jan Jacobsz. Verwey, notaris te Leiden. 26 Oct. 1611.
Acte van huwelijksche voorwaarden van Johan van
Geesdorp en Juffr. Geertruyt van der Laen Willemsdr.
In een ovaal schild een dwarsbalk met drie sterren.
Opgedrukt in zwarte inkt. Rood la en lb.
Steven Vlackz. Schout in den banne van 's Herambacht
Denkelijk twee schuingekruiste zeissen met de ijzers
naar buiten. Rands. weg. 1456. N° A. Platgedrukt zegel.
Johan Vlacq, de oude. Sch. v. Gouda. Gevierendeeld:
1 en 4. Een boom, 2 en 3, drie roskammen onder
elkander. Aanz. helm. Helmt.: Twee uitkomende paarden
]) Jacob Vermij. Daar de kleuren van zijn wapen niet op zijn zegel
aangegeven zijn'en het vermoeden van den heer v. R. v. d. K. dat deze
schepen tot het geslacht van der Mije behoorde, toen nog niet bekend
was, heeft men voorzichtigheidshalve in het voorhuis van het StadÂ
huis de kleuren bij dit wapen weggelaten. Dat de kleur der palen
en het wapen van dezen schepen en burgemeester, zwart moet zijn
is zeer waarschijnlijk, doch nog niet positief zeker, als men leest
wat in het Algemeen Nederl. Familieblad 1901 blz. 182, noot verÂ
meld is, in het artikel Van Dueren door H. J. Schouten, n.1. Te
Oudshoorn komt in een der kerkramen voor het wapen van Jan
Gerritsz. Vermij 1670 armmeester. In zilver vier zwarte palen [de
Haagsche schepen voerde er drie], geen helmteeken, dekkleeden
zilver en zwart en het wapen van Cornelis Sijmonsz. Vermij 1670
schepen aldaar, doch van dit wapen zijn de dekkleeden blauw en
zilver en de helm voorzien van een blauw-zilveren vlucht, enz.