De Nederlandsche Leeuw, jaargang 28 (1910)

91 Ybis. JacobusLeuven, geb. Amsterdam (1666) ald. overl. 10.1. 1702. Kruidenier, poorter 29.4. 1694, hij -woonde Nieuwendijk tr. Abcoude 27.4. 1698. (ondertr. Amsterdam 5.-4. 1698) Petronella Imants, geb. Amsterdam (1679) ald. overl. tusschen 1702 en 1722. Zij winnen: VI. Arnout Leuven, geb. Amsterdam (1699) f? wijn- kooper, poorter 9.3. 1723, woonde Keizersgracht. Tr. aldaar (Waalsche Kerk) 4.10. 1722. Sara van de Ven, geb. Amsterdam (1703) f ? (dr. van Justus en Maria Elisabeth Veranneman, Wed. Nicolaas van der Aak). Zij winnen: 1. Petronella Catharina Leuven, geb. Amsterdam 9.4. 1725, overl. Rotterdam 9.2. 1803. Regent van het werkhuis ald. Tr. ald. 25.6. 1752 Frederik van Wynoxbergen, geb. Breda 9.4. 1724, f Rotterdam 8.4. 1807 (zn. van Cornelis, en Magteld Magdalena Dalemans. 2. Adriana Leuven, geb. Amsterdam. 2. 1727, f Rotterdam en ald. begr. (Westerkerk graf 19) 20.9. 1793. Ongehuwd. Wapens der aangehuwde families: Leyte: Doorsneden, a. Van rood met een gouden leeuw op grasgrond, b. Van zilver met een roos van rood. Oevers. Van blauw met een zilveren lelie. De Vos. Van blauw met een boom au naturel op grasgrond waartegen een vos van goud aanspringt. Van de Ven. Van goud met een gegolfde faas van blauw beladen met drie eendjes van zilver. Van Wynoxbergen. Van zilver met drie druivetrossen gebladerd en gesteeld van groen. Onderscheidingsvlag voor Prinses Juliana. Bij Kon. besluit van 8 November 1909 (Staatsblad 358) is het volgende bepaald: De door Hare Koninklijke Hoogheid Juliana, Prinses van Oranje Nassau, Hertogin van Mecklenburg te voeren vlag is een langwerpige vlag van oranje kleur, waarvan de hoogte -| van de lengte bedraagt, driehoekig uitge­ sneden over £ van de lengte^van de vlag, in vier vakken verdeeld door een staand vierarmig kruis van Nassausch blauw, ter breedte van van de hoogte der vlag, het midden van het kruis liggende op j5^ van de lengte der vlag, gerekend van de broekzijde, in het midden van het kruis een medaillon van oranje kleur, ter middellijn van , van de lengte van de vlag, waarop geplaatst ons wapen zooals dit is vastgesteld bij het Kon. besluit van den 10den Juli 1907 (Staatsblad N°. 181), nader gewijzigd bij het Kon. besluit van den 13den Juli 1909 (Staatsblad N°. 271), het schild gedekt met de Konink­ lijke Kroon, in het bovenste oranjevlak aan de broek zijde een jachthoorn van azuur, gesnoerd en geopend van keel, beslagen van zilver (Oranje), in het onderste oranjevak aan de broekzijde een aanziende stierenkop met afgerukt halsvel van sabel, geboord van zilver , getongd van keel en gekroond met een driebladige kroon van goud (Mecklenburg). 92 VRAGEN EN ANTWOORDEN. Campen (Van)â??BerIin(c)khoff. (XXVIII, 26). Op­ gaven van de geboorte, doop, overlijden en ouders van Alelta Adriana Berlinhhoff, de vrouw van Everhardus van Campen, kan men vinden in het Haagsch Jaarboekje van 1897, blz. 320 en vlg. Men zal daaruit zien, dat zij door haar moeder, Anna van Deventer, het eenige kleinkind was van den vermaarden Dr. Hendrik van Deventer, wiens beeld in een gedenksteen zich sedert eenige jaren bevindt op de Amsterdamsche Veerkade, in den Haag. Slechts één harer kinderen liet nakome­ lingen na, n.1., Anna Cornelia van Campen, gehuwd met Nicolaas Stephanus Werdenier. Ook dit echtpaar had maar één kind, Antonia Elisabeth Werdenier, ge­ huwd met.Mr. Peter van Meurs, waaruit afstammelingen. Door afstamming van hen en onderzoek, was ik in staat verschillende opgaven over Dr. van Deventer en zijn schoonzoon Berlinkhoff, beiden geneesheer te Voorburg, te verschaffen van Dr. R. Krul, die meermalen over Van Deventer geschreven had. l) ZEd. verwerkte die opgaven niet, maar plaatste ze onder mijn naam in het bovengemelde Jaarboekje. P. v. M. Groot, (de) (XXVII, 23). De bedoelde Jhr. Nicolaas de Groot was een zoon van Huygh de Groot -Claesz. en van Johanna van Cuyl, en behoorde tot het geslacht van Diemen gezegd de Groot waarvan Balen in zijne Beschrijving van Dordrecht eene opgave doet. Genoemd echtpaar vindt men daar vermeld bl. 1038, doch niet hunne kinderen die het geslacht trouwens niet hebben voortgezet, zoodat de volgende aanvulling misschien niet onwelkom zal zijn. Van Huygh de Groot zegt Balen dat hij doodbleef in een hartvang den 15n October 1581 2) en dat hij secre­ taris was van het Hof van Holland. Hij had er bij kunnen voegen weesmeester van den Haag van 1575 tot zijn dood toe. Bij zijne benoeming en in iedere akte waarin hij als weesmeester optreedt wordt hij tevens genoemd Secretaris van het Hof, zoodat de Riemer zich vergist moet hebben waar hij in zijne Beschrijving van 's-Gravenhage (deel II bl. 217 noot) dien weesmeester Rugues Groote en een Vlaming noemt. 3) Huygh liet twee kinderen na, den meer gemelden Nicolaas kinderloos schijnt te zijn overleden. Johanna van Cuyïl is vóór 10 Juni 1586 hertrouwd met Jeremias van der Molen, die haar als haar echtgenoot assisteerde toen zij op genoemden datum eene donatie deed aan haar twee zoons Nicolaas en Floris de Groot (Transp. Reg. den Haag 98.) Nicolaas de Groot bovengenoemd huwde Johanna Croeser dochter van Mathijs en van Anna Schooff, en eerder wed. van Hercules van der Houven die haar twee kinderen had nagelaten Mathijs van der Houven, de latere schrijver der Handvestkronijk en Anna van ') Zie vooral Dr. E.. KRUL, Haagsche doctoren, 148â??171 en vgl. Die Raghe, Bijdragen en Mededeelingen 1901, 177. 2) 18 October 1581. Huych de Groot secretaris van den hove van hollandt was, vijff poesen (beluid). (Rentmr. 'Reks. van de St. Jacobskerk, uitgegeven door den Heer M. G. Wildeman). G. E. s) In die lijst komen trouwens meer fouten voor, zoo leze men voor Ramaecker, Camaecker, voor van Aelburg, van der Elburg, voor van Rimere van Riviere, enz.