De Nederlandsche Leeuw, jaargang 29 (1911)

dye Boze (Boese) 1. Cardinael. 3. 15 16 Een schaar, vergez. van 3 bollen (2â??1). Z. 1391. Her. Bibl. 1875-36. Van go, met 3 palen van az. en een schildh. van keel, bel. met 3 scharen van sa. Arm. I. 372. Carpial. Drie scharen en een barensteel in het '3. schildh. Z. d. R. 1339. van der Castele. Een schaar in het schildh. R, een 1. ruit L en een ruit in den voet. Z. d. R. 1339. Castello-Matenesse. kwartier op een geschilderd? kerk­ raam te Voorburg. Charlez. Van az. met 3 rozen van zi. en een schild 3. hoek van hetz. bel. met een schaar van sa. Arm. I. 405. Chaussée de Jeneffe. Van zi. met 3 leeuwen van keel, 3. een in het schildh. L en een in den voet, met een vrijkw. van go. bel. met 3 scharen van sa, de punten, oml. Arm. I. 411. Gomognes. Drie scharen en een barensteel in het schildh., 3. de midd. hanger bel. met een ster. Het schild van herm. of ook wel van vair. Z. d. R. 1227. Conrad. Van az. met een man, gekleed van keel, 1. in de R. hand een schaar houdend van . . . en in de L. een olijftak van sin. Suppl. Arm. 1227. Gréhen. Drie scharen, met een effen vrijkw. 3. Z. d. R. 1339. Dammeroude. Een schaar L. in het schildh., een stijg 1. beugel in den voet en een vrijkw. bel. met een balk. Z. d. R. 1474. Dannael. Gedeeld. 2. I. Een leeuw. II. Twee scharen paalsgew. boven elkander. Z. d. R. 1474. van Diggelen. Van go, met een schuinkruis van sa, 4. vergez. van 4 scharen (van hetz ?) de punten oml. Nav. 1904â??188. Egckh zu Randegkh und Eisenhofen. Gevierend. 1,2, 3. 3 en 4 (zie Arm.) en een Hartsch. van zi. bel. met 3 scharen van sa. bandsgew. gepl. en baarsgew. gerangsch. Suppl. Arm. 1237. Fonteniers. Drie scharen en een vrijkw. bel. met een Z. d. R. 1549. Frésart. 1. en Helmt. Gathy. 1. stijgbeugel. Van zi. met een schaar van sa. de punten vergez. van 3 eendjes van hetz., de oml. bovenste toegew. Ht. de schaar. Arm. I. 710. Doorsn. I I. van zi. met 3 rozen van keel, geknopt van sin. faasgew. II. van zi. met een schaar van sa. de punten omh. Suppl. Arm. 1249. van Gheel. Een schuinkruis vergez. van 4 scharen en 4. een hartsch. bel. met een klimm. leeuw. (1446). afb. Z. Tax. 1900â??258. Saint Germain. Een schaar in het schildh. R. een koek 1. (penning) L. en een koek (penning) in den voet. de Ghérin. Van 1. Goldsmyt. 3. Hack. 1. Hahn. 1. de Hallef. 3. Hannut. 3. Heer en. 3. Z. d. R. 1387. zi. met 3 rozen van keel, gebaard van sin., geknopt van go. (2â??1) afgew. met 3 scharen van .. . . (1â??2), de punten oml. Arm. I. 771. Een keper, vergez. van 3 scharen (2â??1), de punten oml. Z. 1467. Van zi. met een schaar van keel, bandsgew. M. S. 1736. Gevierend. 1, 2 en 4 zie Arm., 3. van zi. met een schaar van sa. Arm. I. 872. Drie scharen en een barensteel in het schildh. met een schuinstreep over alles heen. Z. d. R. 1339. Drie scharen. Z. d. R. 1339. Van zi. met 3 scharen van sa. met een schuinkruis van bel. met een ster in het hart en vergez. van Hoeckelum. Van 4. van 4 scharen van . Z. Maasgouw 1902â??40. van Hollandt. Gevierend. (1â??4) van go. met een schaar 1. van keel, bandsgew. de punten omh. (2â??3) van keel, bezaaid met blokjes van go. en een leeuw van hetz. over de blokjes heen gaande. Arm. 1â??974. Hautem. Van go. met een keper van sa. bel. met 3 (Houthem) meerlen van zi. en vergez. van 3 scharen 3. van sa. Z. d. Râ??1542. Henrot. Van zi. met een schaar van keel, de punten 1. oml. Arm. 1â??929. Hillner. Van go. met een gebaarde man, komende Helmt. uit een schildv. van sa., beladen met een molenijzer van zi. faasgewijs. De man gekleed van sa. gedekt met een Albaneesche muts van hetz. met opslag van go. een schaar van az. over den schouder dragend. Insen. Van az. met 3 scharen van zi. de punten 3. omh. en een schildh. van go. bel. met een omz. leeuw van keel. Arm. Iâ??1021. Jamotieel. Een schaar in het schildh. R., een koek 1. (penning) L. en een. koek (penning) in den voet, het hart bel. met een ster (6 p). Z. d. R. 1374. (de) Josselin. Van keel, met een schaar van zi. paals- 1. gew. de punten omh., overtopt door een ster van hetz. de Josselin de Jong. Gevierend. (1â??4) vanjgo. met een 1. manshoofd van az. â??en profil.' (2â??3) de Josselin zie boven. Suppl. Arm. 1265.