195
196
buurschap Harfsen, terwijl in een onmiddellijk daarop
volgende acte van denzelfden datum Berentien Beeuws
weduwe van Jan Kelder met haar schoonzoon Gerrit
van Wanum en haar zoon E'icolaus Kelder, bekennen
schuldig te zijn aan Wilhelmus Wilhelmius van Ingen
en Gerharda Kelders een som van 2500 car. gld. In
deze acten komt dus de professor zoowel mèt als zonder
familienaam voor.
Kentenissen van de stad Zutphen, deel 1663â??1667:
3 Juni 1665 Bcrentgen Beeuws, weduwe van Johan
Kelder, geassisteerd met haar schoonzoon Gerrit Hollen
â??deser stadt layendecker', geeft generale volmacht aan
hare schoonzoon s Professor Wilhelmus Wilhelmius en
Gerrit van Wanum. Komt hij dus in deze acte weder
zonder familienaam voor, dit is niet het geval met de
twee volgenden, beide getrokken uit het te voren geÂ
noemde deel 1659 â?? 1671 van het Scholtambt van
Zutphen:
18 Juli 1662. De E. en Hoochgeleerde Wilhelmus
Wilhelmius van Ingen, Philosophiae Dr. et Liberalium
Artium Magister, en Gerritien Kelders, zijne huisvrouw,
nemen een pandbrief over, slaande op het goed Len
sinck, en
9 Januari 1665. De E. en Hoochgeleerde Wilhelmus
Wilhelmius van Ingen, Philosophiae Dr. et in Illustri
Academia Gelro Zuphaniensi S. S. Theologiae et Elo
quentiae Professor, en Gerharda Kelders, verkoopen de
helft van een stuk land in het kerspel Warnsveld.
15 Juni 1658 komt Wilhelmus Wilhelmi nog in een
schepenacte van Zutphen ongehuwd voor als kooper
van vast goed aldaar, 23 Aug. 1662 vind ik hem het
eerst daarin vermeld met zijn echtgenoote Gerharda
Kelders.
In de nu volgende acten komt de latere professor
voor met zijn moeder en leeren wij dus zijne ouders
â?? met hunne familienamen â?? kennen.
Opdrachten van het Scholtambt van Zutphen, deel
1648â??1652: 12 Augustus 1652, Willem Willemsenvan
Inghen, jonckrnan, sone van Willem Willemsen van
lnghen saliger, en Marrilien Heerdincks, geweesen e
echteluyden, koopt i deel van het land de Eltert in
het kerspel Warnsveld, buurschap Vieracker, waarvan
het andere -f deel den kooper en zijn moeder reeds
toebehoort, en
Kentenissen der stad Zutphen, deel 1651â??1656, 16
Februari 1652, Maria Heerttinckx, weduwe van Willem
Willemsen, geeft volmacht aan Willem Willemsen, haar
zoon, in zake een kapitaal van 800 gl., dat zij comÂ
peteert van Fenneken Hermans te Amsterdam.
De moeder van den professor komt als weduwe nog
in de volgende acten voor:
Opdrachten van het Scholtambt van Zutphen, deel
1642â??1648 : 23 Juni 1648, Maria Herdincks, weduwe
van Willem Willemsen van Inghen koopt de helft van
het Kuiperskempken, een weiland de Bouwhuisen geÂ
naamd en deel van het Velderkempken in de buurÂ
schap Warcken, kerspel Warnsveld, en
Kentenissen vnn de stad Zutphen, deel 164?â??1651:
26 Mei 1648, Maria Heerdings, weduwe van Willem
Willemsen van Ingen geeft volmacht in zake een schuldÂ
brief van 2000 gl., gedateerd 15 Mei 1636 voorschepenen
van Amsterdam, welke zij van haar nicht Fenneken
Hermans competeert.
In de nu volgende acten komt ook de vader van den
Professor op.
Kentenissen der stad Zutphen, deel 1643â??1647 : 7
Februari 1644 Wilhem Wilhemsen van Ingen en Marritgen
Heerdings, zijn huisvrouw, koopen een huis en wehre
te Zutphen in de Barlhese, en
Opdrachten van het Scholtambt van Zutphen, deel
1637-1642: 30 September 1642, Jr. Henrick van Boshoff
tot Suurhuys en Margretha van Leefdael, echtelieden,
bekennen schuldig te zijn aan Willem Willemsen van
Ingen en Marritgen Hcerdincx, echtelieden, een jaar
lijksche rente van 30 dalers, wegens een ontvangen
kapitaal van 500 dalers.
Bij deze acte staat een kantteekening van 14 Maart
1660, waarbij de gevolmachtigde van den E. en WelÂ
geleerde Wilhelmo Wilhelmio van Ingen, Filio, bekent
dat de hoofdsom is voldaan en de schuldbekentenis
geroyeerd kan worden. Hieruit blijkt dus voldoende,
dat wij inderdaad met de ouders van den professor te
doen hadden. Die ouders komen nog in de volgende
acten voor:
Kentenissen der stad Zutphen, deel 1630â??1633 : 3
October 1631, Willem Willemsen en Marritgen Heerdings
doen, krachtens hunne op 21 Juni 1626 opgemaakte
huwelijksvoorwaarden, hunne tuchtmaking in het proÂ
tocol inschrijven.
Als voren, deel 1636â??1639: 27 Aug. 1638, Huybert
Jansen bekent schuldig te zijn aan Willem W7illemsen
van Ingen en Marritgen Heerdings, diens huisvrouw,
een jaarlijksche rente van 48 car. gld. Hierbij een
kantteekening van 7 Aug. 1643, waarbij Willem Willemsen
van Ingen bekent dat de rente is afgelost.
Bij acten van 3 Juli 1637, 15 April 1640 en 15
Juli 1641, alle voorkomende in deel 1637â??1642 van
het Scholtambt van Zutphen, koopen Willem Willemsen
van Ingen en Maria Heerdings, diverse stukken land
in het kerspel van Warnsveld, terwijl zij blijkens een
acte van 29 Dcc. 1628, voorkomende in de Kentenissen
der stad Zutphen, deel 1628â??1630, als Willem Willemsen
en Marritgen Heerdings, een huis te Zutphen koopen
â??alhier an de Marspoort gelegen alwaer tegenwoordich
den Coninck van Bohemen uithangt.'
Gegeven de boven vermelde wetenschap, dat Willem
Willemsen op 21 Juni 1626 huwelijksvoorwaarden zou
hebben gemaakt met Maria Heerdings, was het niet
moeilijk in het trouwboek van Zutphen dit huwelijk
op te slaan. Op 9 Juli 1626 lezen wij als gehuwd aldaar:
Willem Willems van Ingen, burger alhier, en Marikcn
Reerding Hendriksdr.
Misschien zijn de grootouders van den professor, de
Willem Willems, schipper, en zijn huisvrouw Wilhelmke,
die ia de Kentenissen van Zutphen voorkomen in
November 1611 en 13 Aug. 1613. Ik houd hen ten
minste voor zijne grootouders, omdat blijkens het
Burgerboek der stad Zutphen op 23 Maart 1596 een
Willem Willems van Ingen, burger te Zutphen wordt.
In het zelfde jaar wordt daar ook burger Jan Willems
van Ingen, hoogstwaarschijnlijk zijn broeder (dus oudÂ
oom van den professor) en beiden waren schipper. Voor
hen die mochten denken, dat van Ingen hier op de
plaats van herkomst duidt, wijs ik er op, dat achter
beider inschrijvingen als burgers, is gesteld: van Campen.
Later is die plaatsnaam in het register doorgehaald,