De Nederlandsche Leeuw, jaargang 31 (1913)

113 114 â?¢ In eene oorkonde op het Kasteel Middachten i) vindt men: 1341 27 Mei. Henricus de Keppele, ridder, getuige bij den verkoop van goederen onder Epe. 1342 Maart 10. De gebroeders de Lasterhusen c. s. verkoopen aan Johannes de Neman de stede te Laster husen. (Stift Langenhorst 317.) 1343 Jan. -25. Sander van Nijenborch c. s. verkoopen aan Rudolf van Asbeck den Hof Gemene in Ksp. Schop pingeu. Als borg o. a. Gerardus de Keppele, knape, als getuige Heinrich von Keppele, ritter. (Egelborg 181.) 1343 Febr. 10. Theodericus de Judenvelde c. s. ver­ koopen aan Rudolf van Asbeck verschillende goederen en als borgen treden daarvoor o. a. op: Gerhard van Keppel (VIII) en Hermanixus van Keppel (IX) zoon van Heer Henrkh van Keppel. Laatstgenoemde Henricus van Keppel miles is mede present. (Arch. Asbeck S. 300.) 1343 Sept. 24 (feria quarta post Mathei apostoli). Henricus de Keppele, rilter, Jutta seine Frau, Her- mannus, Henricus, Bertradis, seine Kinder, Jutta die Frau seines Sohnes Hermann, und Jutte, der beiden letzteres Kind, geben das Haus Rentsinck in der Bschft Ellewic, Ksp Vreden, das sie von der Abtissin zu Vreden zu Lehen tragen, mit allem zubehör â?? Berenhardo tarnen filio seniori excepto â?? der Abtis sin zurück. Es siegelen Vater und Sohn. (Anholt Schlosz Stift Vreden S. 121). 1346 Aug8 18. Rudolf van Langen c. s. verkoopen aan Rudolf van Asbeck hunne huisplaats met gebouw en weide in villa Nijenborch. (Egelborg 182 S. 12). 1348 Juni 7. Henricus de Stille c. s. verkoopen aan Bele Ocittop, hunne hofstad in het dorp Nijenborch. â?¢present: Henrico de Keppele mïlite et Gerardo fratre suo. (Nienborch Vicarie S. 35) 1348 Nov. 11. Johannes dictus Back c. s. verkoopen aan de Prorin en het Convent in Asbeck hun erve het groot Leverinck. (Stift Asbeck S. 255.) 1349 Juni 11. De priester Dirk van Ramesberge, Kanonnik van de Kerk te Oldenzaal en plebaan in Epe, draagt eene rente uit zijn goed te Varensteghe over aan de broeders van den H. Geest te Kaland. (Billerbeck Kaland S. 220.) 1350 Sept. 9. Ludolf Weder c. s. schenken aan de Kerk van Nijenborch hun camp vóór den Nijenborch, bij den Schurencamp. (Nienborg Vicarie S. 35.) 1351 Maart 2. Gebroeders van Langen schenken aan het O. L. V. gezelschap te Nijenborch een jaarlijksche rente uit hun goed Teszinck. (Nienborg Kath. Pfarre S. 31.) 1353 Juli 24. Johannes de Remen c. s. verkoopen aan Johan de Elen hun goed Leserdijnck. (Arch. Asbeck S. 301.) 1354 Oct. 21. Johan Breselere, kanonik van de Kerk S. Martini te Munster en plebaan te Vreden getuigt dat Henricus de Keppele, miles in Nijenborch, Lambert Kempinck met de mansus Kempinck, Ksp. Sutlohn, Bscht Nichtern beleend heeft. (Sudlohn Vicarie St. Ca tharinae S. 46.) Vergelijk de oorkonde van 29 Dec. 1299, en die van AÃ?g./Nov. 1357. - ,1357 Mei 18. Wolter van Hopingen c. s. verkoopen Mededeeling van den heer W. Wijnaendts van Eesandt. aan Zweder van Leperinctorpe eene roggerente uit het Erve ter Steghe. (Stift Varlar S. 397.) Wij laten '-de oorkonde uit Anholt Schlosz Stift Vreden S. 156 ter aanvulling van die van 29 Dec. 1299 en 21 Octr 1354 hier onvertaald in regest volgen: 1357 von August bis November Svederus Scoenstratc, Kleriker, als Procurator und Syndicus der Própsten und des Kapitels der Stiften Vreden, klagt vor dem Electen Adolf von Munster gegen den Knappen Johannem de Bermetvelde: 1299 Dec. 29 (ipso die beato Thome Cantuariensis) habe der Knappe Hermannus de Keppele, Burgmanu zu Nienborg mit seinem Sohne Henrico dem horigen des Stiftes Vreden, Henrico Sybinck, die Huse Kem­ pinck, Ksp. Sutlohn, inre homage â??anmanstat' ewig übertragen, unter der Verpflichtiing dasz bei Bezitz wechsel als â??Herwede' 30 Schillungen zu zahlen seien, Sodann habe 1354 October 21 dor Ritter Henricus de Keppele, Erbe des obengenanntenHermanni, dem Lamber to Kempinck, dem Sohne des Henrico Sybinck, die use gegen Entrichtung von 30 Schillungen als Eruriac übertragen. Trotz dem nun die Genannten 50 Jahre und langer ohne Unterbrechung als Horige der Stiftes, die ge nannte Huse ohne Wiederspruch besessen, so habejetz der Beklagte Johannes de Bermetvelde, unrechtmasziger weise, mit Hülfe des weltlichen Gerichte, den genannten Lambertus von der Huse vertrieben. Der dadurch den Stifte zugefügten Schaden sei auf 100 Mk. münstPfge zu schatzen. Der Elect moge entscheiden: das Stift und Lambert besitze rechtmaszig das Gut und Joh. de B. soll sich aller Eingriffe enthalten. Ridder Heinrich schijnt in of na 1357 overleden, al­ thans wij treffen hem na dien niet meer aan. Omtrent zijn broeder VIII Gerhard van Keppel, knape vinden wij behalve de boven reeds opgegeven oorkonden van 1316', 21 Oct. 1323, 15 Juni 1331, 17 Jan. 1333, 3 April 1333, 5 Juni 1338, 25 Jan. 1343, 10 Febr. 1343 en 7 Juni 1348, waar hij met zijn broeder Hein­ rich, ridder en 24 Febr. 1304, waar hij met zijn vader Herman genoemd wordt, nog de volgende acten uit de meer genoemde Inventare der nicht Staatl. Archive v. Munster. 1323. Febr. 3. Gerhardus de Keppelen, Burgmann in Nijenborch schenkt met toestemming zijner gemalin Mechtïldis aan den Rektor van het nieuw gestichte Al­ taar , als gift voor dat zelfde altaar, èene rente van 3 schepel boekweit uit de tienden van zijn Erve then Hopen Kspl. Alstede, verschijnende op St. Martini en losbaar met 1 Mk. Münst. Pfge. (Nienborg Vikarie S. 32.) 1336 Sept. 21. Gerardus de Ceppele (Keppel) famulus verklaart dat de lie'den, die zijn erve Wolthus in het Kspl. Alstede (Alstatte kr Ahuis) bewonen, slechts 14 varkens jaarlijks tot eikelmesting (in dat ackern) in het aangrenzende bosch mogen drijven: (Burg. Steinfurt, Laarsche goederen.) 1337 Dec. 18. Bisschop Lodewijk van Munster geeft aan de Abdis van Vreden Henrich van Keppel, zoon des ridders Munstersche Ministerialis voor de