127
128
behoeve der admiraliteit, naar Zweden, en zijn woonÂ
plaats naar Amsterdam overbracht 1615. Over dezen
Louis de Geer van Finsprong in Leufsta zie men
gemeld werkje blz. 62â??86 en de zeer talrijke aldaar
genoemde bronnen.
Met dank voor de plaatsing,
Dordrecht, 12 Maart 1913. J. L. VAN DALEN.
Habboni s Oerlacus ILabbonis, zich ook schrijvende
Habben en Habbema, staat in het matrikel der Universiteit
Heidelberg op den 21 Oct. 1584 ingeschreven als volgt:
Gerlachius Habbonius, Frisiae Orientalis, en te Franeker
19 Oct. 1587 als Gerlacus Habonius, Phrysicus Oriënt,
theol. stud.
Komt bovengenoemde misschien ook nog voor in de
matrikels van andere buitenlandsche Universiteiten ?
Wordt zijn naam ook in een album amicorum uit die
dagen genoemd'? Van 1590 tot 1628 is hij predikant
te Deersum. (Friesland).
Deventer. HABBEMA.
Kruijthoff (XXIX, 255). De naam komt ook te Delft
voor, blijkens inschr. voor huw. comm.:
Den 16on December 1702.
EIx 3 gl. Georgius Kruijthoff J. M. in de
Getfuwl tn1! Jacob. Gerritsstraet, Anna
öasthuisker k den Taarlingh wede van 'lobias
24c»Decemb. 1702. Bres mede aldaar.
D.
Palm. (XXVIII, 62 en 316). Het volgende, getrokken
uit zeer onduidelijke aanteekeningen, kan toch misschien
den weg wijzen tot het verkrijgen van eenige authentieke
gegevens:
Jacob Hardema Palm, in leven collonel ten d.d. L,
f Dordrecht 27 Jan. (1760?) X Amereniia Elizabeth van
Meuwen van Binsbrig. Zij, wed6, schenkt goederen in
Zuid-Holl. ]) bij akte voor Nots Waelwijk te Breda
van 8 Jan. 1751 aan haar gehuwden zoon Christiaan
Abraham Palm, in leven major in het Reg'Dragonders
van wijlen den Heer Van Massau. Hij f 1754 Maastricht.
Misschien is ook nog iets te vinden in de schepensign.
van Heusden van 1760. D.
van Son. (XXX, 351) ons geacht medelid, de heer
L. van Son, was zoo. vriendelijk o.m. mede te deelen
dat Pieter Nicolaas Adrianus Irangois van Son in 1814
als Majoor van een regiment infanterie naar Oost-Indië
vertrok en te Weltevreden den 29 Dec. 1819 overleed,
nalatende twee dochters o.a. Frederica Christina van Son
tr. B. J..Gonggryp.
In de Indische Regeerings-almanak echter komt geen
opgave voor van het overlijden van P. N. A. F. van
Son, ook wordt hij in de jaren vóór zijn dood daarin
niet vermeld, noch als Officier van het Leger, noch als
Europeesch inwoner. Zou de heer van Son de goedheid
willen hebben mede 'te deelen, uit welke bronnen hij
bovenstaande gegevens putte?
De beide, dochters zijn zeker na. den dood van haar
vader gerepatrieerd, daar Rinia Joosten Gonggryp nimÂ
mer in Indië is geweest en hij F. C. van Son te Sinde
ren (G.) huwde ?. G. F. E., GONGGRYP.
Vels e (XXX, 421) De door den heer Thierens bedoelde
O. a. te Wijk bij Heusden.
vraag is niet door mij, doch door een ander gesteld.
G. F. E. GONGGRYP.
Het Molenijze r in de heraldiek. (XXXI, 96) In de
Heraldieke bibliotheek van 1873 komt voor: De Molen
ijzersche familiën en het geslacht de Roover.
's-Gravenhage. J. D. WAGNER.
Wapenboek . Volgens de Nederlandsche Heraut, Dl.
VIII. blz. 16 e. v. is het eerste deel van een M.S. van J.M.de
Lange te Gorinchem, uit 1652, in druk uitgegeven door
den bekenden genealoog Th. de Baadt onder den titel:
â??Verzameling van grafschriften en wapens in verÂ
schillende Noord-Brabantsche kerken,' Helmond, 1893,
8', groot 761 blzn.
a. Is dit hetzelfde als zijn ArmorialBrabangon?Zooniet.
b. Kan iemand mij dan aan dat werkje helpen ter
vervollediging mijner wapencollectie?
Leiden. STEENKAMP.
Alliantiewapen. a. in groen een zilveren aanziende
stierenkop, b. in blauw een ingebogen zwarte keper
vergezeld in den schild voet van drie rozen, 1. en 2.,
1 zilver, 2 rood, aanziende helm met zilver-groene
wrong, helmteeken twee zilveren runderhoorns, dekklee
den zilveren groen, schildhouders: twee aanziende leeuwen.
Kan men mij opgeven van welke families deze
wapens zijn?
's-Gravenhage. WEÃ?RTS.
Wapen s in glas: Aan welke families behooren onderÂ
staande, in een huis te Lisse aanwezige, in glas geÂ
brande wapens:
I. Gevierendeeld, 1 en 4, in blaauw 3 gouden leliën
(2 en 1) en een blokzoom van rood en zilver, 2, ge
deeldd, a. in goud twee blauwe schuinbalken en een
rooden zoom, b. in zwart een gouden leeuw, 3, geÂ
deeld, a als 2a, b. in zilver een rooden leeuw, over
het geheel een hartschild van goud beladen met een
zwarten leeuw. Dekkleeden zilver en rood. Helmteeken,
twee gekruiste boomtakken van goud, in het midden
waarvan een gouden knop met er boven en beneden
twee vuurslagen van goud, waaruit rechts en links
horizontale vlammen in natuurlijke kleur te voorschijn
komen. Onder het wapen staat 1699.
II. Twee gekruiste golvende roode figuren, die door
hun ligging te samen aan een molenijzer doen denken,
in zilver. Helm met zilver roode vlucht. Onder het
wapen staat 1649.
Heemslede. JOH. RTJYS.
Wapen s gevraagd : der families Prakken, Tiesinga,
Jonkers, alle drie in Friesland, laatstgenoemde thans
in Groningen. .
's-Gravenhage. L.
INHOUD 1913, N» 4.
Bestuursberichten. â?? Aanteekeningen xiit de protocollen van Leid
sche notarissen, door H. Wijnaendts (vervolg). â?? Lijste van do ter
Secretarije van het jagtgerichte van Hollandt ee Westvrieslandt
Geregistreerde Actens van permissie tot de jagt in het zaijsocn van
1776. â?? Van Keppel van den Nijenborch (1221â??1400), door J. R.
baron van Keppel. â?? De regeering der stad Utrecht (1528â??1577),
door G. van Klaveren Pz. â?? Van Vinceler, door Mr. P. C. Bloys
van Treslong Prins. â?? Mayvart, door Jhr. Mr. Th. van Rheineck
Leyssius. â?? Vragen en antwoorden: Betou (In de) â?? Thoor (van),
Geer (de), Habbonis, Kruijthoff, Palm, Son (van), Velse, Het molenÂ
ijzer in de heraldiek, Wapenboek, Alliantiewapen, Wapens in glas,
Wapens gevraagd.